Nedstat en PRO III

Het aantal bezoekers op je homepage meten, kan op verschillende manieren. De bekendste manier is waarschijnlijk met behulp van een eenvoudige teller (type benzinepomp). Je provider houdt dan bij hoeveel mensen je homepage bezochten en geeft dat door. Het enige wat je moet doen is een regel in je html-tekst opnemen. Het kunstmatig verhogen van het bezoekersaantal is een koud kunstje. Telkens als je het tellertje (of pagina waar het op staat) ‘reload’ wordt er 1 bezoeker bijgeteld.

Wil je meer over je bezoekers weten (waar komen ze vandaan? hoe laat komen ze?), dan kun je gebruik maken van een Nedstat-teller. Als je een Nedstat-teller op je homepage wilt installeren, moet je je aanmelden bij Nedstat. Je kunt kiezen uit twee verschillende tellers: gratis tellers en tellers waarvoor je moet betalen. Particulieren kunnen een gratis teller krijgen, bedrijven moeten betalen.

Nedstat registreert op het moment de bezoekers van meer dan 16.500 homepages. Nedstat heeft dan ook de beschikking over enkele leuke gegevens. We schreven een paar interessantigheidjes over uit de ‘Nedstat Nieuwsbrief’ (die iedereen met een Nedstat-teller op zijn homepage gratis kan ontvangen). Per week trekken alle Nedstat-sites samen een slordige 2,5 miljoen bezoekers. Een piek in het aantal bezoekers zit tussen 16.00 en 17.00 uur (eind van dag, nog snel even in de baas zijn tijd over Internet surfen).

Ook heeft Nedstat inzicht in de ‘browseroorlog’ tussen Netscape en Microsoft (Internet Explorer). Netscape staat nog steeds voor (ongeveer 70 % van de internetters surft met Netscape), maar verliest terrein. Twee weken geleden bedroeg het marktaandeel van Microsoft 28%. In de weekends en in de vakanties stijgt het aandeel van Microsoft. Dan zitten de internetters thuis en thuis hebben relatief meer mensen de Internet Explorer op hun computer geinstalleerd. Meer informatie over de ‘browseroorlog’ is te vinden op: http://www.nedstat.nl/browsers

– Nedstat voor niet-commerciele gebruikers

Wil je een gratis Nedstat-teller op je homepage, dan moet je je aanmelden op de homepage van Nedstat. Als je je hebt aangemeld bij Nedstat moet je een paar regels aan je html-tekst toevoegen. Elke keer dat iemand je homepage bezoekt, wordt dan bij de Nedstat-server een Nedstat-icoontje opgehaald. De Nedstat-computer telt vervolgens een bezoeker bij het totaal aantal bezoekers op en registreert waar de bezoeker vandaan komt. Komt de bezoeker uit Nederland, dan kijkt Nedstat uit welke stad de bezoeker komt en van welke provider.

Op de zogenaamde Viewstat-pagina worden alle gegevens over de bezoekers op een rijtje gezet. Zo kun je daar zien waar de laatste tien bezoekers vandaan kwamen en hoe laat die tien bezoekers kwamen. Daarnaast is er een overzicht te vinden van de laatste drie weken. Per dag kun je zien hoe vaak je homepage werd bezocht. Ook rekent Nedstat uit hoeveel bezoekers er gemiddeld per dag en per uur komen. Tot slot geeft Nedstat een overzicht van alle landen en werelddelen waar de bezoekers van je homepage vandaan kwamen. Opmerkelijke inzichten geeft dat soms. Zo is er een Nederlandstalige site over strips waar verbazend veel Japanners op afkomen.

– Nedstat Pro (voor bedrijven)

Een maand geleden heeft NedStat een nieuwe teller voor commerciele gebruikers geintroduceerd: NedStat Pro. Er zijn verschillende versies van NedStat Pro. De goedkoopste kost 195 gulden per jaar (exclusief BTW). Maar er is ook een versie (NedStat Site Pro geheten) die tien keer zo duur is.

“Met NedStat is online vast te stellen of de website aan de marketing-communicatie-doelstellingen voldoet.”, schrijft Nedstat in de Nedstat-nieuwsbrief. Geen idee wat ze daarmee bedoelen, maar je kunt in ieder geval vrij goed het aantal bezoekers op je site meten met Nedstat Pro. De redactie van SmallZine spreekt uit ervaring. Wij mochten de ‘Nedstat Pro III’-teller uittesten.

Het voornaamste voordeel van de professionele teller boven de gratis teller is dat je ‘onzichtbaar’ kunt meten. Bovendien heb je een ‘password’ nodig om de bezoekersgegevens te zien. De bezoeker van de site heeft dus niet door dat zijn bezoek wordt gemeten. Hij gaat dus ook niet op zoek naar gegevens over het aantal bezoekers aan de site. ‘Onzichtbaar meten’ kan prettig zijn voor bedrijven die graag willen weten hoeveel bezoekers hun site trekt, maar liever niet hebben dat de rest van de wereld dat ook weet. Ook is het prettig dat er niet voortdurend zo’n irritant Nedstat-icoontje in beeld verschijnt.

Verder zijn de verschillen tussen de professionele en de gratis teller miniem. Voor het grootste gedeelte geven ze dezelfde informatie. Er zitten slechts een paar extraatjes op. Zo kun je bezoeken vanaf een bepaald domein filteren. Bezoek je bijvoorbeeld vaak je eigen homepage en wil je niet dat je bezoek bij het totaal aantal bezoeken wordt geteld, dan laat je het domein waar jij vanaf komt ‘filteren’. Ook geeft Nedstat de IP-adressen van de laatste tien bezoekers. We hebben geen idee wat je daar als bedrijf mee zou kunnen. Een ander extraatje is dat je kunt zien welke browsers het meest gebruikt worden door de bezoekers. Deze informatie is natuurlijk vrij voor de handliggend en dus kan een bedrijf ook volstaan door www.nedstat.nl/browsers te bezoeken om te kijken hoe de verhoudingen tussen de browsers liggen.

Zoals gezegd zijn de Nedstat Pro-tellers er in verschillende soorten en maten. Met de goedkoopste teller kun je de bezoekers op een pagina meten. Met de ‘NedStat Pro III’-teller tel je de bezoekers op drie pagina’s. Meer pagina’s meten betekent ook meer geld betalen. De ‘Nedstat Pro III’-teller is twee keer zo duur als de goedkoopste teller.</p><p>De introductie van de professionele teller schijnt overigens goed te verlopen. “Ruim 97% van de bedrijven besluit om na afloop van de vrijblijvende proefperiode een NedStat Pro-account af te sluiten”, aldus Nedstat.