De OPTA legde Groenendaal eind december 2004 een boete van 25.000 euro op. De telecomwaakhond had in totaal 160 klachten ontvangen over spamberichten waarvoor Groenendaal medeverantwoordelijk was.

De Hilversumse uitgever liet vrijwel meteen weten het niet eens te zijn met de boete. De spam zou zijn verstuurd zonder dat Groenendaal daarvan op de hoogte was geweest. Volgens Groenendaal was het bewijs van de OPTA onvoldoende.

Het college van de OPTA is daar echter niet van overtuigd. Om te bewijzen dat Groenendaal wel degelijk voor overlast heeft gezorgd met zijn spamruns heeft de OPTA diverse verklaringen afgenomen bij personen die de spamberichten hebben ontvangen.

De OPTA meent wel dat één van de spamruns waarvoor Groenendaal is beboet, minder ernstig was dan aanvankelijk gedacht. Dat is ook de reden om de boete voor Groenendaal te verlagen.

Groenendaal heeft nu nog twee beroepsmogelijkheden. Eerst bij de rechtbank in Rotterdam en daarna bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB).