De West-Afrikanen die in Amsterdam terechtstaan wegens oplichting, verdienden grote bedragen. Een Zwitser betaalde 482.000 dollar aan de oplichters.
Het was een waslijst aan gevallen van oplichting waarover de Amsterdamse rechtbank zich donderdag boog. Een bende West-Afrikaanse zwendelaars zou een groot aantal mensen van over de hele wereld hebben bedot met bedelbrieven, e-mails over grote bedragen die overgemaakt moesten worden en berichten over gewonnen loterijen.
De slachtoffers werd gevraagd om naar Nederland te komen om de zaken te regelen. Eenmaal in Nederland moesten zij ‘commissies’ van vaak duizenden of tienduizenden euro’s of dollars betalen om bij ‘hun’ geld te komen. Het beloofde geld kregen ze uiteindelijk nooit.
De rechtbank verhaalde onder meer van een Rus die dacht een loterij gewonnen te hebben. Hij kreeg in Amsterdam een koffer met geld te zien. Bovendien werd hem verzekerd dat hij na betaling van 3.000 dollar het geld (1,2 miljoen dollar) op zijn rekening zou krijgen gestort.
Pas nadat hij ook nog geld had betaald voor een niet-drugsverklaring begon hij nattigheid te voelen. Het bericht dat hij 35.000 dollar moest betalen voor een niet-terrorismeverklaring deed voor de Rus de deur dicht.
Zwitser
Verreweg het spectaculairste geval van oplichting betrof die van een in de rechtszaal aanwezige Zwitser. De Zwitser betaalde in totaal 482.000 dollar aan de oplichtersbende.
Het geld zou volgens de zwendelaars onder meer nodig zijn geweest voor het openen van bankrekeningen en de aanschaf van chemicaliën waarmee dollarbiljetten ‘schoongemaakt’ moesten worden. De oplichters beloofden de man 25 procent van de 36 miljoen dollar die hij op zijn rekening bijgeschreven zou krijgen.
De aangifte van de Zwitser en diverse andere slachtoffers stelde het Interregionaal Fraudeteam in staat om de oplichtersbende op te rollen. In de zomer van vorig jaar werden vijf mannen aangehouden, de zesde verdachte werd later in 2002 op het Centraal Station in Amsterdam in de kraag gegrepen.
Criminele bende
De verdachten – drie uit Benin en drie uit Nigeria – worden beschuldigd van oplichting, lidmaatschap van een criminele organisatie, valsheid in geschrifte en witwaspraktijken. Zij beriepen zich tijdens de rechtszaak op hun zwijgrecht of ontkenden dat ze bij de zaak betrokken waren.
Het Openbaar Ministerie (OM) stelt echter over een groot aantal bewijzen te beschikken om aan te tonen dat de zes wel degelijk een criminele bende vormden. Verscheidene slachtoffers van de zwendel herkenden de verdachten op foto’s.
Bij de arrestatie nam de politie computers, een groot aantal documenten en telefoons in beslag. De telefoons en faxen waarmee de slachtoffers werden gebeld en gefaxt, bleken op naam te staan van de verdachten.
Agenda
In de agenda van de hoofdverdachte, Chr. T. O., werden de namen en adressen van slachtoffers aangetroffen. Volgens de uit Nigeria afkomstige Chr. T. O. was de gevonden agenda echter niet van hem.
Hij beweerde een aantal agenda’s te hebben meegenomen van de Hogeschool Holland waar hij studeerde. Eén daarvan zou zijn neef hebben meegenomen. “Ik weet niet wat hij in die agenda heeft geschreven. Dat heeft hij nooit met mij besproken.”
Chr. T. O. begreep ook niets van de bestanden op de inbeslaggenomen computer waaruit zijn betrokkenheid bij de oplichting zou blijken. “Er woonden zes mensen in het huis waar ik verbleef. Die maakten allemaal gebruik van de computer.”
De eis van de Officier van Justitie was op het moment van schrijven nog niet bekend. De rechtszaak gaat vrijdag verder.