Bloggies 07: Wiskundemeisjes

In aanloop naar de uitreiking van de Dutch Bloggies spreekt Bright met een aantal genomineerde bloggers. Deze week Ionica Smeets van Wiskundemeisjes: ‘We moeten het zelf leuk vinden.’

Ionica Smeets: ‘Ik vind wiskunde heel puur. Als iets waar is, is het waar voor altijd.’

Ionica Smeets en Jeanine Daems zijn promovendi aan de Universiteit Leiden. Vorig jaar begonnen ze op pi-dag (14 maart, 3-14) met hun weblog Wiskundemeisjes.nl. En nu zijn ze in drie categorieën genomineerd voor een Dutch Bloggie. Bright ging op bezoek bij Ionica.

Hoe groot is de statistische kans dat jullie in alledrie de categorieën waarin jullie zijn genomineerd, aan de haal gaan met een Bloggie?

‘In de categorieën themablog en best geschreven blogs zijn tien weblogs genomineerd, in de categorie beste weblog twintig. De kans is dan ééntiende keer ééntiende keer ééntwintigste. Een kans van één op tweeduizend dus.’

En hoe schat je zelf jullie kansen in?

‘We hadden verwacht dat we alleen maar als themaweblog genomineerd zouden worden. Voor die categorie hebben we wel goede hoop. In de categorie beste weblog maken we geen schijn van kans, denk ik.’

Deze week kunnen mensen stemmen in de categorie best geschreven weblogs. Wat zijn de kansen daar?

‘Geen idee. We houden allebei van schrijven en doen ons best om het zo goed mogelijk op te schrijven, maar er zijn natuurlijk veel goedgeschreven weblogs.’

Wat is er leuk aan wiskunde?

‘Ik vind wiskunde heel puur. Als iets waar is, is het waar voor altijd. Je kunt niet discussiëren in de trant van ‘maar ik vind het niet mooi’. Dat vind ik heel aangenaam. Iets klopt of niet. Daardoor kun je ook makkelijk met heel belangrijke mensen in discussie gaan.’

Hoe bijzonder is het dat je als meisje wiskunde gaat studeren?

‘Bij studenten is het aandeel meisjes wel oké. De verhouding is daar één op drie. Voor een exact vak is dat heel netjes. Daarna dunt het aantal vrouwen snel uit. Er zijn maar weinig vrouwelijke promovendi. Daarboven wordt het nog erger. Op congressen zijn we vaak de enige vrouwen.’

Voor wie schrijven jullie Wiskundemeisjes.nl?

‘Daar hebben we nooit zo over nagedacht. We zijn begonnen met Wiskundemeisjes.nl, omdat er geen site was waar het leuke wiskundenieuws verscheen. Het belangrijkste criterium voor een bericht is dat we het zelf leuk moeten vinden. We schrijven over onderwerpen waarover we zelf op een feestje zouden vertellen. Aanvankelijk waren het vooral collega’s die ons weblog bezochten, maar inmiddels komen er ook veel andere mensen die wiskunde wel leuk vinden, maar er verder niets mee gedaan hebben. Ook krijgen we geregeld mails van kunstenaars die wiskunde interessant vinden, omdat wij ook met iets geks en ongrijpbaars bezig zijn.’

Hoeveel bezoekers hebben jullie?

‘Nu zo’n 1100 per dag. Soms een stuk meer. Bijvoorbeeld toen Zattevrienden.be naar ons linkte vanwege een bericht over een algoritme waarbij je altijd op het getal 6174 uitkomt.’

Ik las op jullie site dat jullie allebei een huisnummer hebben dat een priemgetal is. Zijn jullie de hele dag gespitst op bijzondere getallen?

‘Nee, de meeste wiskundigen zijn daar niet zo goed in. Ik sprak laatst een rekenwonder die de getallen die hij ziet op paaltjes langs de kant van de weg in priemgetallen ontbindt. En in de treincoupé vermenigvuldigt hij twee getallen van zes cijfers. Wij zijn niet zo. In het restaurant kost het me altijd al de nodige moeite om de rekening te controleren. Jeanine en ik hebben wel allebei de 1729-tic.’

De 1729-tic?

‘Ja, daar zit een mooie anekdote aan vast over een zieke wiskundige. Een andere wiskundige kwam bij hem op bezoek en vertelde dat hij in een taxi met het nummer 1729 had gezeten. Jammer, want dat was geen mooi getal, vond de bezoeker. De zieke wiskundige vond het juist heel interessant, want het is het kleinste getal dat op twee manieren als de som van twee derdemachten geschreven kan worden. Dat had hij zo paraat.’

Jullie hebben een maandelijkse rubriek waarin mensen vertellen over hun favoriete nog levende wiskundige. Welke hedendaagse wiskundige bewonder jij het meest?

‘Pff, moeilijk. Ik denk Andrew Wiles. Dat is de Brit die de stelling van Fermat heeft bewezen. Ik heb het bewijs nooit bestudeerd, maar ik bewonder hoe vasthoudend hij daar aan heeft gewerkt. In al die jaren dat hij met het bewijs bezig was, heeft hij er met niemand over gepraat, omdat hij bang was dat anderen ermee aan de haal zouden gaan.’

Toen Wiles zijn bewijs presenteerde, werd er vrij snel een fout in ontdekt.

‘Ja, maar een jaar later heeft hij alsnog het definitieve bewijs geleverd. Er is een documentaire over Wiles gemaakt, waarin hij bijna gaat huilen omdat hij beseft dat hij hier nooit meer over heen kan gaan. Wiles is één van de weinige wiskundigen van deze tijd die over tweehonderd jaar nog steeds herinnerd zal worden.’

Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?

‘We gaan een nieuwe reeks beginnen, Vallende Sterren, over wiskundigen die op een idiote manier om het leven zijn gekomen. Het idee voor de serie komt van Hendrik Lenstra, de promotor van Jeanine. Toen hij tijdens een conferentie anderen vroeg om anekdotes over wiskundigen die op een vreemde manier aan hun eind waren gekomen, bleken er heel veel voorbeelden te zijn, het ene nog gekker dan het andere.’

Noem er eens twee.

‘Twee bekende voorbeelden zijn Évariste Galois en Kurt Gödel. Galois was een Franse wiskundige die al op jonge leeftijd is omgekomen in een duel om een vrouw. Omdat hij bang was dat het duel niet goed zou aflopen, heeft hij in de nacht daarvoor als een razende een aantal nieuwe ontdekkingen in de wiskunde opgeschreven.’

En Gödel?

‘Gödel heeft zichzelf verhongerd. Hij was zo bang dat iemand hem zou vergiftigen dat hij alleen maar eten at dat zijn vrouw had bereid. Toen zijn vrouw naar het ziekenhuis moest, is hij omgekomen van de honger.’

Dit artikel verscheen op Bright.nl.