Corinne van Duin is sinds februari 2008 hoofdredacteur van de Viva. Daarvoor werkte ze onder meer voor Yes en Starstyle. Dat vrouwenbladen gebruikmaken van Photoshop om foto’s op te poetsen, vindt Van Duin vanzelfsprekend. “Het lezen van Viva is een manier om aan de alledaagse, rauwe werkelijkheid te ontsnappen. Je zit al elke dag in de bus naar de pukkels van andere mensen te kijken.”
Marc Chavannes was jarenlang correspondent voor NRC Handelsblad in Frankrijk en de Verenigde Staten en is nu hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Internet kan de democratie nieuw leven inblazen, denkt hij. “Met internet hebben we nieuwe mogelijkheden gekregen om een tegenmacht te vormen tegen allerlei overheids- en commerciële belangen.”
Misdaadjournalist Kees van der Spek is de rechterhand van Peter R. de Vries. De twee werken sinds begin 1996 samen. Van der Spek was onder meer betrokken bij de geruchtmakende uitzending over Joran van der Sloot. Over Van der Sloot velt Van der Spek een hard oordeel. “Het is verwerpelijk om een lijk weg te maken, maar het nog veel dubieuzer om al die media-aandacht te exploiteren.”
Publiciste Karin Spaink is één van de bekendste Nederlandse privacyvoorvechters. Ze is juryvoorzitter van de Big Brother Awards (de jaarlijkse prijzen voor personen, bedrijven en instanties die onze privacy schenden).
Hans Laroes is de hoofdredacteur van NOS Nieuws, de organisatie die verantwoordelijk is voor een groot deel van de nieuwsvoorziening van de publieke omroep (waaronder het NOS Journaal). Volgens hem beschikken kinderen al over de nodige kennis van de media. “Ze weten dat er een verschil bestaat tussen RTL Boulevard en het NOS Journaal. Ze snappen dat je het ene programma misschien wat minder serieus moet nemen dan het andere.”
Een protest tegen allerhande overheidsmaatregelen die de privacy van de Nederlandse burger aantasten, is uitgelopen op een deceptie. Met dank aan een complotdenker.
“De wereld en de mensheid staan op een keerpunt in de evolutie. Uit studies blijkt dat de vibratie van de aarde verandert.” Nee, dit citaat is niet afkomstig van de uit de Bommel-strips bekende schilder Terpen Tijn. Het komt uit een interview met Marcel Messing, auteur van het boek ‘Worden Wij Wakker?’
Tweede Kamerlid Boris van der Ham (D66) kan zich een leven zonder weblog nauwelijks meer voorstellen. Hij begon zijn online dagboek ooit als een pr-instrument, maar inmiddels is hij ervan overtuigd dat het bijhouden van een weblog nog veel meer voordelen heeft. “Als Tweede Kamerlid ben je constant aan het rennen. Het bijhouden van een weblog dwingt je om elke dag even vijftien minuten te gaan zitten en te reflecteren op wat je doet.”
Barack Obama doet het online een stuk beter dan John McCain. Goede internetprestaties vormen echter geen garantie voor electoraal succes.
Waaruit bestond de aantrekkingskracht van John F. Kennedy? Waarom vonden zoveel mensen deze toch tamelijk middelmatige president zo bijzonder? Tot ik deze week het John F. Kennedy Museum in Boston bezocht, had ik eerlijk gezegd geen idee.
Je ex-man op Hyves een pedofiel noemen is niet ok. Maar joden die in Auschwitz gevangenzaten schorem noemen mag dan weer wel.
Begin juni deed de Amsterdamse rechtbank uitspraak in een zaak tegen Joshadam. Deze Amsterdammer had op het webforum Polinco enkele uitspraken gedaan die volgens het Openbaar Ministerie discriminerend waren. Zo omschreef hij zwarte Bijlmer-bewoners en homo’s als ‘kruipende dieren’, allochtone vrouwen noemde hij ‘ratten’ en joden die in het concentratiekamp Auschwitz gevangen hadden gezeten, waren ‘schorem en ontuig’.
Deze maand verschijnt het boek ‘Crowdsourcing: Why the Power of the Crowd Is Driving the Future of Business’ van de Amerikaanse journalist Jeff Howe. Hij beschrijft hoe bedrijven gebruik kunnen maken van kennis van buiten de organisatie. Het zoveelste nieuwe buzzword of een fundamentele verandering in de manier waarop bedrijven functioneren?
Toen het National Health Museum in Washington DC vier jaar geleden op zoek was naar stockfoto’s voor een tentoonstelling benaderde het een freelance fotograaf uit Manhattan. De fotograaf wilde 100 tot 150 dollar per afbeelding. Na een paar weken op en neer mailen besloot het museum van de deal af te zien. De maakster van de tentoonstelling was in de tussentijd op iStockphoto.com gestuit: een site waar amateurfotografen hun foto’s voor één tot vijf dollar aanbieden. Op die manier kon ze voor minder geld meer foto’s aanschaffen voor haar tentoonstelling.