Minister Piet Hein Donner (Justitie) voelt er niets voor om centraal te registreren hoe vaak telefoons in Nederland worden afgetapt.
Dat schrijft hij in antwoord op kamervragen van Marijke Vos (GroenLinks). “Het juridisch kader biedt voldoende waarborgen dat het opsporingsmiddel ’tappen’ op een verantwoorde manier wordt ingezet. Landelijk toezicht en controle leveren daarbij mijns inziens geen meerwaarde op.”
Het ministerie van Justitie maakte tot 1994 jaarlijks bekend hoe vaak er werd afgetapt in Nederland. Sindsdien gebeurt dat niet meer. Privacyvoorvechter Maurice Wessling (Bits of Freedom) startte in 2001 met een zogeheten WOB-procedure (Wet Openbaarheid van Bestuur) om de cijfers alsnog boven tafel te krijgen.
Tot nu toe zonder succes. In februari dit jaar bepaalde de Amsterdamse rechtbank dat het ministerie van Justitie geen moeite hoeft te doen om de tapcijfers over de jaren negentig te verzamelen. Volgens de rechter is het onwaarschijnlijk dat de overheid die aftapcijfers heeft.
Tienduizend taps
De overheid heeft altijd volgehouden dat de aftapcijfers niet meer centraal verzameld worden. Wel is er een brief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat met de tapcijfers over 1998. Bovendien heeft de toenmalige minister van Defensie in 2001 in antwoord op vragen van de Tweede Kamer bekendgemaakt hoeveel telefoontaps in 1999 werden uitgevoerd. Zowel in 1998 als in 1999 was er sprake van tienduizend taps per jaar.
Voor GroenLinks was de uitkomst van de WOB-procedure van Wessling aanleiding om er bij de minister op aan te dringen om alsnog te beginnen een landelijke registratie van het aantal telefoontaps.
Vooralsnog lijkt Justitie echter niet genegen om mee te werken aan de centrale registratie van het aantal tapbevelen. Begin juli reageerde de minister van Justitie voor de tweede keer dit jaar negatief op kamervragen van GroenLinks over de kwestie.
Administratieve kosten
In zijn antwoorden beschrijft Donner uitgebreid de geldende regels voor het plaatsen van een telefoontap, terwijl hij aan de concrete vraag over de centrale registratie zo min mogelijk woorden vuilmaakt.
Wel stelt de minister dat de tapvoorzieningen in Nederland zullen worden gecentraliseerd. Dit zou het registreren van het aantal tapbevelen in theorie makkelijker moeten maken. Maar of er ook een centrale registratie komt, is nog maar zeer de vraag. Donner schrijft namelijk dat ‘het streven erop gericht is de administratieve kosten te beperken’.
“Met andere woorden: transparantie en openbaarheid bij de overheid zijn administratieve lasten die beperkt dienen te worden”, stelt Bits of Freedom in zijn nieuwsbrief cynisch vast.