Het internet is door zijn ‘ongeduldige’ karakter minder geschikt voor veel journalistieke verhalen waarvoor uitgebreid onderzoek nodig is.
Dat zegt Bob Woodward, de journalist van de Washington Post die samen met Carl Bernstein begin jaren zeventig het Watergate-schandaal ontrafelde.
“Dertig jaar geleden konden we weken besteden aan het schrijven van verhalen en het beantwoorden van vragen van onze chefs”, aldus Woodward. “De komst van internet en 24-uur kabeltelevisie betekent dat er ongeduld ontstaat. ‘Vertel het ons nu!'”
Woodward deed zijn uitspraken maandag tijdens een door de Washington Post georganiseerde discussie die live werd uitgezonden via internet.
Deze week is het precies dertig jaar geleden dat de inbraak in het Watergate-complex (het hoofdkwartier van de Democraten) plaatsvond. De arrestatie van de vijf inbrekers, ingehuurd door het Comité tot Herverkiezing van de President, en de daaropvolgende onthullingen in de Washington Post leidden uiteindelijk tot de val van de Amerikaanse president Nixon.
Dubbelchecken
“Internet heeft een prachtige functie als je snel op de hoogte gebracht wilt worden”, aldus Woodward. Maar: “Veel verhalen, zoals Watergate, zijn daar ongeschikt voor. We moesten feiten checken en dubbelchecken, letterlijk tientallen mensen vragen stellen. Op die manier probeerde je de puzzelstukjes van het verhaal in elkaar te schuiven.”
“Als het internet er toen al was geweest, was het veel moeilijker geweest om controle te houden over het verhaal”, viel Ben Bradlee, Woodwards toenmalige chef, hem bij. “Destijds konden we een verhaal twee, drie dagen ophouden. Met internet bestaat steeds de dreiging dat iemand anders het publiceert.”
Toch heeft de journalistiek ook baat bij internet, aldus Bradlee. “Het is nu veel moeilijker om de pers te controleren.” Woodward, lachend: “Nu zouden we onze eigen website opzetten met ‘dit is wat we willen publiceren, maar Bradlee ons niet toestaat’.”
Deep Throat
De twee journalisten kregen natuurlijk ook vragen voorgeschoteld over ‘Deep Throat’, de anonieme bron binnen het Witte Huis die Woodward van waardevolle informatie voorzag. De identiteit van deze goed ingevoerde informant is tot op de dag van vandaag geheim.
John Dean, juridisch adviseur van Nixon ten tijde van het schandaal, publiceerde maandag een e-book, waarin hij vijf personen noemt die Deep Throat kunnen zijn.
Studenten journalistiek van de Universiteit van Illinois concludeerden na drie jaar onderzoek dat Deep Throat hoogstwaarschijnlijk Pat Buchanan was. Buchanan werkte voor verschillende Republikeinse presidenten. De laatste jaren verwierf hij faam als ultrarechtse commentator en onafhankelijk presidentskandidaat.
Woodward heeft altijd gezegd dat hij de naam van de geheimzinnige insider pas na diens dood bekend zal maken en ook maandag bleef hij onvermurwbaar. “Ik zeg niets. Het is een legitieme vraag, maar we moeten onze bronnen beschermen. Het is van groot belang voor onze toekomstige en huidige bronnen dat ze ons op ons woord kunnen geloven.”