De bewaarplicht voor verkeersgegevens kan de Nederlandse internetaanbieders miljoenen euro’s gaan kosten.
De Europese ministers van Justitie willen telecom- en internetaanbieders verplichten om allerlei informatie over hun klanten te verzamelen, de zogeheten verkeersgegevens. Verkeersgegevens zijn bijvoorbeeld de telefoonnummers die mensen bellen of de webadressen die internetters bezoeken.
Welke gegevens de telecom- en internetaanbieders precies moeten bewaren is nog altijd onderwerp van discussie. Ook is nog onduidelijk hoelang de providers dergelijke informatie moeten bewaren. Algemeen wordt ervan uitgegaan dat de bewaartermijn ten minste twaalf maanden zal zijn.
Nederlandse internetaanbieders hebben zware kritiek op de bewaarplicht. Zij vrezen dat ze hoge kosten moeten maken om de verkeersgegevens van hun klanten te verzamelen en op te slaan.
Ruim tweehonderd providers hebben inmiddels een open brief ondertekend waarin zij protesteren tegen de bewaarplicht. “Het invoeren van een bewaarplicht voor verkeersgegevens vergt grote investeringen in mensen en middelen, in totaal naar verwachting vele miljoenen euro’s.”
Investeringskosten
Het onderzoek van KPMG bevestigt de bange vermoedens van de providers. Volgens KPMG zullen internetaanbieders veel grotere investeringen moeten doen dan (mobiele-) telecomaanbieders. Terwijl telecomaanbieders kunnen volstaan ‘een zware server aangevuld met voldoende opslagruimte’, moeten internetproviders voor een veel geavanceerdere oplossing kiezen.
Bij een bewaartermijn van twaalf maanden bedragen de investeringskosten voor een internetaanbieder met een marktaandeel van 10 procent 1,5 miljoen tot 2 miljoen euro, zo schat KPMG.
Als een provider de gegevens 24 maanden moet bewaren, dan lopen de kosten op tot een bedrag van 2,2 miljoen tot 3 miljoen euro. Daar komen de jaarlijkse exploitatie- en beheerkosten nog eens bovenop.