Na de nieuwe economie hebben we nu dus de nieuwe politiek. Zoals ondernemers ten tijde van de dotcom-hype dachten dat de oude economische wetten niet meer golden, zo schijnen sommige politici nu te denken dat de gewone wet niet meer van toepassing is.
Het meest sprekende voorbeeld is natuurlijk LPF-minister Hilbrand Nawijn (vreemdelingenzaken en integratie). Hij stelde voor om criminele Nederlanders van Marokkaanse afkomst het land uit te zetten. Een probleempje: dat is in strijd met de grondwet.
Nawijn is niet de enige politicus die zich weinig gelegen laat liggen aan bestaande regels. Twee weken geleden liet het CDA-kamerlid Theo Rietkerk van zich horen. In het actualiteitenprogramma Netwerk zei hij dat hij kinderlokkers die via internet opereren, harder wil aanpakken.
Hij deed daarbij een appèlop de Nederlandse providers. Die zouden hun abonnees wel eens wat beter in de gaten mogen houden. Want ook internetaanbieders hebben een ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’, meent Rietkerk.
Dat mag zo zijn, maar providers moeten zich natuurlijk ook gewoon aan de regels houden. Aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens om maar eens wat te noemen.
Het opsporen van criminelen is in Nederland een taak voor politie en justitie. En net zo goed als de Nederlandse postbodes geen onbezoldigde politieambtenaren zijn, zouden ook de medewerkers van providers zich niet moeten bezighouden met het volgen van vermeende pedoseksuelen. Of zou Rietkerk eigenlijk ook willen dat de postbode zo af en toe eens wat brieven openscheurt?
Elke zichzelf respecterende provider belooft bovendien in zijn algemene voorwaarden niet zomaar in de e-mail van abonnees te snuffelen of een lijst bij te houden met de sites die een klant bezoekt. Op het moment dat een provider die regels terzijde schuift, pleegt hij contractbreuk.
Het is niet het enige zwakke punt in het betoog van Rietkerk. Hoe providers (of chat-moderatoren) moeten achterhalen welke chatters kind dan wel pedoseksueel zijn, blijft ook mistig. Een van de kenmerken van internet is nu juist dat je je makkelijk kunt voordoen als iemand anders. Of zoals een cartoonist van The New Yorker het ooit zo mooi samenvatte: “On the internet nobody knows you’re a dog.”
Hoewel Rietkerk ongetwijfeld het beste met ons voorheeft, laadt hij met zijn onbezonnen uitspraken toch de verdenking op zich even makkelijk te willen scoren. Menige ouder zal instemmend hebben geknikt bij het aanhoren van Rietkerks pleidooi voor een hardere aanpak van internet-pedo’s.
Natuurlijk, elk seksueel misbruikt kind is er een te veel. Maar het aantal kinderen dat zich na een gesprek in de chatbox laat ontvoeren, is verwaarloosbaar klein vergeleken met het aantal kinderen dat bijvoorbeeld door een familielid of kennis wordt misbruikt.
In Nederland overlijdt elke week een kind aan de gevolgen van mishandeling, zo staat in een studiein opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming. Het zijn niet ongrijpbare, via internet opererende griezels die daar verantwoordelijk voor zijn, maar de ouders van de kinderen. Daar hoor je politici echter maar zelden over. Het gezin is immers de hoeksteen van de samenleving. Ook in de nieuwe politiek.