Dat blijkt uit een analyse die spambestrijder Rejo Zenger heeft gemaakt van de activiteiten van een beginnende spammer. De spammer in kwestie, die zijn verhaal op voorwaarde van anonimiteit aan Zenger heeft verteld, verstuurde zijn berichten aanvankelijk via zijn inbelverbinding bij Planet Internet, maar schakelde al snel over op het spammen via open proxies.

Het versturen van spam via open proxies – in veel gevallen slecht beveiligde pc’s met een breedbandverbinding – is een geliefde truc onder spammers. Door gebruik te maken van andermans verbinding kan de spammer zijn identiteit verborgen houden.

Omdat inbellen bij een provider prijzig is, gaat de spammer in het verhaal van Zenger al snel op zoek naar een alternatieve manier om zijn spam de deur uit te doen. Hij komt terecht bij Send-Safe.com, een dienst die zichzelf aanprijst als een ‘real anonymous mailer’. Tegen betaling van vijftig dollar kon de spammer daar 800.000 mailtjes anoniem versturen.

Ook schakelt de spammer snel over op hosting in China. Ook dit is populair onder spammers: hostingbedrijven in landen als China en India stellen vaak geen lastige vragen als er geklaagd wordt over de spamactiviteiten van de eigenaar van een bepaald domein. In veel andere landen sluiten providers spamsites doorgaans snel af.

Dikke BMW

Het relaas laat zien hoe eenvoudig het is om als spammer aan de slag te gaan. “Dit is een spammer die al binnen tweeënhalve maand na zijn eerste spam open proxies misbruikt en bullet proof hosting in China heeft gevonden”, constateert Zenger. “Spammers hebben incidenteel contact met elkaar en wijzen elkaar de weg.”

Dat het makkelijk is om redelijk professioneel te spammen, betekent nog niet dat het een lucratieve bezigheid is. De beginnende spammer verdiende naar eigen zeggen tussen de twee- en drieduizend euro in vier maanden tijd. Zenger schat de opbrengst lager in.

“Iemand die langer en professioneler bezig is, kan meer overhouden”, aldus Zenger. “Maar je wordt er zeker niet rijk van. Ook de grootste Nederlandse spammers rijden niet in een dikke BMW.”