Hoe gevaarlijk is Bits of Freedom?

Wie de laatste maanden de onthullingen over de NSA heeft gevolgd, zou het misschien niet zeggen, maar het echte probleem van dit moment is dat we te veel privacy hebben op internet. Dat betoogde columnist Rosanne Hertzberger althans onlangs in NRC Handelsblad (artikel alleen toegankelijk voor abonnees).

Volgens Hertzberger heeft de Nederlandse politie te weinig bevoegdheden om online te rechercheren. De eerder dit jaar in Cuijk gearresteerde pedofiel Frank R. uit Cuijk kon daardoor jarenlang ongestoord zijn gang gaan. En dat is allemaal de schuld van Bits of Freedom.

De digitale-burgerrechtenorganisatie frustreert volgens de NRC-columnist namelijk elke poging om de opsporingsbevoegdheden online uit te breiden. “Internet blijft voor dit soort activisten een soort parallel universum, waarin vrijheid en privacy het hoogste goed is. Ononderhandelbaar.”

De lobby van Bits of Freedom is volgens Hertzbergers erg succesvol. Want als de politiek voor de keuze staat om wat privacy op te offeren voor onze veiligheid, dan krijgt onze privacy op internet steevast voorrang, schrijft ze. “Online lijkt het erop alsof de veiligheid nog nooit heeft gewonnen.”

Naïef wereldbeeld

Is dat werkelijk zo? Heeft de politie in de echte wereld veel meer mogelijkheden dan op internet? Dat is een zeer twijfelachtige stellingname. In de jaren negentig, toen de Nederlandse bevolking voor het eerst online ging, was internet inderdaad een af en toe een juridisch niemandsland. Maar daar is inmiddels allang geen sprake meer van.

Sinds de eeuwwisseling heeft de politie juist heel veel online bevoegdheden gekregen. Denk bijvoorbeeld aan de bewaarplicht die opsporings- en veiligheidsdiensten in staat stelt om bij providers gegevens op te vragen over elke Nederlandse internetgebruiker. ISP’s zijn verplicht om bij te houden wanneer we online gaan en met wie we mailen. Die informatie moeten ze beschikbaar stellen als de autoriteiten daar om vragen.

Bits of Freedom heeft zich destijds verzet tegen de invoering van die bewaarplicht. Maar getuigt dat van een naïef wereldbeeld, waarin internet een parallel universum is waar vrijheid en privacy altijd voorrang moeten hebben, zoals Hertzberger suggereert? Nee toch?

Vergelijk het eens met de ‘echte wereld’. Stel je eens voor dat cafés in opdracht van de overheid van alle klanten de naam, de tijd van binnenkomst en het tafelgezelschap zouden registreren. Als minister Opstelten een voorstel met die strekking zou doen, zou het land te klein zijn. En terecht. Of zou Hertzberger dan ook schrijven dat de veiligheid in de horeca nooit lijkt te winnen?

IP-adres

In 2009 verscheen kindermisbruiker Frank R. al op de radar van de politie. Dat wil zeggen: zijn IP-adres kwam voor in een onderzoek naar seksueel misbruik via internet. De politie besloot hem echter niet te verhoren. In 2011 en 2012 kwamen er nieuwe tips binnen over R., maar het duurde uiteindelijk tot mei dit jaar voordat hij in de kladden werd gegrepen.

Is het probleem dan te weinig bevoegdheden of een weinig daadkrachtig optreden van de politie? Hertzberger denkt het eerste, ik denk het tweede.

Dit artikel verscheen op Computerworld.