Donderdag dient in Utrecht een kortgeding dat de Stichting Brein heeft aangespannen tegen vijf providers: Chello, Planet Internet, @Home, Tiscali en Wanadoo.
Inzet van de rechtszaak zijn de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van enkele tientallen abonnees die via uitwisselprogramma’s muziek hebben aangeboden.
Brein heeft van deze mensen alleen het ip-adres en wil dat de providers daar de bijbehorende naw-gegevens bij leveren. De internetaanbieders weigeren dat te doen. De meeste providers leveren dergelijke informatie alleen aan justitie.
Brein vs. Alberdingk Thijm
Het kortgeding is een nieuwe ronde in het gevecht tussen Brein en advocaat Christiaan Alberdingk Thijm, de advocaat van de vijf providers. In het verleden bond Alberdingk Thijm wel vaker de strijd aan met de Nederlandse muziekindustrie.
Zo verdedigde Alberdingk Thijm vorig jaar in een rechtszaak in Haarlem de belangen van Zoekmp3, een site waarmee het mogelijk was om muziekbestanden op internet te vinden. Ook was Alberdingk Thijm in het verleden de raadsman van de makers van het uitwisselprogramma Kazaa.
De rechtszaak over Zoekmp3 wist Alberdingk Thijm in zijn voordeel te beslechten (al is de Stichting Brein in beroep gegaan tegen de uitspraak). Hetzelfde gold uiteindelijk voor de zaak die de Buma/Stemra aanspande tegen Kazaa.
De Amsterdamse rechtbank besloot aanvankelijk dat Kazaa maatregelen moest nemen om de inbreuk op het auteursrecht te stoppen. Het Hof en de Hoge Raad oordeelden echter dat Kazaa niet illegaal was. Alberdingk Thijm betoogde – met succes – dat niet de makers van Kazaa verantwoordelijk waren voor auteursrechtinbreuk, maar degenen die via het programma illegaal muziek verspreidden.
Het Hof en de Hoge Raad waren het daarmee eens. “Voor zover sprake is van auteursrechtelijk relevant handelen worden die handelingen verricht door de gebruikers van het computerprogramma en niet door Kazaa”, aldus het Hof in maart 2002.
Belastingdienst
Vandaar dat de muziekindustrie nu achter de gebruikers van uitwisseldiensten als Kazaa aangaat. Na jaren van aankondigingen ging in april de kogel door de kerk: Brein kondigde op een persbijeenkomst in het Amsterdamse Carré aan vijftig particulieren te willen aanpakken wegens het aanbieden van muziek op internet.
Volgens Alberdingk Thijm kiest Brein daarbij echter voor de verkeerde juridische weg. Brein zou de providers niet zelf lastig moeten vallen met verzoeken om naw-gegevens. In plaats daarvan moet de auteursrechtenorganisatie volgens Alberdingk Thijm aangifte doen tegen de muziekaanbieders. Vervolgens zou justitie bij de providers de gegevens van de betreffende abonnees moeten opvragen.
Door zelf voor politieagent te spelen, meet Brein zich volgens Alberdingk Thijm een verkeerde rol aan. “Er bestaat voor een private partij als Brein geen wettelijke grondslag voor het opvragen van naw-gegevens bij de providers. Ik kan ook niet naar de Belastingdienst stappen om de gegevens op te vragen van iemand die bij Brein werkt.”
Twee keer gepakt
Brein voelt niets voor de door Alberdingk Thijm voorgestelde strafrechtelijke weg. De muziekindustrie vreest dat het aanpakken van mensen die via internet muziek aanbieden, geen prioriteit zal hebben bij justitie.
Bovendien worden mensen die illegaal muziek aanbieden, op die manier twee keer gepakt, betoogt Brein. Eerst door de strafrechter. En daarna nog een keer door Brein die tegen veroordeelde muziekaanbieders een civiele procedure zal aanspannen om een schadevergoeding te krijgen.
Tim Kuik van Brein meent bovendien dat de organisatie volledig in zijn recht staat bij het civielrechtelijk aanpakken van zogeheten uploaders (mensen die muziek aanbieden via internet). “Volgens artikel 8 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens hebben isp’s wel degelijk de mogelijkheid om naw-gegevens te verstrekken aan een partij die daar een gerechtvaardigd belang bij heeft, zoals wij.”
Complex
De eerste vraag die de rechtbank in Utrecht donderdagochtend zal moeten beantwoorden is of deze zaak zich wel leent voor een kortgeding. Alberdingk Thijm vindt van niet. De zaak is in zijn ogen zo complex dat hij beter kan worden behandeld in een bodemprocedure.
Om het de Utrechtse rechtbank makkelijk te maken heeft Alberdingk Thijm reeds in april een bodemprocedure opgestart tegen Brein.
Brein wil echter haast maken en beschouwt de bodemprocedure als een vertragingstactiek, bedoeld om de onvermijdelijke uitkomst van de rechtszaak zolang mogelijk uit te stellen. De providers hebben daar volgens Brein alle belang bij. De internetaanbieders maken immers reclame voor het snel downloaden van muziek en films.