Kritiek op Nederlandse aftapkamers

Twee getuige-deskundigen in de rechtszaak tegen de Turks-Koerdische zakenman Huseyin Baybasin hebben forse kritiek op de in Nederland gebruikte aftapapparatuur. Bij het verzamelen van bewijs tegen Baybasin is gebruik gemaakt van afgeluisterde telefoongesprekken.

Een van de getuige-deskundigen, veiligheidsexpert Ronald Eygendaal, meent dat het gebruik van de tapkamers ’technisch en juridisch niet juist’ is. “De gebruikte techniek is aantoonbaar onjuist als je het juridisch tegen het licht houdt. Je kunt de vraag stellen of je de verzamelde informatie mag gebruiken als wettelijk overtuigend bewijs.”

Eygendaal: “Ik ben hier al twee, drie jaar mee bezig. Ik heb het probleem met de tapkamers al verscheidene malen via de geëigende kanalen aan de orde gesteld, maar de overheid heeft mijn mening telkens terzijde geschoven.”

“Het is vergelijkbaar met een niet-geijkte flitspaal”, aldus Eygendaal. “De aftapapparatuur zou door een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld TNO, geijkt moeten worden. Maar de overheid vindt dat te duur.”

De in Nederland gebruikte aftapapparatuur van het Israëlische Comverse Infosys is al langer omstreden. In december 2001 arresteerde de Amerikaanse politie bijna honderd Israëlische burgers die in staat zouden zijn om in te breken op de ook in de Verenigde Staten gebruikte apparatuur van Comverse Infosys. De FBI stelde naar aanleiding van de ‘omgekeerde afluisterpraktijken’ een onderzoek in naar de Israëlische leverancier.