Amerikaanse autoriteiten kunnen toegang krijgen tot de gegevens die Europese telecom- en internetbedrijven vanaf volgend jaar moeten verzamelen van hun klanten.
Dat meldt althans EUobserver, op basis van een artikel in het Zweedse dagblad Sydsvenskan. Het gaat daarbij onder meer om gegevens over gebelde telefoonnummers, de duur van telefoongesprekken, de tijdstippen waarop mensen gebruikmaken van internet en details over alle verzonden e-mails en voip-gesprekken.
Begin maart heeft een Amerikaanse delegatie gesproken met vertegenwoordigers van de Europese Commissie en EU-voorzitter Oostenrijk over de toegang tot dergelijke gegevens. De EU-vertegenwoordigers verklaarden tijdens die bijeenkomst dat de gegevens die worden verzameld onder de bewaarplicht, toegankelijk zullen zijn voor de Amerikanen, ‘net zoals dat geldt voor andere data op basis van de bestaande overeenkomsten’.
Volgens Sydsvenskan zal de gehanteerde procedure vergelijkbaar zijn met de huidige situatie, waarbij de FBI bijvoorbeeld aan het openbaar ministerie kan vragen om gegevens te verstrekken over verdachte EU-burgers.
Volgend jaar wordt de Europese bewaarplicht van kracht. Tegen de invoering van de bewaarplicht is veel verzet geweest van telecom- en internetbedrijven en burgerrechtenorganisaties. Het verzamelen van telecomgegevens is bedoeld voor de bestrijding van ‘ernstige misdaad’.
In de Verenigde Staten is vorige week de nodige commotie ontstaan over een bewaarplichtprogramma van de veiligheidsdienst National Security Agency (NSA). De NSA verzamelt gegevens van drie grote telecombedrijven: AT&T, Verizon en BellSouth.