Is de Stemwijzer een verrijking van onze democratie? Alleen als ze een nieuwe antwoordcategorie toevoegen: ‘Tja, dat ligt eraan…’.
Internet in Nederland is ooit zo ongeveer begonnen met het doel om de kloof tussen kiezers en politici te verkleinen. Dat wil zeggen: De Digitale Stad (DDS) ging begin 1994 van start met zo ongeveer dat doel. Er vonden dat jaar gemeenteraadsverkiezingen plaats. Ter gelegenheid daarvan zou er via DDS kunnen worden gediscussieerd over de Amsterdamse politiek. Dat was althans de bedoeling. In de praktijk kwam daar weinig van de terecht. Je kon zo ongeveer iedereen tegenkomen in DDS, maar een lokale politicus heb ik er nooit ontmoet.
Nederlandse politici lieten internet sowieso lang links liggen. Halverwege de jaren negentig schreef ik eens een artikel voor een politicologenblaadje over wat politieke partijen op internet deden. Als ik het me goed herinner hadden alleen de Centrum Democraten van Hans Janmaat een enigszins actuele homepage.
Het is makkelijk om de schuld bij de politici uit die tijd te leggen maar ook de kiezers lieten het redelijk afweten. In DDS hingen die bijvoorbeeld liever rond in één van de cafés, zoals de chatkanalen daar heetten, dan dat ze zich gingen verdiepen in gemeentelijke stukken – en geef ze eens ongelijk. En toen Jan Marijnissen ooit als eerste Nederlandse Tweede Kamerlid ging chatten met kiezers, was ik samen met één of andere SP-apparatsjik de enige bezoeker aan het IRC-kanaal!
Knullig
Fast forward naar 2010. Internet is inmiddels ook in Nederland niet meer weg te denken uit de politieke campagnes. Toegegeven: sommige partijpagina’s zijn nog altijd een beetje knullig. Maar de generatie van Wim Kok – die dacht dat je een muis net zo moest vasthouden als de afstandbediening van een tv – heeft inmiddels wel plaatsgemaakt voor een nieuwe lichting politici die over het algemeen wel redelijk door hebben hoe internet werkt.
Wie een verkiezingsprogramma wil lezen, hoeft maar naar de website van de politieke partij van zijn keuze te surfen. Dankzij internet is ook de drempel een stuk lager geworden om in contact te treden met volksvertegenwoordigers. Je kunt ze e-mailen of vrienden met ze worden op Hyves. En tientallen Tweede Kamerleden houden zich de halve dag onledig met Twitter.
Dat is winst voor onze democratie. Prima dat de politici die ons vertegenwoordigen, makkelijk zijn te benaderen. Tegelijkertijd is het natuurlijk maar een beperkte groep die de Tweede Kamerleden op Twitter volgt en de websites van politieke partijen afgaat om partijprogramma’s te lezen: het zijn de politieke veelvraten die hun keuze voor een politieke partij vermoedelijk al jaren geleden hebben gemaakt.
Ja/nee-spelletje
Voor de rest van Nederland – de mensen die niet de hele dag de tweets van Femke Halsema zitten te F5’en – zijn er talrijke online hulpjes die kunnen assisteren met de keuze voor een partij. De oudste is natuurlijk de Stemwijzer van het Instituut voor Publiek en Politiek. Maar inmiddels heeft Stemwijzer.nl de nodige concurrentie gekregen. De bekendste is het Kieskompas. Maar denk bijvoorbeeld ook aan de Kinderstemwijzer, de Groene Kieswijzer en de Politieke Matchmaker.
Op de kwaliteit van al deze stemadvieshulpen valt nogal het één en ander af te dingen. Het grootste probleem is dat ze van complexe politieke problemen een ja/nee-spelletje maken. Of zoals Kustaw Bessems, verslaggever bij dagblad De Pers, op Twitter verzuchtte: “Miste tijdens invullen #Kieskompas weer bij elke vraag het knopje ‘Tja, dat ligt eraan…’.”
Ook ontbreekt er achtergrondinformatie bij de stellingen. Blijkbaar gaan de opstellers van de stemwijzers ervan uit dat iedere kiezer helemaal op de hoogte is van de voor- en nadelen van het volledig terugdringen van het begrotingstekort in 2015 en de concurrentie tussen zorginstellingen. Maar waarom zou je zo’n stemwijzer eigenlijk nog moeten invullen als je alles toch al weet?
Cynisch spel
Daarmee houden de problemen niet op. Er gaat bijvoorbeeld ook af en toe wat fout met de vraagstelling. Zo is één van de voorstellen waarop je in de Politieke Matchmaker moet reageren: ‘De handel in softdrugs strafbaar maken’. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat die handel al lang strafbaar was.
Met de antwoorden gaat eveneens hetnodigemis. Zeker bij de meest gebruikte online kieshulp, Stemwijzer.nl. Het probleem is dat de politieke partijen bij de Stemwijzer zelf over de antwoorden gaan en zich dus anders voor kunnen doen dan ze in werkelijkheid zijn. NRC Handelsblad ontdekte dat de antwoorden die de politieke partijen in de Stemwijzer geven soms lijnrecht ingaan tegen de voorstellen die ze in hun verkiezingsprogramma’s doen.
Deze verdraaiing van de eigen meningen vindt niet voor niets plaats. Veel zwevende kiezers laten de uitkomst van de Stemwijzer of het Kieskompas een belangrijke rol spelen bij hun keuze in het stemhokje. Het resultaat is een cynisch spel waarin politieke partijen hun antwoorden in de Stemwijzer zo manipuleren dat ze er goed uitspringen in het binnenhengelen van stemadviezen.
Heel soms verlang ik daarom nog wel eens terug naar 1994. Toen verscheen de Stemwijzer voor het eerst. Op diskette.