Paul, die in 1988 al eens een vergeefse gooi deed naar het presidentschap als kandidaat namens de Libertarian Party (hij haalde destijds minder dan een half procent van de stemmen), is volgens weblog-zoekmachine Technorati verreweg de meest gezochte kandidaat.
Op het moment van schrijven staat hij op de tweede plaats in de lijst met veelgebruikte zoektermen, boven Paris Hilton, de Iphone en Youtube om maar eens wat te noemen. Alleen zangeres Noelia scoort beter met dank aan een uitgelekte seksvideo waarin zij een hoofdrol speelt.
Volgens Hitwise en het onbetrouwbare Alexa is de site van Ron Paul populairder dan die van welke andere Republikeinse kandidaat dan ook. Op Digg wordt Paul 160.000 keer genoemd, meer dan de volgende vier presidentskandidaten tezamen. Een video van Paul die van leer trekt tegen de Irak-oorlog, is sinds dit weekeinde goed geweest voor 4.173 diggs en werd in Nederland onder meer overgenomen door Geencommentaar.nl.
De online populariteit van Ron Paul doet denken aan het internetsucces dat de Democraat Howard Dean vier jaar geleden had. Dean werd mede door een uitgekiend internetoffensief van zijn campagneleider Joe Trippi een factor om rekening mee te houden. Van een kansloze kandidaat werd hij opeens één van de frontrunners.
De Dean-campagne maakte volop gebruik van weblogs om de achterban te informeren. Via Meetup.com (opgezet om mensen met dezelfde interesses bij elkaar te brengen) werden Dean-aanhangers met elkaar in contact gebracht. Ook slaagde Dean erin om via internet enorme hoeveelheden geld op te halen.
Behalve een goed internetbeleid zijn er meer overeenkomsten tussen Paul en Dean. De twee kandidaten maakten voor hun verkiezingscampagne niet bepaald deel uit van het centrum van de macht. Dean was gouverneur van de kleine staat Vermont, Paul is lid van het Huis van Afgevaardigden namens een district in Texas. Beiden zijn tegen de Irak-oorlog en beiden zijn om die reden populair onder jonge kiezers.
Er zijn ook verschillen. Dean slaagde erin om zijn online populariteit om te zetten in steun bij de voorverkiezingen voor het presidentschap (al bleek die steun uiteindelijk niet groot genoeg). Het is zeer twijfelachtig of Paul daar ook in zal slagen. In internetpeilingen mag de Texaanse volksvertegenwoordiger dan hoge ogen gooien (hij scoort regelmatig boven de 50 procent), in de ‘echte’ peilingen komt hij vooralsnog niet verder dan een procent of 2. Daarmee is hij geen bedreiging voor de serieuze kandidaten.
Uiteindelijk zijn Pauls standpunten te extreem voor de Republikeinse achterban. Paul is niet alleen tegen de Irak-oorlog, maar stemde in het verleden ook tegen de Kosovo-oorlog en tegen de Golfoorlog van begin jaren negentig. De libertarische Republikein, die in het Amerikaanse Congres de bijnaam ‘Dr. No’ heeft, stemt zo ongeveer tegen elke maatregel die leidt tot overheidsingrijpen. Paul wil lagere belastingen, vrij wapenbezit en legale marihuana. Hij is tegen het stringente regels voor porno op internet en het bespioneren van burgers, maar ook tegen uitkeringen en overheidssteun voor zieken.
Begin volgend jaar, als de voorverkiezingen plaatsvinden, zal Paul het zonder twijfel afleggen tegen ‘mainstream kandidaten’ als Rudy Giuliani, John McCain en Fred Thompson. Gelukkig kunnen we tot het zover is nog even van hem genieten.