Kazaa-oprichter: file sharing wordt iets van het verleden

Niklas Zennström zette de wereld op zijn kop met Kazaa en Skype. Nu hoopt hij hetzelfde te gaan doen met zijn investeringsfonds.

Niklas Zennström bezorgde de muziekindustrie slapeloze nachten met Kazaa en zorgde voor een revolutie in de telecomsector met Skype. Inmiddels staat hij aan het hoofd van een investeringsfonds, Atomico, dat investeert in veelbelovende tech-bedrijven. ‘We zijn op zoek naar startups die de wereld kunnen veranderen.’

Het is meer dan tien jaar geleden dat jullie begonnen met Kazaa en daarvoor was er al Napster. Toch lijkt de discussie over file sharing in die tijd weinig veranderd. Hoe komt dat?
‘Ik denk zelf dat file sharing steeds meer iets van het verleden wordt. Als je kijkt naar muziek zijn er nu tal van legale alternatieven. De helft van de omzet voor de muziekindustrie komt inmiddels daarvandaan. Je hebt online winkels waarbij je een nummer kunt kopen, zoals iTunes, maar er zijn ook allerlei abonnementsdiensten. Dergelijke diensten zijn veel beter dan Kazaa. Zelf zijn we eerder dit jaar in de VS bijvoorbeeld Rdiogestart: een abonneedienst waarvoor je tien dollar per maand betaalt.’

Met Kazaa maakten jullie een superpopulair programma maar raakten jullie tegelijkertijd verwikkeld in allerlei rechtszaken. Hoe kijk je terug op die tijd?
‘Het was leuk en eng tegelijkertijd. Janus Friis en ik gaven onze baan bij Tele2 op in 2000. Onze timing had misschien wat beter gekund, want we deden dat in de week dat de Nasdaq piekte en de dotcom-zeepbal leeg begon te lopen. Maar het was een fantastische tijd. We joegen onze dromen achterna. In 2001, toen Napster door alle juridische problemen ten onder was gegaan, begon het succes voor Kazaa. Elke dag keken we weer met grote verbazing naar het aantal downloads.’

Was Kazaa ook een financieel succes?
‘Nee, het was lastig om geld te verdienen. We wilden graag afspraken maken met de muziekindustrie, bijvoorbeeld over abonnementsmodellen, maar de platenlabels voelden daar toen niets voor. Daarom introduceerden we advertenties in Kazaa.’

Vanwege die adware werden jullie zwaar bekritiseerd.
‘Dat was destijds een groot debat inderdaad, omdat de adware rekening houdt met de voorkeuren van de gebruikers. Maar nu Google hetzelfde doet met AdWords hoor je daar nooit meer iemand over. Ik heb er dan ook geen spijt van dat we die adware hebben toegevoegd aan Kazaa. Het was gewoon een manier om geld te verdienen.’

En ondertussen zaten de advocaten van de muziekindustrie achter jullie aan.
‘Gelukkig hadden we een heel goede, gepassioneerde advocaat, Christiaan Alberdingk Thijm die meer wist van de juridische kanten van peer-to-peer dan wie dan ook. In Nederland hebben we de juridische strijd daardoor uiteindelijk gewonnen bij deHoge Raad. Toen werd het juridisch strijdtoneel naar de VS verplaatst. Als gevolg daarvan konden Janus en ik niet naar Amerika reizen.’

Inmiddels zijn jullie wel weer welkom in de Verenigde Staten?
‘Ja, in 2006 hebben we een schikking getroffen met de Amerikaanse entertainmentindustrie. We hadden die partijen namelijk nodig omdat we afspraken met hen wilden maken voor onze p2p-videodienst Joost.’

Joost is eigenlijk jullie enige project dat is mislukt.
‘Nouja, Kazaa was financieel ook niet zo’n succes, maar had in ieder geval nog veel gebruikers. Bij Joost hadden we een paar aannames die niet uitkwamen. De belangrijkste was dat we de videocontent wilden verspreiden via peer-to-peer omdat we dachten dat dat de meest kostefficiënte manier zou zijn. Waar we ons op verkeken was dat de kosten van bandbreedte heel snel omlaag gingen. Bovendien werd het technisch heel makkelijk om zelf video aan te bieden via flash.

Het gevolg was dat de eigenaars van aantrekkelijke videocontent zelf hun videoplatforms optuigden. Ze willen wel afspraken met ons maken, maar dan alleen voor de content van de tweede garnituur. De echte hits hielden ze voor zichzelf. Daardoor slaagden we er niet in om veel gebruikers te trekken. Zo gaat dat nu eenmaal. Het businessmodel van een startup blijkt vaker niet dan wel te werken.’

En toch investeer je nu zelf in startups via je bedrijf Atomico. Waarom?
‘Toen we met Skype begonnen, hebben we de deur platgelopen bij investeerders. In totaal zijn we meer dan twintig keer afgewezen. Investeerders zeggen: kom maar eens terug als je wat omzet draait. Dat is natuurlijk belachelijk! De markt voor venture capital functioneert echt voor geen meter in Europa. Als ondernemer is het dus een interessante markt om in te stappen.’

In wat voor bedrijven investeren jullie?
‘We gaan behoorlijk kieskeurig te werk. Het is onze taak om de nieuwe Skype of de nieuwe Facebook te vinden. We zijn op zoek naar ondernemers die een sector op zijn kop kunnen zetten.’

Hebben jullie al een aansprekend voorbeeld daarvan?
‘We hebben bijvoorbeeld geïnvesteerd in Jolicloud, een bedrijf dat in Parijs is gevestigd. Zij maken een lichtgewicht besturingssysteem. Het is beter dan Windows, niet zo groot en sloom. En het is gratis voor gebruikers. Dat is een goed voorbeeld van een technologie die de wereld echt kan veranderen.’

Heeft Atomico ook al geïnvesteerd in een Nederlands bedrijf?
‘Nog niet, maar we zijn een paar weken terug in Nederland geweest om te praten met verschillende startups. Hopelijk gaat daar nog wat uitkomen. Historisch heeft Nederland natuurlijk een prima klimaat voor ondernemers. Wijs mij maar eens één iemand op de wereld aan die nog nooit van Heineken heeft gehoord.’

Dit artikel verscheen op Bright.nl.