Donderdag buigt de Tweede Kamer zich over de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Deze wet stelt Nederlanders die in het buitenland wonen in staat om bij Europese verkiezingen van volgend jaar via internet of de telefoon te stemmen.

Met de experimentenwet lijkt een langgekoesterde wens van EPN, de stichting die doorgaans niet moe wordt van het wijzen op de voordelen van internet, uit te komen. De organisatie is namelijk een verklaard voorstander van stemmen via internet. Toch is EPN tegen het voorstel en omschrijft het experiment zelfs als `gevaarlijk’.

“De kiezers in het buitenland zullen het elektronisch stemlokaal vanuit de gehele wereld benaderen. Voor hackers wereldwijd is dit, mede gezien de publiciteit die dit experiment meebrengt, een open uitnodiging om het experiment te saboteren”, meent EPN.

Open-source

“Het risico dat het fout gaat, juist tijdens de Europese verkiezingen, kan Nederland – in dat jaar ook nog eens voorzitter van de EU – zich niet veroorloven.” De organisatie pleit er daarom voor om eerst lokale experimenten te houden. Die zouden voor hackers minder interessant zijn.

Bovendien keert EPN zich tegen het online stemmen in 2004 omdat er bij het experiment geen gebruik wordt gemaakt van open-sourcesoftware. “Nederland geeft met deze keuze een verkeerd voorbeeld.”

“EPN vindt dat de burger de broncode van de stemsoftware moet kunnen controleren op beveiligingslekken en op de instructies die de software uitvoert. Zonder die inzage heeft de burger geen controle over het stemproces, blijven beveiligingslekken misschien onontdekt en kunnen buitenlandse waarnemers de eerlijke en vrije verkiezingen in Nederland niet meer garanderen.”

Geheime stemming

Kritiek op stemmen via internet is niet nieuw. In april zette privacyvoorvechter Maurice Wessling (Bits of Freedom) zijn bezwaren tegen online stemmen al eens uiteen. Hij wijst er onder meer op dat online stemmen mogelijk in strijd is met artikel 53 van de Grondwet: de verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming.

“In het stemlokaal heeft iedereen de mogelijkheid om helemaal alleen in het stemhokje een keuze te maken. Stemmen via internet is een heel andere situatie. Want wanneer de leden van een gezin thuis één computer gebruiken om te stemmen is de kans klein dat er sprake is van een geheime stemming. Sociale controle en zelfs beïnvloeding zijn in die situatie een groter probleem dan in het stemhokje.”

Bovendien kleven er de nodige technische problemen aan internetstemmen, zoals de beveiliging van het netwerk en de identificatie van de kiezer.

“Een nog veel groter probleem dan veiligheid is beschikbaarheid”, meent Wessling. “Iedereen moet op die ene dag zijn stem uit kunnen brengen. Er is geen mogelijkheid voor herhaling. En juist hier scoort internet heel slecht. Wanneer de Rolling Stones een live concert op internet aankondigen dan is het misschien maar beter dat de kiesraad een andere datum prikt voor de verkiezingen.”