‘Verplicht recht op antwoord bij nieuwssites’

Dat is althans de strekking van een voorstel van de Raad van Europa. Niet alleen professionele media moeten er aan geloven als het aan de Raad van Europa ligt, ook individuen die een weblog onderhouden, zullen zich moeten onderwerpen.

De Raad van Europa (niet te verwarren met de Europese Unie) wil met dit voorstel het ‘right of reply’ dat al in een groot aantal Europese landen voor ‘gewone media’ geldt, nu ook uitbreiden naar internet.

Internet maakt het volgens de 45 lidstaten tellende Raad van Europa een stuk makkelijker om een ‘antwoord’ te publiceren van iemand die in een tekst wordt bekritiseerd.

Internetuitgaven moeten dit antwoord op een prominente plaats neerzetten en het moet daar minstens even lang online blijven staan als de tekst waarop kritiek wordt geleverd.

Het antwoord wordt niet aan een bepaalde ‘lengte’ gebonden. Immers: in tegenstelling tot gewone media hebben online media een vrijwel onbeperkte capaciteit.

Het ‘right of reply’ wordt onder meer ondersteund door de Belgische hoogleraar Dirk Voorhoof. Hij verwijst naar een uitspraak van de Europese Commissie voor de Mensenrechten die in 1989 stelde dat ‘in een democratische samenleving het right of reply een garantie biedt voor pluriformiteit’. Het recht op antwoord stelt mensen in staat om zich te verweren tegen beschadigende uitingen in de media, meent Voorhoof.

Minder overheidsregulering

Declan McCullagh van CNet veegt in een artikel met de kop ‘Why Europe still doesn’t get the Internet’ daarentegen de vloer aan met het voorstel. De beste manier om de online vrijheid van meningsuiting tot zijn recht te laten komen, is minder overheidsregulering in plaats van meer, meent McCullagh.

“Het ‘right of reply’ is nadelig voor internetuitgevers en anderen die zich online ergens over uitspreken”, schrijft de CNet-columnist. “Het kost tijd om een reply te ontvangen, te bewerken en om te verifiëren dat het antwoord daadwerkelijk afkomstig is van de persoon die wordt bekritiseerd.”

“In veel gevallen zullen de kosten minimaal zijn, maar in sommige gevallen kan het juist het voeren van een stevige, politieke discussie ondermijnen.”

Eindstreep

Het staat nog allerminst vast dat de plannen van de Raad van Europa worden omgezet in wetgeving. Er is in ieder geval nog een lange weg te gaan. Deze week buigt een werkgroep zich nog over het voorstel, dan gaat het naar de Raad en vervolgens moeten de landen die deel uitmaken van de Raad van Europa er nog mee instemmen. Het lijkt daarmee vrijwel uitgesloten dat de plannen van de Raad van Europa ongeschonden de eindstreep zullen halen.

Bovendien miskent het voorstel voor één van de meest fundamentele eigenschappen van het internet: het grenzeloze karakter ervan. McCullagh wijst erop dat het ‘right of reply’ voor ‘gewone media’ in diverse Europese landen niet in de wetgeving is vastgelegd. Wat is er dan makkelijker dan om je webpublicatie op een server in één van die landen te zetten?