Websites over jezelf en openbare profielen op netwerksites dienen niet alleen het ego. Wie zijn identiteit online bewust gebruikt als visitekaartje kan daar zelfs een baan aan overhouden.
Illustrator Piet Paris (echte naam: Pieter ’t Hoen) zag eind vorig jaar een langgekoesterde wens in vervulling gaan. Het Amerikaanse warenhuis Saks benaderde hem voor het maken van een campagne. Paris deed in het verleden wel eens kleine klussen voor opdrachtgevers in de Verenigde Staten, maar de grote klapper bleef uit. ‘In Amerika is toch vooral behoefte aan realistische illustraties: een leek moet de tekeningen ook kunnen begrijpen. Daarom dacht ik dat mijn werk te grafisch, te gestileerd was.’
Dat bleek een misvatting. De art director bij Saks was razend enthousiast over Paris’ illustraties en benaderde hem voor de zomercampagne Want it! van het warenhuis. ‘De opdracht was in alle opzichten groot. Financieel, artistiek en letterlijk: er zijn nu 54 winkels in Amerika, Mexico en Dubai die volhangen met mijn tekenwerk’, stelt Paris, die nog steeds verbaasd lijkt dat Saks juist hem uitkoos voor de klus.
De Amerikaanse winkelketen kwam bij Paris terecht via internet. Paris: ‘Op de website van mijn agent, Unit, stuitte de art director op mijn werk met Eiffeltorens. Hij wilde iets vergelijkbaars met bekende New Yorkse gebouwen.’ Paris is niet de enige die opdrachten of werk via internet krijgt. Het web blijkt voor veel mensen een prima visitekaartje om bij opdracht- of werkgevers binnen te komen. Voor Paris kwam het contact via internet uit de lucht vallen. Maar wie dat wil, kan het geluk dankzij een goede presentatie op internet een handje helpen.
Huub van Zwieten, auteur van de boeken Het Merk Ik en Een Onweerstaanbaar CV uit de Volkskrant Banen-reeks, denkt dat werkzoekenden hun voordeel kunnen doen met ‘jezelf verkopen’ op internet. Momenteel werkt hij aan een boek over dit onderwerp. Voordat je daaraan begint, is het raadzaam na te gaan wat je precies wilt en hoe je je onderscheidt van anderen. ‘Je moet je afvragen: wat zijn mijn dromen? En wat heb ik anderen te bieden? Om in het jargon van de marketeer te spreken: je moet op zoek gaan naar je merkwaarde.’
Dit klinkt wellicht ingewikkeld, maar dat hoeft het niet per se te zijn. ‘Op datingsites blijkt vaak dat mensen zich veel kleurrijker presenteren dan als ze via een vacaturesite op zoek gaan naar een baan. Mensen die zich op de arbeidsmarkt begeven, vinden het vaak moeilijk om wat meer van zichzelf te laten zien: ze zijn bang dat werkgevers daar op afknappen.’ Volgens Van Zwieten is die vrees echter ongegrond. ‘Ook werkgevers zijn geïnteresseerd in personen.’
Een manier om jezelf aan de wereld te presenteren is via een eigen website. ‘Voor een eventuele werkgever zegt het al iets over je als je actief bent op internet. Het is een manier om te laten zien dat je midden in het leven staat en geïnteresseerd bent in innovatie en nieuwe technologie’, aldus Van Zwieten.
‘Een eigen website is de ideale plek om je imago helemaal zelf vorm te geven’, zegt ook Ernst-Jan Pfauth. Als student communicatiewetenschap begon hij het weblog Spotlight Effect. Vrijwel meteen na de start scoorde hij een primeur, toen hij na afloop van een uitzending van Pauw & Witteman met zijn mobiele telefoon een filmpje maakte van een woordenwisseling tussen premier Jan-Peter Balkenende en Paul Witteman. De premier wond zich op over een filmpje met bloopers dat in de uitzending was vertoond. De video werd landelijk nieuws: tv-programma’s en kranten doken op de beelden.
Het filmpje bleek ook de aanzet tot een succesvol blog. Inmiddels heeft Spotlight Effect een team van dertien vaste, onbetaalde medewerkers en kreeg het een prijs, een Bloggie, voor beste marketingwebsite. Zelf heeft Pfauth inmiddels een baan als hoofdredacteur van het weblog The Next Web.
Zeker in een tijd waarin veel mensen regelmatig van baan wisselen, is het volgens Pfauth van belang om aan je online-identiteit te werken. ‘Vreemd genoeg lijken maar weinig mensen het nut in te zien van een persoonlijke website. Maar daarom loont het juist om daar nu al mee bezig te zijn. Werkgevers of opdrachtgevers zijn al snel onder de indruk.’
Nog simpeler dan een eigen site is een profiel aanmaken op socialenetwerksites, zoals Hyves, LinkedIn en het Volkskrant Banen Netwerk. Hyves stelt gebruikers onder meer in staat om foto’s te plaatsen en een weblog bij te houden.
Voor zakelijk gebruik is de profielensite LinkedIn populair. Het principe is vergelijkbaar met Hyves, maar er zijn ook een paar grote verschillen. Die vallen al meteen bij het eerste bezoek op. Terwijl alle kleurtjes op Hyves-pagina’s vooral associaties oproepen met een kermis, is de uitstraling van LinkedIn door het gebruik van weinig kleuren een stuk zakelijker. Gebruikers plaatsen hier geen vakantiefoto’s, maar een beknopt cv met werkgevers en opleidingen. Behalve een manier om in contact te blijven met collega’s, studiegenoten en zakelijke contacten kan dit sociale netwerk daarom ook helpen bij het vinden van een nieuwe baan.
Zeker in de Verenigde Staten wordt LinkedIn al regelmatig gebruikt om personeel te werven, vertelt Joris Evers (director public relations bij het Amerikaanse anti-virusbedrijf McAfee). Hij maakte zelf onlangs gebruik van de netwerksite toen hij een medewerker zocht. ‘Andere bedrijven in de pr- en security-branche hadden al eerder vacatures op LinkedIn geplaatst. Dat bracht mij op het idee het ook te doen.’ De oproep van Evers leverde hem een dozijn cv’s op. Daarnaast kreeg hij reacties van zijn LinkedIn-contacten die zagen dat hij op zoek was naar een medewerker.
Ook in Nederland is LinkedIn in opmars. Meer dan een half miljoen Nederlanders maken inmiddels al gebruik van het netwerk. Een rondgang langs Philips, KPN, T-Mobile en Unilever leert dat grote Nederlandse bedrijven de kat nog enigszins uit de boom kijken. Ze volgen de ontwikkelingen wel op de voet. ‘We gebruiken LinkedIn nog niet echt gestructureerd’, vertelt Elly Ploumen van KPN. ‘Er staan natuurlijk al wel de nodige KPN’ers op. Voor mensen die bij ons willen werken, is dat vaak al een ingang. In de komende tijd willen we daar actiever gebruik van gaan maken.’
Roald Schoenmakers is iemand die al een baan heeft gekregen via LinkedIn. Het Groningse Traffic4u, een marketingbedrijf voor adverteerders op zoekmachines, kwam hem op het spoor via de netwerksite. ‘Zij zochten een Nederlander in Spanje die een achtergrond had op het terrein waar Traffic4u actief is. Hoe ze ook zochten: ze kwamen telkens bij mij uit.’ Dat was geen toeval. Schoenmakers, die voor Traffic4u de Spaanse vestiging van het bedrijf moet opzetten, is een veteraan. ‘Ook voordat ik in dienst trad bij Traffic4u kreeg ik al regelmatig opdrachten en klussen via LinkedIn.’
Volgens Van Zwieten is het belangrijk je te onderscheiden. ‘Vertel bijvoorbeeld op je profiel wat je naast je werk doet of hoe je de toekomst ziet. Dat zijn simpele manieren om te laten zien dat je meer bent dan die saaie functionaris die je volgens je cv bent.’
Dit artikel verscheen in de Volkskrant.