Minister van Economische Zaken Herman Heinsbroek wil het vergelijken van mobiele-telefoonabonnementen makkelijker maken.
Dat schrijft hij in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid Arda Gerkens (Socialistische Partij).
De vijf Nederlandse aanbieders van mobiele telefonie hebben zoveel verschillende abonnementen dat veel consumenten door de bomen het bos niet meer kunnen zien. De Consumentenbond hekelde onlangs de ‘mist’ die mobiele aanbieders in stand zouden houden, waardoor een goede vergelijking tussen de verschillende abonnementen niet mogelijk is.
Heinsbroek is het met de Consumentenbond eens dat de transparantie voor de consument ‘beperkt’ is. Bij de implementatie van de Europese universele dienstenrichtlijn in Nederlandse wetgeving wil hij daarom bekijken hoe de onderlinge vergelijkbaarheid van tarieven kan worden verbeterd, zo schrijft hij. Wat hij concreet wil doen, blijft onvermeld.
Daarnaast houdt Heinsbroek de mogelijkheid open om wettelijke maatregelen te nemen om de verwijdering van sim-locks te vergemakkelijken. Op die manier zou het voor consumenten eenvoudiger worden om over te stappen van de ene telecomaanbieder naar de andere.
Voorlopig lijkt er echter nog geen aanleiding voor maatregelen. Volgens Heinsbroek is uit onderzoek gebleken dat “het aantal mensen dat naar een andere aanbieder overstapt bij mobiele telefonie erg hoog is in vergelijking met de meeste andere markten”.
Arda Gerkens van de Socialistische Partij is niet onder de indruk van de antwoorden van de minister en zal daarom vervolgvragen stellen. “Het blijft onduidelijk wat de minister precies wil doen om de transparantie te bevorderen. Hij wekt de indruk dat hij zich er niet echt druk over maakt en het liever allemaal aan de markt wil overlaten.”
“De minister moet ervoor zorgen dat ik weet waar ik aan toe ben als ik naar een telefoonwinkel ga om een belbundel van honderd minuten te kopen”, aldus Gerkens. “Je moet de prijzen van de verschillende aanbieders goed met elkaar kunnen vergelijken. De minister kan dat via de Opta afdwingen.”