Hoofdverdachte DDoS-aanval in beroep

De rechtbank in Den Haag veroordeelde de 18-jarige hoofdverdachte Eric de V. maandag tot een celstraf van 38 dagen en 240 uur dienstverlening. Omdat De V. al in voorarrest heeft gezeten, hoeft hij niet meer de gevangenis in. Daarnaast heeft De V. een voorwaardelijke straf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar opgelegd gekregen.

De V. laat desgevraagd tegenover Webwereld weten dat hij van plan is om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. Over de opgelegde straf is hij niet ontevreden. “Daar ben ik het wel mee eens.”

Hij beklaagt zich echter over de manier waarop de veroordeling tot stand is gekomen. “Er is geen technisch bewijs geleverd voor de aanvallen”, stelt De V. “Ik ben nu veroordeeld op basis van de uitspraken die ik heb gedaan.” Tijdens de distributed denial of service (DDoS) aanvallen op de overheidssites trad De V. op als ‘woordvoerder’ namens de aanvallers. Hij werd geïnterviewd op radio en televisie.

Bovendien vindt De V. dat hij in vergelijking met de andere verdachten hard is gestraft. “Ik heb als enige de volle mep gekregen. En dat terwijl de andere jongens volgens mij net zo schuldig zijn.”

De vier andere leden van 0x1fe (de groep die verantwoordelijk was voor de aanvallen van vorig najaar) hebben voorwaardelijke straffen van één tot zes maanden (met een proeftijd van twee jaar) gekregen. De opgelegde taakstraffen variëren van 80 uur tot 120 uur. Drie van de verdachten waren minderjarig.

Foei

Het weblog GeenStijl, dat eveneens slachtoffer werd van de dadendrang van De V. en consorten, toonde zich twee weken geleden al verbaasd over de lage eisen van het openbaar ministerie.

“Zulke figuren moeten een gat in de lucht hebben gesprongen bij het horen van de eis van het OM. Je kunt dus voor een paar uur schoffelen gewoon DDoS’en wat je wil”, aldus Fleischbaum van GeenStijl twee weken geleden.

Internetjournalist Herbert Blankesteijn noemde de eisen van het openbaar ministerie vorige week in een column voor HCC Magazine ‘slap’. Over de straf voor De V. schrijft hij: “Omdat hij al 38 dagen in voorarrest heeft gezeten, hoeft hij niet meer te zitten en komt zoiets neer op een streng uitgesproken: ‘Foei, dat mag je nooit meer doen m’n jongen.'”