Bloggies 07: Schlijper

In aanloop naar de uitreiking van de Dutch Bloggies spreekt Bright met een aantal genomineerde bloggers. Deze week Thomas Schlijper. ‘Ik ben niet zo geïnteresseerd in fotografie.’

Thomas Schlijper: ‘Ik vind mijn eigen site niet echt een weblog, ik gooi gewoon wat dingetjes online en probeer het hedendaagse Amsterdam te documenteren.’

Wie regelmatig het fotoblog van Thomas Schlijper bezoekt gaat vanzelf van Amsterdam houden. Schlijper fotografeert alledaagse taferelen in de Amsterdamse binnenstad. Daarmee trekt hij inmiddels 4200 bezoekers per dag naar zijn site. ‘Mijn drijfveer is dat ik weet dat die mensen elke dag op een foto zitten te wachten.’

Je bent genomineerd voor een Dutch Bloggie in de categorie fotolog. Maar ik neem aan dat je liever de Zilveren Camera wint?

‘De eerste keer dat ik werk instuurde voor de Zilveren Camera heb ik de jongerenprijs gewonnen. Maar het lijkt wel of sommige mensen je zo’n prijs niet gunnen. Ik kreeg reacties dat ik het niet had verdiend. De tweede keer dat ik meedeed, kreeg ik niks. Terwijl ik vond dat ik een prachtige foto van sneeuw op de Dam had gemaakt. Toen dacht ik ook: laat maar. Inmiddels vind ik de Zilveren Camera maar een sneue bedoening.’

Vorig jaar heb je een Dutch Bloggie gewonnen. Vond je dat wel leuk?

‘Het leuke van de Dutch Bloggies is dat je er niets voor hoeft te doen. Bij de Zilveren Camera moet je veel werk doen: foto’s selecteren, nummeren en insturen. Sinds 1999 heb ik niets meer ingestuurd. Ik ben ook niet zo geïnteresseerd in fotografie.’

Pardon?

‘Ja, ik ben geïnteresseerd in onderwerpen: in stadsplanning, architectuur, verkeer, mensen, dieren en veranderingen. Maar bij gesprekken over fotografie val ik in slaap. Je kunt er eindeloos over doorlullen, maar mij interesseert het in de meeste gevallen niet.’

Waarom niet?

‘Ik houd niet van wollig taalgebruik. Je moet maar eens opletten: een heleboel fotografen hebben het over beelden in plaats van foto’s. Ze durven het woord foto niet eens te gebruiken! Alsof hun taalgebruik het verschil maakt met iemand die foto’s maakt met een mobiele telefoon.’

Kun je in het kort de geschiedenis van je weblog vertellen?

‘Ik ben in 1999 begonnen, omdat ik iets met internet wilde doen. Iemand had een pagina voor me gemaakt waarop ik elke dag een foto zette, zodat mijn ouders konden zien wat ik had gedaan. Pas toen ik in juni 2002 Tonie van Ringelestijn voor de Volkskrant moest fotograferen, ontdekte ik dat er allemaal bloggers waren. Ik vind mijn eigen site ook niet echt een weblog, ik gooi gewoon wat dingetjes online. Ik probeer het hedendaagse Amsterdam te documenteren.’

Hoe ga je te werk?

‘Soms heb ik al foto’s vanwege een opdracht die ik heb gedaan, maar meestal is dat niet het geval. Dan moet ik gewoon over straat gaan lopen tot ik iets leuks tegenkom. Vier zwartgeklede mannetjes met eenlampenkap op hun hoofd bijvoorbeeld. Dan kan ik weer naar huis.’

Het valt me op dat je vrij schaamteloos te werk gaat. Fotografeer je echt van zo dichtbij of gebruik je gewoon een enorme lens?

‘Nee. Waar ik niet van houd, zijn mensen die sneaky zitten te fotograferen. Ik opereer rustig, ik ben niet schichtig of snel. Mensen die ik fotografeer, kunnen me altijd aanspreken. Ik heb kaartjes en foto’s bij me zodat ik duidelijk kan maken waar ik mee bezig ben.’

Worden mensen nooit kwaad?

‘Daar moet je wel voor oppassen. Als er wat zware jongens voor een kroeg zitten te praten, moet je daar niet meteen de camera op richten. Dan ga ik eerst wat praten voordat ik begin met foto’s maken. Vervolgens wacht ik net zo lang tot ze me weer vergeten zijn. Op die manier wordt de situatie weer zoals hij was. Het is nooit geposeerd.’

Zijn er mensen waarvan je geen foto’s maakt?

‘Ik selecteer wel op wie ik de camera richt. Hoofddoekjes kun je meestal wel vergeten en bontkraag-jongetjes gaat ook niet goed. Dat is klote. Het wordt daardoor een vrij witte aangelegenheid. Een hele bevolkingsgroep moet ik elimineren uit mijn historisch overzicht van Amsterdam.’

De liefde voor Amsterdam spat wel van je foto’s af.

‘Dat klopt wel. Ik ben ook verliefd op Amsterdam. Als ik het onprettig vind, fotografeer ik niet. Of het moet heel unheimisch worden, dan wordt het wel weer interessant.’

Zoals bij de foto die je met Oud en Nieuw maakte van een vechtpartij bij de Buiten Vissersstraat?

‘Ja, dat is wel sneaky fotograferen natuurlijk. Dan moet je ook voorzichtig doen, even langs de camera kijken. Als je door de camera kijkt, zie je een hele hoop niet. Misschien staan er wel vriendjes van de vechtersbazen naast je.’

Een paar jaar geleden stonden er een paar leden van de Jonge Fortuynisten met bivakmutsen, een fototoestel en een vlindermes voor je deur.

‘Ja. Dat gebeurde naar aanleiding van foto’s die ik had gemaakt van rechtsextremisten. Ik hoorde toevallig dat ze zouden demonstreren tegen pedofielen. Toen ik bij het station arriveerde, kwam ik in een clash tussen antifascisten en extreemrechts terecht. Ik heb een hoop gezeik gekregen met die foto’s.’

Wat was het probleem dan?

‘Die twee groepen fotograferen elkaar voortdurend, maar ze doen dat anoniem. Ik plaats mijn foto’s natuurlijk wel gewoon onder eigen naam. Daarmee ben ik dus de enige die aanspreekbaar is, maar helaas spreken ze me dan weer niet op de normale manier aan.’

Wat zijn de gevolgen geweest?

‘Ik blijf nu weg bij het geruzie tussen fascisten en antifascisten. Dat kan ik niet meer doen. Voor je het weet gaan ze weer rare dingen over me verzinnen.’

Zoals?

‘De laatste keer dat ik bij een bijeenkomst van extreemrechts ben geweest was op 4 november 2004, twee dagen na de moord op Theo van Gogh. Michiel Smit sprak in Amsterdam wat demonstranten toe. Ik was daar om foto’s te maken. Dan lees je later: “Hij heeft maar drie foto’s online gezet. Wat heeft hij met de rest gedaan? Die zal hij wel aan linkse organisaties hebben gegeven.” Die mensen begrijpen niet dat je meer foto’s maakt dan je publiceert.’

Mat Herben noemde je één van de belangrijkste leden van de actiegroep Antifascistische Actie.

‘Mat Herben is het grootste zwijn dat in Nederland rondloopt, zo’n misselijke man. Hij hield in de Tweede Kamer een vaag verhaal dat ik betrokken zou zijn bij een aanslag op Rita Verdonk. Een paar vrouwen hadden haar met ketchup besmeurd. Maar ik was daar helemaal niet bij, ik was bezig met een opdracht.’

Heb je Herben daar wel eens op aangesproken?

‘Ja, op de avond van de moord op Van Gogh kwam ik hem tegen in de Plantage-studio. Toen heb ik mijn hart gelucht. Maar hij bleef gewoon die figuren steunen die bij mij met een mes voor de deur stonden. Hij had allemaal vage excuses dat die jongens van hun stuk waren door de moorden op Fortuyn en Van Gogh. Maar die jongens stonden bij mij op de stoep toen Theo van Gogh nog leefde. Dus what the fuck heeft de moord van Van Gogh ermee te maken? Van Gogh was nog niet koud of Herben misbruikte zijn dood al als drogreden.’

Klinkt nogal slap van Herben.

‘Ja, het zou Van Gogh niet verbaasd hebben. Ik heb hem in juni 2004 een keer telefonisch gesproken en toen zei hij al dat hij Herben een walgelijke vent vond.’

Dit artikel verscheen op Bright.nl.