Plan: ook pincode moet onder de bewaarplicht vallen

Wederom had de Tweede Kamer op woensdagmiddag veel kritiek op de plannen van Europese ministers om internet- en telefoniegegevens van alle burgers op te slaan. De kamerleden twijfelen aan de noodzaak van deze zogeheten bewaarplicht verkeersgegevens en vinden bovendien dat de plannen hiervoor moeten worden overgelaten aan de Europese Commissie en het Europarlement.

Donner verzekerde de Kamer dat hij het liefst ook heeft dat de Europese Commissie de plannen uitwerkt. “Maar ik kan niet tegen de andere Europese ministers zeggen: dit is mijn mening en ik houd verder mijn mond.”

Pincodes

Verkeersgegevens zijn bijvoorbeeld de telefoonnummers die iemand belt, de plaatsgegevens van de eigenaar van een mobiele telefoon, de adressen waarnaar iemand mailt of de url’s van de webpagina’s die iemand bezoekt.

Volgens nieuwe plannen van Litouwen zouden ook zaken als wachtwoorden en pincodes onder de bewaarplicht moeten vallen, hadden GroenLinks en de SP opgemerkt. Een voorstel waar de Tweede Kamer duidelijk niets voor voelt. “Ik heb altijd geleerd dat je alles van me mag weten, behalve mijn pincode”, aldus Kees Vendrik (GroenLinks).

Donner kon zich de zorgen van Vendrik voorstellen. “Ik zie ook niet dat pincodes op de lijst moeten. Een pincode is ook geen verkeersgegeven, maar een statisch gegeven. Het kan zijn dat een lidstaat voorstelt om die informatie te bewaren, maar de lijst staat nog niet vast.”

Proportionaliteit

Directe aanleiding voor het kamerdebat was de vergadering van de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (de zogeheten JBZ-raad) die voor volgende week donderdag op de agenda staat. Tijdens die vergadering komt het onderwerp verkeersgegevens weer aan de orde.

De ministers zullen het dan onder andere hebben over welke verkeersgegevens er precies moeten worden bewaard en over de duur van de bewaartermijn: moeten providers de gegevens over hun abonnees maximaal één jaar bewaren of drie jaar?

“Dit bevreemdt mij”, aldus Tweede-Kamerlid Corien Jonker (CDA). Volgens haar moeten de ministers eerst eens met een onderzoek komen waaruit blijkt dat de bewaarplicht nuttig en noodzakelijk is. “Er zijn belangrijke vragen over de proportionaliteit van dit voorstel die eerst moeten worden beantwoord.”

Togo

Vendrik wees in zijn bijdrage op een recent kamerbezoek aan internetaanbieder IS Interned Services. “Daar bleek dat je met drie muisklikken je ip-adres kunt anonimiseren via aanbieders in de Verenigde Staten en Togo. Nu acht ik de Europese Unie tot veel in staat, maar niet dat ze bedrijven uit Togo kunnen dwingen om zich aan de bewaarplicht te houden.”

Donner is het niet met deze kritiek eens. “Volgens mijn informatie is het nog steeds mogelijk om via een internettoegangsdienst het gedrag van abonnees in kaart te brengen.”

Guillotine

De invoering van een bewaarplicht zal volgens Vendrik vergaande gevolgen hebben voor de Europese internetaanbieders. “De rest van de wereld lacht in zijn vuistje. Europese internetproviders moeten immers hoge kosten maken. Bij IS Interned Services staan de investeringen gelijk aan de jaaromzet. Als dat voor alle bedrijven geldt, houden we straks geen Europese provider meer over.”

Zeker het Nederlandse kabinet dat inzet op administratieve lastenverlichting, zou zich de kritiek van de internetproviders moeten aantrekken, meent Vendrik. “Dit voorstel is een administratieve guillotine.”

Donner: “Dit kabinet zet niet alleen hoog in op administratieve lastenverlichting, maar ook op criminaliteitsbestrijding.” Hij wees op een onderzoek van de Erasmus Universiteit naar de bewaarplicht dat volgende maand wordt verwacht.

Motie

Vendrik was niet tevreden met de antwoorden van Donner en kondigde aan een motie te willen indienen om de minister te dwingen tot een ‘fermere positie’ namens de Nederlandse regering. “Ik begrijp dat Nederland nu al positief kan zijn over een voorstel waarvan de noodzaak nog steeds niet is vastgesteld.”

Donner noemde een dergelijke motie ‘niet zinvol’. Volgens de bewindsman is een discussie over de bewaarplicht in de JBZ-raad wel degelijk nuttig. “Je kunt niet over proportionaliteit en dergelijke praten als je niet weet over welke gegevens het gaat en hoelang de bewaartermijn zal zijn.”