Nederland steunt een Europees voorstel om ’terroristische’ sites te blokkeren. Welke terrorist laat zich daardoor afschrikken?
Wie op een verloren zondagmiddag graag een online bomrecept checkt of wat haatzaaiende sites afgaat, moet binnenkort op zoek naar een andere hobby. Als het aan Eurocommissaris Franco Frattini ligt, moeten internetaanbieders straks namelijk terroristische sites gaan blokkeren. “We moeten toe naar een gecontroleerd web”, aldus een woordvoerder van de Eurocommissaris.
Het verbieden of blokkeren van onwelgevallige informatie is één van de eerste middelen waarnaar totalitaire regimes, zoals die in China of Birma, grijpen. Voor democratische landen, zoals Nederland en de andere EU-lidstaten, zou het een laatste redmiddel moeten zijn. Het is op zijn minst een maatregel waarover je van tevoren heel goed moet nadenken.
En juist dat lijkt Frattini te hebben nagelaten. De reikwijdte van Frattini’s plannen is op z’n zachtst gezegd vaag. Tegenover persbureau Reuters verklaarde de Eurocommissaris vorige maand dat hij wilde laten onderzoeken hoe technologie kan worden ingezet om te verhinderen dat mensen zoeken naar ‘gevaarlijke woorden zoals bom, doden, genocide en terrorisme’. Na de War on Terrorism krijgen we nu dus de Oorlog tegen de Gevaarlijke Woorden.
Volgens een bericht op de site van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft Frattini het voorzien op ’terroristische websites waarop handleidingen voor bommen staan of die haat zaaien’. Dat is een omschrijving die meer vragen oproept dan-ie beantwoordt. Wanneer is een website bijvoorbeeld terroristisch? Moet de beheerder bijvoorbeeld lid zijn van een erkende terroristische organisatie? En wanneer is er sprake van haat zaaien? Op Ajax- en Feyenoord-sites wordt over en weer ook een hoop haat gezaaid, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat die pagina’s niet op de zwarte lijst van Frattini komen te staan.
De Eurocommissaris zal zijn definitieve plannen begin volgende maand presenteren, maar hij kan bij zijn streven naar een gecontroleerd web nu al rekenen op de steun van de Nederlandse minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA). Gelukkig zijn haar ambtenaren niet te beroerd om op de site van het ministerie te schrijven dat het volgens internetbedrijven ‘praktisch onmogelijk is om informatie op internet te weren’. Frattini weet dat. “Ik ben me er volledig van bewust dat als je één site sluit, de informatie elders een paar seconden later weer opduikt”, verklaarde hij onlangs tegenover Foreign Policy.
De vraag is welke terrorist zich door de maatregelen van Frattini zal laten afschrikken. Zouden er soms gelegenheidsterroristen bestaan die hun plannen om Schiphol op te blazen, laten varen omdat hun favoriete bomrecept opeens niet meer online beschikbaar is?
Wie op internet geen handleiding voor het maken van explosieven kan vinden, loopt gewoon even naar de bibliotheek om een scheikundeboek te lenen (handig: als je een zelfmoordaanslag pleegt, hoef je je ook geen zorgen te maken over de boete voor het te laat terugbrengen).
Ook bij het bestrijden van haatzaaiende boodschappen zullen de plannen van Frattini en Ter Horst weinig zoden aan de dijk zetten. Propagandavideo’s waarin zelfmoordterroristen/martelaren worden verheerlijkt, vinden al sinds jaar en dag via ouderwetse videobanden hun weg naar wannabe-terroristen. Internet is hooguit een middel om dergelijke beelden sneller en efficiënter te verspreiden, meer niet.
Natuurlijk, internet is een hulpmiddel voor terroristen. Ze gebruiken het om contact met elkaar te onderhouden, om propaganda de wereld in te sturen en om bomrecepten op te zoeken. Het is echter een illusie om te denken dat je met het blokkeren van ’terroristische’ sites het terrorisme een gevoelige slag toebrengt.
Ondertussen zetten Frattini en Ter Horst met hun plannen wel de deur open voor een gecontroleerd web. En dat lijkt me één van de weinige zaken die we niet uit China moeten importeren.