Iedereen verdacht

Hoe staat het met de burgerrechten in Nederland na vier kabinetten-Balkenende? Experts zijn somber: de privacy van Nederlandse burgers staat sterk onder druk. ‘Met privacy net als met een berg zand. Als je steeds een klein schepje zand weghaalt, heb je na verloop van tijd niets meer over.’

Joke Kaviaar weet niet meer precies hoe vaak ze de afgelopen jaren in aanraking is geweest met politie en justitie. Het gebeurde in ieder geval regelmatig. Afgelopen Kerst ontving ze daarom een nieuwjaarskaart van de politie. ‘We hopen je niet meer in het politiewerk tegen te komen. En als dat wel zo is, kun je rekenen op onze bijzondere aandacht’, stond erop. Begin dit jaar ontdekte ze dat ze bij de politie staat geregistreerd als zeer actieve veelpleger.

De volgende keer dat Kaviaar wordt opgepakt, loopt ze daarom de kans dat ze een zogeheten ISD-maatregel krijgt opgelegd: twee jaar de gevangenis in. De ISD-maatregel (ISD staat voor Inrichting voor Stelselmatige Daders) is bedoeld voor draaideurcriminelen: onverbeterlijke inbrekers, autokrakers en winkeldieven die vaak ook nog verslaafd zijn of psychiatrische problemen hebben.

Maar Joke Kaviaar is geen verslaafde crimineel: ze is een politieke activist die het oneens is met het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Weliswaar een activist die politie en justitie het nodige werk bezorgt, maar toch: een activist. Ze ketent zich vast aan hekken, ze doet mee aan bezettingsacties en ze verschaft zichzelf toegang tot plaatsen waar vreemdelingen zitten opgesloten – ‘burgerinspecties’ noemt Kaviaar dergelijke acties zelf.

Verscheidene juristen zijn kritisch over het gebruik van de ISD-maatregel tegen Kaviaar. Haar advocaat heeft een klacht ingediend bij het college van procureur-generaals in de hoop dat de activiste van de lijst met actieve veelplegers wordt gehaald. ‘Gebeurt dat niet, dan loop ik de kans dat ik voor langere tijd achter de tralies verdwijn. Strikt juridisch kom ik nog niet in aanmerking voor een ISD-maatregel omdat ik tegen een paar eerdere veroordelingen in hoger beroep ben gegaan, maar het Openbaar Ministerie heeft wel duidelijk de intentie om de maatregel op te leggen.’

Als het OM de rechtbank ervan weet te overtuigen dat Kaviaar in aanmerking komt voor een ISD-maatregel, brengt haar dat in een lastig parket. In beroep gaan tegen de uitspraak kan wel, maar in afwachting van dat beroep blijft ze wel vastzitten. En die tijd in voorarrest gaat niet af van de twee jaar detentie af. ‘Als ik in beroep en in cassatie ga, zit ik misschien wel drie jaar in voorarrest en krijg ik daarna alsnog ISD opgelegd. Het is gewoon een manier om politieke activisten de mond te snoeren’, vindt Kaviaar. ‘Er is sprake van een volkomen rechteloze situatie.’

 

Teken des tijds

Wat zegt het over Nederland dat het OM een lastige politieke activist het liefst voor twee jaar wegstopt? Hoe is het eigenlijk gesteld met de burgerrechten in Nederland na vier kabinetten-Balkenende? Wordt Vervolgd legde deze vraag voor aan verscheidene deskundigen. En die zijn eensluidend in hun oordeel: het is er de afgelopen jaren niet beter op geworden. Met name de gevolgen van allerhande nieuwe wetgeving voor de persoonlijke levenssfeer van burgers baart menige expert zorgen.

‘Onze privacy is de afgelopen twintig jaar steeds verder ingeperkt’, stelt Bert-Jaap Koops, hoogleraar regulering van technologie aan de Universiteit van Tilburg. ‘Dat gebeurt met kleine stapjes. Het gevolg is dat de discussie doorgaans alleen maar gaat over een deelgebied – bijvoorbeeld over de vraag of de inbreuk op de privacy bij preventief fouilleren legitiem is – en de maatregelen veel te weinig in samenhang worden beschouwd. Maar uiteindelijk is het met privacy net als met een berg zand. Als je steeds een klein schepje zand weghaalt, heb je na verloop van tijd niets meer over.’

Quirine Eijkman, voorzitter van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), heeft het idee dat de veiligheid van het collectief belangrijker is geworden dat de individuele rechten van burgers. ‘Ik weet niet of dat door Balkenende komt, maar het is wel gebeurd in zijn kabinetsperiodes. Het is wellicht ook een teken des tijds: burgers willen steeds meer veiligheid en de overheid reageert daarop met nieuwe wetgeving en het verzamelen van steeds meer informatie over burgers.’

Balkenendes eerste kabinet van CDA, VVD en LPF trad aan in een tijd dat veiligheid bovenaan de politieke agenda stond. Kort voor de verkiezingen was LPF-leider Pim Fortuyn vermoord en ook de herinnering aan de terreuraanslagen van 11 september lag nog vers in het geheugen.

De wetten en maatregelen die onze veiligheid moeten vergroten, volgden elkaar in hoog tempo op. De ISD-maatregel werd ingevoerd, evenals de identificatieplicht voor iedereen die ouder is dan 14 jaar. Uit een inventarisatie van Buro Jansen & Janssen – een organisatie die politie, justitie en inlichtingendiensten kritisch volgt – blijkt dat in de periode 2005-2008 de meeste boetes wegens het niet kunnen tonen van een identiteitsbewijs gingen naar mensen die zich niet schuldig maakten aan een andere overtreding of strafbaar feit.

Met name jongeren en daklozen lijken vaak de dupe te zijn. ‘Daklozen hebben stapels gele papiertjes. En jongeren die op een plek hangen, worden ook heel vaak gevraagd naar hun papieren’, zegt Rick van Amersfoort van Buro Jansen & Janssen. Volgens hem stelt de identificatieplicht de politie voornamelijk in staat om ‘proactief’ op te treden. ‘Agenten die macht willen uitoefenen, grijpen makkelijk naar dit middel. Het onschuld-adagium is daarmee op de helling gezet.’

 

Paspoort

Het idee dat iedereen een potentiële verdachte is, is in meer maatregelen terug te zien. Denk bijvoorbeeld aan preventief fouilleren. Of aan de bewaarplicht: wetgeving die telecom- en internetaanbieders verplicht om gegevens over het bel- en internetgedrag van al hun klanten voor langere tijd te bewaren. En wat te denken van de centrale databank waarin de vingerafdrukken worden opgeslagen van iedereen die een nieuw paspoort aanvraagt? Deze database is ook te gebruiken voor opsporing.

‘In feite zijn 16 miljoen Nederlanders hiermee op voorhand verdachte’, zegt Europarlementariër en kandidaat-Tweede Kamerlid Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD). ‘Ik vind het ongelooflijk dat een meerderheid in de Tweede Kamer hiermee akkoord is gegaan. Er wordt wel gezegd dat het geen database is om lekker in rond te shoppen, maar die waarborgen zijn nog niet in de wet vastgelegd. Bijleveld zegt in feite: vertrouw me op mijn blauwe ogen dat we niets verkeerds doen met die gegevens. Nu wil ik daar in het geval van het CDA nog best van uit gaan, maar straks zit er misschien een andere partij in de regering die daar heel anders over denkt.’

Aan die centrale opslag kleven bovendien de nodige gevaren. Bijvoorbeeld als een hacker er in slaagt om toegang te krijgen tot het bestand met vingerafdrukken. ‘Wat is een vingerafdruk dan nog waard?’, vraagt Koops zich af. ‘Je kunt mensen moeilijk allemaal nieuwe vingerafdrukken geven.’

Hoewel de verplichting om een biometrisch paspoort in te voeren een gevolg is van Europese wetgeving, bestrijdt Hennis-Plasschaert dat Brussel ook zou verplichten om de vingerafdrukken centraal op te slaan. ‘Al die sprookjesverhalen dat het van Brussel moest, komen mijn neus uit. Het biometrisch paspoort is er gekomen om identiteitsfraude te bestrijden. Als je de vingerafdrukken vervolgens ook centraal gaat opslaan en gaat gebruiken voor het bestrijden van criminaliteit laat je dat doel helemaal los.’

 

Function creep

Het fenomeen dat opgeslagen gegevens voor andere doeleinden worden gebruikt dan ze oorspronkelijk zijn verzameld – ook wel function creep genoemd – is de nachtmerrie voor menige privacyvoorvechter. Zeker nu er zoveel informatie over burgers digitaal wordt opgeslagen. Dat begint al op jonge leeftijd, met het Elektronisch Kind Dossier (EKD). Elke nieuwe boreling krijgt vanaf 1 juli een dergelijk dossier, waarin informatie wordt verzameld over de gezondheid, de gezinssituatie en de omgeving van het kind. Als het aan de Rotterdamse wethouder Leonard Geluk ligt, krijgen ook politie, justitie en Bureau Jeugdzorg inzage in het dossier.

Maar er zijn nog veel meer bestanden waarin persoonsgegevens van Nederlandse burgers worden opgeslagen. De gemiddelde Nederlander staat in 250 tot 500 databanken. Het aan elkaar knopen van al deze databestanden kan helpen bij het verijdelen van aanslagen en het in de kladden grijpen van criminelen. Met slimme algoritmes is het mogelijk om op basis van de gegevens in al die databanken patronen te ontdekken die bijvoorbeeld kunnen wijzen op fraude of terroristische activiteiten. Op die manier kunnen de autoriteiten bijvoorbeeld beredeneren dat een man tussen de 26 en 35 met een buitenlandse naam die nooit op vrijdagmiddag geld pint, geen levensverzekering heeft afgesloten en dagelijks mailt met mensen in het Midden-Oosten, extra in de gaten moet worden gehouden.

Het verzamelen van zoveel mogelijk informatie is echter geen wondermiddel. Het gevaar bestaat dat de hooiberg aan verzamelde gegevens zo groot wordt dat het alleen maar moeilijker wordt om de speld te vinden. ‘Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij de aanslagen van 11 september en bij de mislukte aanslag met Kerst bij Detroit’, zegt Koops. ‘De informatie over het verdachte gedrag en het mogelijke gevaar was er wel, maar de gegevens werden te laat met elkaar in verband gebracht.’

 

Virtuele identiteit

Een ander probleem is het ontstaan van een ‘virtuele identiteit’: op basis van alle informatie die beschikbaar is, vormen de autoriteiten zich een beeld van een persoon dat niet noodzakelijkerwijs strookt met de werkelijkheid. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de databanken vervuild raken: de ingevoerde informatie klopt simpelweg niet (meer).

Iemand die daarover kan meepraten, is de Rotterdamse ondernemer Edgar Neo. In maart stond hij op een donderdagmiddag op het punt om te vertrekken naar een borrel waar hij een presentatie zou geven toen er drie agenten aanbelden. Hij werd gearresteerd omdat hij nog een straf van 84 dagen moest uitzitten. Even bellen met de organisatie van de borrel of zijn vriendin mocht niet meer.

Waaraan hij zijn straf had te danken, werd hem pas in de daaropvolgende dagen stukje bij beetje duidelijk. Hij zou tientallen malen hebben zwartgereden met de trein. Neo was verbijsterd: ‘Ik ben geen heilige, ik heb heus wel eens zwartgereden, maar echt geen zeventig keer in een jaar zoals uit de uitdraai van de politie zou moeten blijken.’

Neo is naar eigen zeggen het slachtoffer geworden van identiteitsdiefstal. Hij was enkele jaren geleden betrokken bij de oprichting van een jongerenorganisatie. Daar heeft vermoedelijk iemand een kopie gemaakt van zijn paspoort. Bij de kaartcontrole in de trein toonde de zwartrijder die kopie. De boetes en de oproep om voor de rechter te verschijnen – wegens het niet betalen van de boetes – werden allemaal naar een adres verstuurd waar Neo al geruime tijd niet meer woont. Met als gevolg dat hij bij verstek werd veroordeeld.

Na acht dagen werd Neo vrijgelaten. Hij krijgt nu een halfjaar de tijd om te bewijzen dat hij niet de zwartrijder is waarnaar justitie en politie op zoek zijn. ‘Met voormalige collega’s en projectpartners probeer ik te reconstrueren waar ik was op de dagen dat ik ben beboet. Omdat de boetes van 2006 dateren, is dat niet altijd even makkelijk. Maar van sommige data hebben we al kunnen vaststellen dat ik toen heel ergens anders was.’ De ervaring is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Ook op Neo’s omgeving heeft arrestatie zijn weerslag gehad. ‘Collega’s gaan zich toch afvragen of ik me niet netter heb voorgedaan dan ik in werkelijkheid ben.’

Een geredigeerde versie van dit artikel verscheen in mei 2010 in Wordt Vervolgd, het tijdschrift van Amnesty International.