Tweede Kamer bezorgd over softwarepatenten

De plannen voor Europese softwarepatenten stonden woensdagmiddag weer op de agenda van de Tweede Kamer. Het GroenLinks-kamerlid Kees Vendrik had de hand weten te leggen op het kabinetsstandpunt over softwarepatenten. Dit standpunt was de GroenLinkser in het verkeerde keelgat geschoten. En niet alleen hem. Ook de PvdA en de SP hadden stevige kritiek. Fenna Vergeer van de SP sprak van een `zeer slap en vaag stuk’.

In de tekst was volgens de Tweede-Kamerleden niets terug te vinden van de bezwaren die zij eerder tegen de huidige plannen voor softwareoctrooien hadden gemaakt. “De tekst van de regering staat 180 graden tegenover de mening van de Tweede Kamer”, meende Martijn van Dam (PvdA).

In juni nam de Tweede Kamer een motie aan van Van Dam die de regering verplicht om de rest van de Europese Unie op de hoogte te stellen van de Nederlandse bezwaren tegen softwarepatenten. Ook moet Nederland zich bij een eventuele nieuwe behandeling van het voorstel onthouden van stemming, zo bepaalde de Kamer in juni.

Loyaal

Het debat werd woensdagmiddag enigszins bemoeilijkt doordat het Nederlandse standpunt over softwarepatenten nog niet officieel naar buiten is gebracht. Staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken voelde er ook weinig voor om dat op korte termijn alsnog te doen.

“Ik heb de zorgen van het Nederlandse parlement klip en klaar overgebracht. Ik voer de motie van Van Dam loyaal uit”, verdedigde zij haar weigering om de tekst van het kabinetsstandpunt openbaar te maken.

De Tweede Kamer is er echter niet gerust op. De kamerleden eisten daarom dat de staatssecretaris het parlement het definitieve standpunt van de Nederlandse regering toestuurt vóórdat de Europese Raad van ministers het voorstel over de softwarepatenten goedkeurt.

Na lang aandringen van de Kamer zegde Van Gennip toe dat ze dat zou doen. “En we willen die tekst tijdig hebben”, waarschuwde Van Dam. “Dus niet vijf minuten voordat de Raad van ministers het besluit neemt.”

Hamerstuk

Wanneer de Europese Raad van ministers het besluit over de softwareoctrooien neemt, is nog niet helemaal duidelijk. De FFII (een organisatie van tegenstanders van softwarepatenten) gaat ervan uit dat Nederland, dat nu voorzitter is van de Europese Unie, het voorstel nog dit jaar als hamerstuk op de agenda wil zetten bij één van de twee laatste Europese Raden voor ministers. Het gaat daarbij om een bijeenkomst van milieuministers (op 20 december) of om een bijeenkomst voor ministers van landbouw en visserij (21 en 22 december).

Tegenstanders van softwarepatenten vermoeden dat de Nederlandse regering, die vanaf het begin voor het huidige voorstel voor softwarepatenten is geweest, op die manier probeert om een nieuwe discussie over het onderwerp in de kiem te smoren.

Door het voorstel als een hamerstuk op de agenda te zetten, voorkomt Nederland dat er opnieuw over de softwarepatenten wordt gestemd. Dat bespaart de Nederlandse regering, die in mei nog vóór het plan stemde, gezichtsverlies. Bovendien zou een nieuwe stemming wel eens het einde kunnen betekenen van het huidige voorstel. In steeds meer landen is er kritiek op de plannen voor Europese softwarepatenten.

Vendrik noemde het `vreemd’ dat de Nederlandse regering had besloten om het voorstel voor softwareoctrooien `weg te moffelen’ in een bijeenkomst van ministers die helemaal niet over het onderwerp gaan.

CDA-kamerlid Jos Hessels heeft er minder problemen mee dat straks mogelijk de ministers van landbouw en visserij het voorstel voor softwarepatenten definitief goedkeuren. “Het is heel gewoon dat een dergelijke richtlijn in een willekeurige Raad wordt goedgekeurd.”