De Amsterdamse rechter R. Orobio de Castro heeft KaZaA opnieuw in het ongelijk gesteld in de rechtszaak tegen Buma/Stemra.
De rechter verwierp het verzoek van KaZaA om de uitvoering van het vonnis van november opnieuw op te schorten. In november bepaalde de rechter dat KaZaA moest stoppen met het inbreuk maken op de auteursrechten van muzikanten, op straffe van een dagelijkse dwangsom van 100.000 gulden.
Volgens KaZaA was de uitspraak van de rechter vaag, omdat onduidelijk was hoe KaZaA het vonnis moest uitvoeren. “We weten niet wat we moeten doen”, aldus KaZaA-advocaat Christiaan Alberdingk Thijm destijds. “Moeten we misschien langs de deur gaan en mensen vragen of ze willen stoppen de software te gebruiken?”
De uitspraak van vandaag heeft geen gevolgen voor de gebruikers van KaZaA. Het nieuwe vonnis is achterhaald door de feiten. Omdat het in Nederland gevestigde KaZaA BV de belangrijkste bedrijfsonderdelen aan het vage Australische bedrijf Sharman Networks heeft verkocht, is het Nederlandse bedrijf feitelijk gestopt met zijn omstreden praktijken.
De vraag is dan ook of Buma/Stemra ooit nog geld krijgt van KaZaA BV. Omdat Buma/Stemra en KaZaA na de uitspraak in november hun onderhandelingen over een legale versie van de dienst hervatten, besloot de auteursrechtenorganisatie het vonnis aanvankelijk niet te laten uitvoeren.
Toen Buma/Stemra het vonnis ruim twee weken geleden alsnog liet betekenen, ging KaZaA tegen het vonnis in hoger beroep. De rechter besloot daarop dat de uitvoering van het vonnis zou worden opgeschort tot zijn nieuwe uitspraak – de uitspraak van vandaag. Enkele dagen later werd KaZaA verkocht.
George Knops van de Buma/Stemra geeft toe dat zijn organisatie vooralsnog weinig opschiet met de nieuwe uitspraak van de rechter. “Omdat KaZaA de belangrijkste onderdelen lijkt te hebben verkocht, kunnen wij weinig meer.”