Een nieuwe tegenslag voor Buma/Stemra in de strijd tegen Kazaa. In een advies aan de Hoge Raad wordt een verbod van de p2p-dienst afgeraden.
Dat schrijft de advocaat van Kazaa, Christiaan Alberdingk Thijm, op het weblog van zijn advocatenkantoor. Hij baseert zich daarbij op een 43 pagina’s tellend advies van de advocaat generaal bij de Hoge Raad.
De advocaat generaal adviseert de hoogste Nederlandse rechtsorgaan om het cassatieverzoek van Buma/Stemra in de Kazaa-zaak te verwerpen. Hij schrijft dat rechters voorzichtig moeten zijn met het verbieden van technische vernieuwingen, ook al kunnen die `ten koste gaan van bepaalde beroepsgroepen of bedrijfstakken’.
“Op het gevaar af dat alle vergelijkingen natuurlijk als ‘mank’ kunnen worden aangevochten, zeg ik toch nog maar eens dat het spoor natuurlijk ten koste ging van de trekschuit.”
Traan wegpinken
De advocaat generaal trekt een vergelijking met de opkomst van de grammofoonspeler en radio. Ook die technische vernieuwingen gingen ten koste van `de kleine individuele uitvoerende zangers en musici’.
“Het waren de componisten (verenigd in Buma/Stemra), en de ster-uitvoerders op fonogrammen, en de fonografische industrie, die van die technische ontwikkelingen (enorm) geprofiteerd hebben. Dat is hen graag gegund, al pink ik een traan weg over het daardoor veroorzaakte noodlot voor de kleine straat- en cafĂ©-muzikanten. Geen wetgever of rechter die zich om deze laatsten bekommerde.”
Legaal
Hoewel Alberdingk Thijm schrijft dat nog moet worden afgewacht of de Hoge Raad het advies van de advocaat generaal overneemt, lijkt het advies opnieuw een belangrijke overwinning voor Kazaa.
Nadat de Amsterdamse rechter R. Orobio de Castro de verdere verspreiding van Kazaa-software in januari 2002 verbood, besloot het Amsterdamse Hof twee maanden later dat het programma wel degelijk legaal was. Het Hof meende dat Kazaa niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de auteursrechtinbreuken van zijn gebruikers.
De Buma/Stemra besloot daarop in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Die zal naar verwachting op 19 december uitspraak doen.