‘We zijn hier toch niet om de kranten te redden?’

Hoe moet de overheid de journalistiek steunen? De vraag stellen is makkelijker dan hem beantwoorden, zo bleek dinsdagavond tijdens een door de NVJ en de Rode Hoed georganiseerd debat over staatssteun aan de pers.

Tal van voorstellen passeerden de revue. Van het omscholen van journalisten en het verlagen van de BTW, via het subsidiëren van e-papers en het reclamevrij maken van de publieke omroep tot het samenwerken met diezelfde publieke omroep en het goedkoper maken van de distributie. Zelfs de bezorgers van de krant kwamen aan bod (“mensen die de taal niet spreken”, zo wist Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Broertjes).

Voor wie de discussie over de overheidssteun aan de pers de laatste maanden heeft gevolgd, was er vermoedelijk weinig nieuws onder de zon. Of het moet het pleidooi zijn geweest voor het omarmen van ‘Web 3′, waarbij media (en overheden) hun informatie vrijgeven maar geld ontvangen bij hergebruik. Waarom internetgebruikers (of andere partijen die nu ook al informatie uit de media gebruiken, zoals overheden) in de toekomst wél of meer zouden gaan betalen, bleef echter mistig.

Kwaliteitspers
Dat vrijwel alle voorstellen van dinsdagavond al eerder werden gedaan, betekende niet dat er geen levendige discussie ontstond. Bijvoorbeeld over het belang van de krant. Mark Koster (van CampusTV en dagblad De Pers) verdedigde het standpunt dat we best zonder kranten kunnen. “We zijn hier toch niet om de kranten te redden maar de journalistiek?”

“Wegener besteedt maar 28 procent van zijn omzet aan nieuwsgaring”, stelde Koster. “De rest gaat op aan andere zaken. De kranten happen naar adem omdat hun businessmodel niet deugt. Maar zoals hoofdredacteur Birgit Donker afgelopen zaterdag al in NRC Handelsblad zei: ‘de kwaliteitspers overleeft altijd’.” De oplossing van Koster: geef geld aan journalisten die met goede voorstellen komen. En dan het liefst voor journalistiek op internet, want daar ligt de toekomst.

Kees Pijnappels, hoofdredacteur van De Gelderlander, meent dat goede journalistiek niet zonder de dagbladen kan. “Een weblog zal nooit of te nimmer hetzelfde rendement opleveren.” Als de krant zou verdwijnen zouden de gevolgen voor de lokale democratie groot zijn. “In grote steden als Utrecht of Amsterdam zullen er altijd journalisten zijn die de gemeentepolitiek volgen, maar voor andere gemeenten geldt dat niet. Bij de gemeenteraadsvergaderingen in ons verspreidingsgebeid zijn wij vaak de enige die een goede journalist op de tribune heeft zitten.”, aldus Pijnappels.

Ook Pieter Broertjes vond het betoog van Koster ‘gelul’. Hij bestreed dat de kranten naar adem zouden happen. “De Volkskrant heeft vorig jaar 13 miljoen euro winst gemaakt.” En ook voor 2009 verwacht Broertjes zwarte cijfers te schrijven (“een winst van 8 miljoen”).

Auteursrecht
Jacques Kuyf van de FD Mediagroep stelde dat “de industrie niet heeft opgelet op het vlak van het auteursrecht. We hebben daar de boel uit handen gegeven.” Nederlands grootste nieuwssite Nu.nl kreeg onderuit de zak, omdat die site nieuws overneemt waar krantenjournalisten weken mee bezig zijn geweest.

Nu.nl-uitgever Joris van Lierop liet vanaf het balkon weten dat de nieuwssite niets verkeerds doet. Nu.nl neemt geen berichten integraal over van andere publicaties – tenzij daarover afspraken zijn gemaakt. De nieuwssite neemt berichten af van het ANP en Novum en heeft met tal van partijen contentdeals.

STER
Arendo Joustra (Elsevier) en Barbara van Beukering (Het Parool) klaagden over de STER. “Plasterk zal hier wel niet ontvankelijk voor zijn, maar het is natuurlijk bespottelijk dat de publieke omroep subsidie krijgt én reclame-inkomsten heeft”, aldus Van Beukering.

Joustra vindt eveneens dat er sprake is van een ‘oneerlijk speelveld’. Om dezelfde reden is Joustra niet erg enthousiast over steun aan individuele titels. “Titels die geen geld van de overheid aannemen, hebben daar last van.” De Elsevier-hoofdredacteur pleitte voor een onderzoek naar de marktverstoring door de STER. “We moeten kijken of de geschreven media last hebben van de reclame bij de publieke omroep.”

Esther Lammers, adjunct-hoofdredacteur van dagblad Trouw, ziet daarentegen wel wat in samenwerking met publieke omroepen. “De overheid zou kunnen helpen door de mediawet aan te passen.”

Dit artikel verscheen op De Nieuwe Reporter.