Een boek drukken in een oplage van tien. Tot voor kort was dat onmogelijk of ontzettend duur, maar nu kan het. Drukkerij Giethoorn Ten Brink heeft sinds vorig jaar een superprinter staan, waarmee boeken of folders in kleine oplages kunnen worden gemaakt.
De printer is tien meter lang. Elke minuut spuugt het apparaat het equivalent van 666 A 4-tjes uit. Volgens de drukker is deze ene printer nog maar het begin. ‘Over een tijdje zal meer dan de helft van het drukwerk met zo’n printer gebeuren.’
Uitgevers die tien presentie-exemplaren van een boek voor op een boekenbeurs nodig hebben, of onderwijsinstellingen die 300 readers voor hun studenten willen hebben, komen bij deze drukker terecht. Maar ook een miskende romanschrijver zou met een floppy kunnen binnenlopen om zijn boek in een kleine oplage te laten drukken.
Een boek met 160 pagina’s in een oplage van 250 exemplaren drukken, kost iets minder dan acht gulden per exemplaar – de helft van wat het zou kosten als het op de ‘ouderwetse’ manier gedrukt zou worden.
‘Als je iets met een conventionele offsetpers wil drukken, moet je de tekst eerst op film en op drukplaten zetten. Dan ben je nog drie kwartier kwijt om de drukpers goed in te stellen. Al die stappen sla je met zo’n printer over: je stopt de floppy met tekst in de computer en je kunt beginnen’, legt M. ten Brink van Giethoorn Ten Brink uit.
Een boek dat met de printer wordt gedrukt, is een stuk sneller klaar. Ten Brink: ‘Zes dagen nadat de klant met de opdracht is gekomen, hebben wij het af. Met een boek dat op een offsetpers wordt gedrukt, zijn we minstens twee weken bezig.’
Drukken met een printer heeft meer voordelen. ‘Elk exemplaar kan gepersonaliseerd worden’, zegt Ten Brink. ‘Zo kun je een kinderboek maken, waarbij de naam van de hoofdrolspeler wordt vervangen door de naam van het kind waarvoor het boek bestemd is.’ Bij een normale drukpers kan dat niet. Daar is elk exemplaar van een boek of folder hetzelfde.
‘Deze techniek wordt al langer gebruikt voor het drukken van bijvoorbeeld giroafschriften’, vertelt J. Boot van fabrikant IBM. ‘Maar voor professioneel drukwerk waren deze grote printers lange tijd niet geschikt. Ook bestond er nog geen ‘boekenpapier’ dat in de printers kon. Dat is speciaal voor deze printers ontwikkeld. Als je drukt op normaal boekenpapier ziet het resultaat er niet uit.’
Ten Brink zegt dat hij het verschil tussen een geprint en gedrukt boek nog wel kan zien. ‘Maar onze klanten niet. We hebben wel eens een test gedaan waarbij we onze klanten – de uitgeverijen – een aantal boeken voorlegden. Niemand slaagde erin om alle boeken die van de printer kwamen, eruit te halen.’ De enige manier waarop je de boeken kunt onderscheiden is door te ruiken. ‘Een geprint boek ruikt naar printertoner, een gewoon boek naar drukinkt.’
In de drukkerij staat de nieuwe printer in een zaal naast de grote hallen met offset-drukpersen. De meeste boeken, tijdschriften en folders worden nog steeds daar gemaakt. Voor boeken die in grote oplages gedrukt worden, zal dat ook zo blijven. Maar drukwerk in kleine oplages zal steeds vaker worden geprint, denkt Ten Brink.
‘Onze klanten zijn heel terughoudend als we ze over de mogelijkheden van deze printer vertellen, maar als we eenmaal iets voor ze gemaakt hebben, zijn ze laaiend enthousiast.’
Dit artikel verscheen in Trouw.