De controle op het afluisteren van telefoons door de politie is in Nederland ‘voldoende geregeld’.
Dat stelt Justitie-minister Donner in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid Boris Dittrich (D66). Dittrich stelde zijn vragen naar aanleiding van berichten dat de politie in strijd met de Nederlandse wet zou afluisteren.
Ook gesprekken met zogeheten geheimhouders (zoals advocaten) zouden worden getapt en vervolgens niet worden vernietigd. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) doet op dit moment onderzoek naar de vernietiging van opgenomen gesprekken met geheimhouders.
Volgens Donner is er geen sprake van onwettige aftappraktijken. “Ik heb geen aanleiding om te veronderstellen dat in Nederland door politieambtenaren in strijd met de wet wordt afgeluisterd. De politie onderschept niet zelf telecommunicatie. Dit geschiedt door de telecommunicatieaanbieder.”
Er zijn volgens de minister van Justitie voldoende waarborgen om de controle te garanderen. Voor het aftappen van een verdachte is een machtiging van de rechter-commissaris nodig. De Officier van Justitie dient alleen een aftapverzoek in als de wet dat toelaat, aldus Donner. Als het onderzoek tot vervolging leidt, buigt ook de rechter zich over de tapverzoeken.