Zeggen dat de schrijvers van Polinco niet de beste vrienden zijn van Ronald Eissens en de andere medewerkers van het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) en het anti-racismebureau Magenta zou het understatement van het jaar zijn.

Op Polinco wordt Eissens afgeschilderd als een ‘keppeldragende netnanny’ en een ‘hoogmoedswaanzinnige mediasmurf’. De werkwijze van het MDI wordt vergeleken met die van de Oost-Duitse Stasi.

Behalve deze weinig vleiende omschrijvingen staan sinds donderdag ook de persoonsgegevens van Eissens en enkele andere medewerkers van het MDI online. Huisadressen, mobiele telefoonnummers en foto’s zijn via de site van Polinco beschikbaar.

Koren op de molen van de bedreigers, zou je zeggen. Eissens wil echter niet meer kwijt dan dat hij wat ‘vervelende e-mails’ heeft ontvangen. “Verder wil ik er niet te veel op ingaan. Ik doe niet mee met die toestanden over wie allemaal bedreigd wordt. Dat brengt mensen maar op ideeën.”

Amerikaanse militia

Hoewel de schrijvers op Polinco hun artikelen niet onder eigen naam ondertekenen, zegt Eissens een goed beeld te hebben van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de berichten. “De meeste online racisten zijn niet erg slim in het verhullen van hun identiteit.”

Het MDI heeft al tegen verschillende posters op Polinco aangifte gedaan. “We zijn druk bezig met Polinco”, aldus Eissens. “De justitiële molens draaien langzaam, maar op een goed moment zullen er wel rechtszaken van komen.”

Ook tegen de site als geheel wil het MDI actie ondernemen. Een complicatie daarbij is dat Polinco wordt gehost in de Verenigde Staten. Ook de eigenares woont daar volgens Eissens. “Zij is een bekende uit het Amerikaanse militia-circuit en betrokken bij de pro-apartheidbeweging in Zuid-Afrika.”

Het MDI kwam recent in het nieuws door een waarschuwing tegen FokZine en een aangifte tegen de linkse nieuws- en discussiesite Indymedia.