Wie moet de huizen aansluiten op glasvezel? En moet dat eigenlijk wel? Die vragen kwamen aan de orde tijdens een kamerdebat over breedband.
Lobbyisten draaiden de afgelopen dagen overuren om de Tweede-Kamerleden en media `bij te praten’ over de zin en onzin van glasvezel. Zo willen de Nederlandse gemeenten graag de vrijheid hebben om te investeren in glasvezelprojecten. Glasvezel, een technologie die supersnelle breedbandverbindingen mogelijk maakt, is de toekomst, menen zij.
De gemeenten vinden de kabelsector tegenover zich. Volgens de kabelaars, verenigd in de Vecai, kan er geen sprake van zijn dat de gemeenten met belastinggeld een nieuw netwerk gaan aanleggen. De kabelexploitanten zijn bang dat zij straks zullen worden weggeconcurreerd door een supersnel glasvezelnetwerk.
In een acht pagina’s tellend document stelt de kabelbranche dat ze er al alles aan doet om de snelheid van kabelnetwerken op te voeren. Als gemeenten of woningbouwcorporaties met `publiek geld’ zelf netwerken gaan aanleggen, zijn al die investeringen voor niks. “Tegen publiek geld is niet te concurreren”, menen de kabelbedrijven.
Ongehoord
Het betoog van de kabelsector vond in ieder geval bij de VVD een gewillig oor, zo bleek woensdagmiddag tijdens het kamerdebat over breedband. “Het is ongehoord dat gemeenten willen investeren in infrastructuur waar geen bedrijf geld voor wil uittrekken”, stelde Fadime Örgü van de VVD.
Volgens het VVD-kamerlid is een nieuwe infrastructuur (glasvezel) ook helemaal niet nodig. Örgü meent dat we met de huidige netwerken van de kabelexploitanten en KPN nog jaren vooruit kunnen.
Martijn van Dam (PvdA) vindt eveneens dat het aanleggen van glasvezel `niet past bij de rol van de gemeenten’. “Als er in een dorp geen supermarkt is, gaat de gemeente die ook niet bouwen.” Hij wil het gemeenten echter niet verbieden. “Een gemeentebestuur heeft het recht om onverstandige beslissingen te nemen.”
Als gemeenten investeren in een glasvezelbedrijf, dan moet de OPTA daar wel streng op toezien, waarschuwde Van Dam. Het kan niet de bedoeling zijn dat gemeenten breedbandverbindingen onder de prijs gaan aanbieden bijvoorbeeld.
Ook het CDA pleit voor een terughoudende opstelling van de overheid bij de aanleg van glasvezel. “De overheid moet voor de randvoorwaarden zorgen. De markt moet de investeringen doen”, aldus Jos Hessels (CDA).
Spade in de grond
Bij GroenLinks bestaat aanmerkelijk meer begrip voor de wens van de gemeenten om zelf een glasvezelnet aan te leggen. “De lokale overheden doen tenminste wat. Zij steken de spade in de grond”, aldus Kees Vendrik (GroenLinks). Hij verwijt minister Laurens Jan Brinkhorst dat hij onduidelijk is over zijn plannen met breedband. “Wat wil de overheid nou?”
GroenLinks en de SP zijn voorstanders van een breedbandnetwerk dat in handen is van de overheid. Bij de huidige situatie waar het kabel- en telefoonnetwerk eigendom is van één private partij ligt machtsmisbruik voortdurend op de loer, menen de twee linkse partijen.
KPN heeft zich sinds de liberalisering van de telecommarkt met hand en tand verzet tegen andere partijen die van zijn netwerk gebruik willen maken. Hetzelfde geldt voor de kabelexploitanten die er bijvoorbeeld niets voor voelen om KPN op hun netwerk toe te laten.
Het gevolg is dat de klanten vaak geen echte keuze hebben en gedwongen zijn om bijvoorbeeld televisie van hun lokale kabelexploitant af te nemen. Met alle nadelen van dien: SP-kamerlid Fenna Vergeer riep nog maar eens de legendarisch slechte dienstverlening van UPC in herinnering.
Duopolie
De PvdA, die in de jaren negentig als regeringspartij de liberalisering van de telecommarkt voor zijn rekening heeft genomen, maakt zich eveneens zorgen over de geringe marktwerking. “Een markt is pas een markt als er ruimte is voor nieuwe toetreders”, verklaarde Van Dam.
De PvdA’er meent dat er nu sprake is van een `duopolie’ (een markt met maar twee aanbieders): KPN op het telefoonnet en de kabelexploitanten op de kabelnetten. Als dat zo blijft, dan moet volgens Van Dam opnieuw de vraag worden gesteld of de aanleg en het beheer van telecomnetwerken niet een taak is van de overheid.
Minister Laurens Jan Brinkhorst (Economische Zaken) liet doorschemeren dat hij zich wel wat kan voorstellen bij een netwerk dat in overheidshanden is. Als het aan hem had gelegen had het KPN-netwerk bijvoorbeeld best van de staat kunnen blijven.
Woningbouwcorporaties
Van Dam wees erop dat marktpartijen op dit moment de aanleg van een nieuw glasvezelnet niet aandurven. Hij herhaalde daarom zijn voorstellen om ondernemingen te prikkelen om dat wel te doen: een garantiefonds dat marktpartijen in staat moet stellen om ervaring op te doen met het aanleggen van een nieuw netwerk en belastingkortingen.
Daarnaast meent Van Dam dat de overheid woningbouwcorporaties die een glasvezelnet willen aanleggen, te veel frustreert. “De regels van het ministerie van VROM zijn veel te rigide. Corporaties mogen best participeren in een bedrijf dat de infrastructuur aanlegt.”
Margot Kraneveldt van de LPF was het daarmee eens. “Zolang er maar geen sprake is van gedwongen winkelnering. Huurders moeten niet gedwongen worden om te betalen voor een dienst waar ze geen gebruik van willen maken.”
Eerder deze week werd bekend dat minister Sybilla Dekker van VROM de woningbouwvereniging Rentré op de vingers heeft getikt vanwege haar glasvezelactiviteiten in Deventer.