Mensenrechtenleed voor onder de kerstboom

Kerst is geen makkelijke periode voor een misantroop. Al dat geëmmer over vrede op aarde en naastenliefde valt ook niet mee. Wordt Vervolgd schiet de mensenhater te hulp. Welke producten moet je kopen als je lak hebt aan mensenrechten? Wat stopt de gewetenloze grootinkoper in het kerstpakket? Wat legt hij onder de kerstboom? En wat schotelt hij zijn gasten voor tijdens het kerstdiner? Zes tips.

Chocola

Dankzij het RVU-programma De Keuringsdienst van Waarde weten we dat er het nodige mis gaat bij de productie van chocola. Op de cacaoplantages in Ivoorkust werken minderjarigen die zelf alleen maar kunnen dromen van een chocoladereep. In veel gevallen gaat het om kinderen die werken op het land van hun ouders. ‘Maar het komt ook voor dat boeren kinderen uit arme gezinnen in hun eigen gezin opnemen’, vertelt Martin de Beer, woordvoerder bij Unicef. ‘Ze moeten aan de slag op het land en worden achtergesteld ten opzichte van de andere kinderen in het gezin. Kindslavernij is een beladen term, maar daar is in dergelijke gevallen wel sprake van.’ Volgens schattingen werken in Ivoorkust zo’n 5.000 ‘verhandelde’ kinderen op koffie- en cacaoplantages.

Hoewel chocoladeproducenten de laatste jaren meer doen om de omstandigheden op plantages te verbeteren, zijn er nog altijd misstanden. Zelfs Tony’s Chocolonely (het chocolademerk dat is voortgekomen uit de uitzendingen van De Keuringsdienst van Waarde) kan niet garanderen dat er geen kindslaven zijn betrokken bij de oogst van de gebruikte cacaobonen. Aanvankelijk stond er op de repen dat de chocola slaafvrij was, maar die claim bleek niet vol te houden, vertelt Eveline Raijmans (directeur van Tony’s Chocolonely). ‘Het is moeilijk om te traceren waar een cacaoboon precies vandaan komt en of er bij de oogst wel of niet sprake is geweest van kinderarbeid. We zijn niet in staat de hele keten te controleren. Daarom staat er sinds 2007 op de repen: “op weg naar 100% slaafvrije chocolade”.’

Volgens Raijmans vallen de problemen van de kindslaven niet los te zien van de armoede waarin de cacaoboeren leven. De boeren en coöperaties die bonen leveren voor fair trade-chocoladerepen, krijgen een premie bovenop de wereldmarktprijs, maar ook dat blijft een druppel op een gloeiende plaat.

 

Kleding

Met kleren is bijna altijd wel iets mis. Komt het katoen uit de Verenigde Staten, dan is het afkomstig van katoenboeren die dankzij overheidssubsidies hun concurrentie in de derde wereld uit de markt drukken. En komt het uit West-Afrikaanse katoenlanden als Benin, Burkina Faso, Mali en Tsjaad, dan is het weer van een boer die een hongerloontje verdient. Deze arme drommels moeten het ook nog eens doen zonder goede bescherming tegen alle bestrijdingsmiddelen die in de katoenteelt worden gebruikt.

Ook elders in de productieketen komen arbeiders er vaak bekaaid vanaf: ze maken lange dagen en krijgen slecht betaald. ‘Mensen die in China in de naaiateliers werken, hebben het echt moeilijk. Zij mogen namelijk geen bond vormen’, vertelt Marieke Eyskoot van de Schone Kleren Campagne. Niet dat het elders veel beter is. ‘In Bangladesh hebben ze bijvoorbeeld weer de laagste lonen.’

Het is vrijwel onmogelijk voor kledingproducenten om te garanderen dat er nergens in de productieketen iets mis gaat. ‘Alleen heel kleinschalige producenten die voor niche-winkels zoals de Wereldwinkel werken, hebben zo’n overzichtelijke productieketen dat je alles van het begin tot het eind kunt controleren.’

Onder druk van de publieke opinie hebben veel grote kledingproducenten de laatste jaren wel het een en ander ondernomen om de arbeidsomstandigheden voor hun werknemers te verbeteren. Elk zichzelf respecterend bedrijf heeft inmiddels een gedragscode waarin de rechten van werknemers zijn vastgelegd. Maar de naleving van dergelijke codes laat nog te wensen over. ‘Het is toch vaak de slager die zijn eigen vlees keurt.’

Merken die van oudsher een slechte reputatie hebben, zoals Nike en H&M, hebben wel vooruitgang geboekt. ‘Als wij hen wijzen op misstanden doen ze daar wat aan’, vertelt Eyskoot. Al blijft er natuurlijk altijd wat te wensen over. ‘Ze zijn nog steeds meer bezig met brand blussen, terwijl ze beter kunnen voorkomen dat de brand uitbreekt.’

 

Mobiele telefoons

Kerst is natuurlijk een uitgelezen mogelijkheid om uw geliefde eindelijk eens die iPhone of dat andere hippe telefoontoestel cadeau te geven. Mobiele telefoons zijn geavanceerde apparaten waarin onder andere condensatoren zijn verwerkt. Vanwaar deze technische verhandeling, vraagt u zich af? Nou, die condensatoren in mobiele telefoons kunnen niet zonder tantalium: een metaal dat gewonnen uit coltan. En met de productie van dat coltan gaat het nogal eens mis.

De belangrijkste leverancier van coltan is Australië, maar het wordt ook in verscheidene Afrikaanse landen gewonnen. Met name in het door etnische onlusten geplaagde Congo zorgt de winning van deze grondstof voor problemen. Kinderen vanaf tien jaar worden in de mijnen te werk gesteld en krijgsheren gebruiken de opbrengsten uit de coltanmijnen om hun gewapende conflicten te financieren. Het is een praktijk waaraan regeringstroepen zich eveneens schuldig maken, stelt Tamira Gunzburg, beleidsmedewerkster Centraal-Afrika van de Belgische organisatie Broederlijk Delen.

Ook hier is het weer de ondoorzichtige productieketen die het moeilijk maakt om te bepalen onder wat voor omstandigheden de coltan is gewonnen. ‘Veel onderdelen voor mobiele telefoons worden in China gemaakt. Daar zijn ze veel minder transparant dan bij ons’, verzucht PvdA-kamerlid Martijn van Dam die vorig jaar een petitie startte tegen ‘bloedmobieltjes’. Gunzburg: ‘Vaak wordt er gewerkt met tal van onderaannemers die het niet zo nauw nemen met de naleving van de regels. Zij kopen gewoon alle coltan op, ongeacht waar die vandaan komt.’

Coltan uit Congo volledig boycotten, zoals sommige producten van mobiele telefoons doen, is volgens Van Dam en Gunzburg ook niet de oplossing. ‘Daarmee dupeer je de bonafide mijnbouwers die er ook zijn’, zegt Gunzburg.

 

Wijn

Na de afschaffing van de apartheid werd het heel politiek-correct om tijdens het eten een fles Zuid-Afrikaanse wijn op tafel te zetten. Dronken worden en een nieuwe democratie steunen: kon het beter? In de Kaapse wijnlanden valt inderdaad nog behoorlijk wat te verbeteren. De Zuid-Afrikaanse wijnboerderijen zijn namelijk ‘broeinesten van mensenrechtenschendingen’, zo schreef Wordt Vervolgd eerder dit jaar in een ontluisterende reportage. Landarbeiders verdienen een hongerloon en worden bij ziekte zonder pardon ontslagen. Ze werken zonder bescherming met bestrijdingsmiddelen. Daarover klagen kun je maar beter niet doen, want bij een arbeidsconflict word je zo je huis uitgeschopt.

 

Spelcomputers

Een spelcomputer koop je tegenwoordig voor een appel en een ei. Daar zorgt de prijsoorlog tussen de drie belangrijkste productenten – Sony, Microsoft en Nintendo – wel voor. De rekening voor de strijd om de gamer wordt neergelegd de fabrieksarbeiders in China. Uit het eerder dit jaar gepubliceerde onderzoek Playing with Labour Rights blijkt dat de arbeidsomstandigheden verre van ideaal zijn. De producenten van game consoles hebben de werknemersrechten weliswaar vastgelegd in codes, maar de arbeiders aan de lopende band zijn daar over het algemeen niet van op de hoogte. Ze krijgen weliswaar het minimumloon betaald, maar dat is in China nauwelijks genoeg om van te leven. Elke maand verplicht 180 uur overwerken blijkt eerder regel dan uitzondering. En de overheid staat maar één (ondemocratische) vakbond toe die doorgaans meer sympathie heeft voor de werkgevers dan voor de werknemers.

 

Dvd-spelers

Coltan (zie: mobiele telefoons) wordt niet alleen gebruikt voor mobiele telefoons. Ook in tal van andere consumentenelektronica vinden we de grondstof terug. Denk bijvoorbeeld aan laptops, computers en dvd-spelers. De concurrentie op deze markten is moordend en het naleven van mensenrechten heeft voor menige elektronicafabrikant dan ook niet de hoogste prioriteit. ‘Je kunt tegenwoordig dvd-spelers kopen voor 25 euro’, zegt PvdA-kamerlid Martijn van Dam. ‘De producenten van dergelijke apparaten bezuinigen op alles waarop ze kunnen.’

Een geredigeerde versie van dit artikel verscheen in december 2009 in Wordt Vervolgd, het tijdschrift van Amnesty International.