Twee mensen die ervan werden verdacht een dagboek van twee Utrechtse studentes te hebben gestolen en online te hebben gezet, worden niet vervolgd.
Omdat er `onvoldoende bewijs’ tegen de twee verdachten was, heeft het Openbaar Ministerie besloten de zaak te seponeren, zo meldt het Utrechts Nieuwsblad.
De zaak begon bijna een jaar geleden. Begin november 2002 was het het gesprek van de dag onder Utrechtse studenten en op internet: het dagboek van twee Utrechtse studentes. Het dagboek was gestolen, ingescand en op internet gezet.
In het dagboek deden de twee verslag van hun seksuele avonturen met diverse jongens. De jongens werden uitgebreid besproken en beoordeeld. Ook hun telefoonnummers stonden in het dagboek.
Het dagboek verspreidde zich als een olievlek over het Nederlandse deel van internet. Webloggers ontketenden een ware klopjacht op de twee studentes. Al snel werd hun identiteit bekend.
Op Radio 538 werd uit het dagboek voorgelezen. De studentes en hun (ex-) vriendjes werden aan de lopende band gebeld. Het moderne volksgericht nam op een zeker moment zelfs zulke grote vormen aan dat de twee studentes moesten onderduiken.
De twee studentes namen een advocaat in de arm die er onder meer voor zorgde dat een groot aantal providers het dagboek van hun servers verwijderden.