“Met een gemiddelde van 3,4 dates per jaar zijn de Nederlandse mannen beduidend actiever dan de vrouwen (1,5 dates)”, meldde Planet Multimedia vorige week woensdag op gezag van de datingsite Parship en de onderzoekers van Synovate/Interview NSS. Op dezelfde dag berichtte De Telegraaf naar aanleiding van een onderzoek van geneesmiddelenfabrikant Bayer Schering Pharma op zijn site: “De Nederlandse vrouw steekt de Nederlandse man de loef af voor wat betreft het aantal ex-partners. Zíj heeft gemiddeld 5,9 ex-en, hij 5,5.”
Het zijn opmerkelijke onderzoeksresultaten die nogal wat vragen oproepen. Hoe kan het bijvoorbeeld dat Nederlandse mannen meer dan twee keer zo vaak daten als vrouwen? En hoe kan het dat diezelfde Nederlandse man minder relaties heeft gehad dan de gemiddelde Nederlandse vrouw? En de belangrijkste vraag wellicht: hoe kan het dat deze vragen in de artikelen niet worden gesteld?
Representatief
Op het moment dat uit onderzoek blijkt dat alleenstaande mannen ruim twee keer zo vaak een date hebben als alleenstaande vrouwen, is de vraag gerechtvaardigd hoe dit verschil kan worden verklaard. Zijn homo’s misschien extreem actieve daters? Het zou kunnen, maar het ligt het meer voor de hand dat de onderzoeksresultaten niet deugen. Bijvoorbeeld omdat de respondenten niet de waarheid hebben gesproken (omdat ze een slecht geheugen hebben of omdat ze sociaal wenselijke antwoorden geven) of omdat de steekproef niet representatief is (volgens Planet Multimedia werd het onderzoek gehouden onder ‘bijna 900 Nederlandse mannen en vrouwen – waarvan 212 single’).
Hoewel Planet Multimedia wel een kritische vraag stelt over een ander resultaat uit het Parship-onderzoek (2 procent van de ondervraagden gaf aan op de eerste date graag seks te hebben), blijft de achterdocht over het opmerkelijke sekseverschil bij het aantal dates achterwege. De uitkomst van het onderzoek wordt netjes vermeld, maar daar blijft het bij.
Vakantieliefdes
Datzelfde geldt voor het onderzoek van Bayer Schering Pharma waarover De Telegraaf berichtte: geen kritische vragen, alleen de resultaten van de enquête. De constatering dat Nederlandse vrouwen gemiddeld 5,9 exen hebben en mannen 5,5 zou toch op zijn minst tot een gefronste wenkbrauw moeten leiden? Zeker als ook nog eens blijkt dat in de rest van Europa mannen meer exen hebben dan de vrouwen (de gemiddelde Europese man heeft volgens het onderzoek 7,4 exen, de gemiddelde vrouw 6,2).
Al in de tweede reactie op het Telegraaf-artikel schrijft een lezer die zich bedient van de bijnaam ‘Piet Agoras’, dat het vreemd is dat Nederlandse vrouwen meer exen hebben dan mannen: “Dit heet in de wiskunde een matching probleem. Gemiddeld moeten mannen en vrouwen in een land evenveel ex-en hebben. Wellicht dat vakantieliefdes zorgen voor het verschil.”
Elders in de reacties worden er meer vraagtekens bij het onderzoek gezet. “Of de rest van Europese mannen zijn het minst eerlijk, of de Nederlandse vrouwen noemen een flirt al een ex en de mannen niet, of de Nederlandse mannen hebben een slecht geheugen, of de buitenlandse vrouwen zijn niet zo interessant als de Nederlandse, of mannen hebben moeite met tellen, of de vrouwen hebben moeite met tellen “, schrijft bijvoorbeeld lezer ‘Menno’ uit Nijmegen. Er zijn, kortom, vragen genoeg, maar in het Telegraaf-artikel worden die niet gesteld.
Kritiekloos
Rond de verkiezingen verschijnt er nog wel eens een kritisch stuk over de betrouwbaarheid van allerhande opiniepeilingen naar de politieke voorkeuren van de Nederlandse kiezers, maar over het algemeen nemen media allerlei vage onderzoeksresultaten maar al te vaak kritiekloos over (ja, ook ik heb me er meermalen schuldig aan gemaakt).
Waar gaat het mis? Is het omdat journalisten veel (moeten) schrijven en daarom binnen een kwartier een stukje tikken over een willekeurig onderzoek dat net per mail is binnengekomen? Willen journalisten hun lezers niet vermoeien met allerlei nuanceringen? Heeft het er misschien iets mee te maken dat de meeste journalisten beter kunnen schrijven dan rekenen? Hoog tijd voor een onderzoek!
Dit artikel verscheen op De Nieuwe Reporter.