Dit was het nieuws

Liefst lokaal, sensationeel, betrokken én gratis. De macht van de nieuwsconsument neemt toe. Dat is niet alleen maar goed nieuws.

Het is al lang niet meer vanzelfsprekend dat we bij het ontbijt de krant lezen en om acht uur ’s avonds klaar zitten voor het Journaal. We bepalen zelf wanneer en waar we kennis nemen van het nieuws. En wat voor nieuws dat dan is. Liefst lokaal, sensationeel, betrokken én gratis. De macht van de nieuwsconsument neemt toe. Dat is niet alleen maar goed nieuws.

De bezoekers van de Pret A Manger aan de Londense Strand hadden op de ochtend van de zevende juli in 2005 geen idee wat er aan de hand was. Ja, buiten reden er geen auto’s meer – zeer opmerkelijk voor een straat die overdag het permanente verkeersinfarct in de Londense binnenstad als geen ander illustreert – maar waarom? De ochtendkranten die in overvloed aanwezig waren in de eettent, gaven geen antwoord. Daarom konden de bezoekers van de eettent alleen maar speculeren. Ik was één van die bezoekers en ik had geen idee dat er zojuist terroristische aanslagen waren geweest in drie metro’s en een bus. Mijn mobiele telefoon lag nog op de hotelkamer. En mijn mailbox liep ondertussen vol met verontruste mailtjes.

Het is sinds jaar en dag één van de paradoxen van het nieuws: je bent vaak beter op de hoogte als je enige afstand tot de gebeurtenis hebt – zowel in plaats als in tijd. Iets meer dan een maand later, in augustus 2005, kreeg ik daarvoor nog een bewijs. De trein waarin ik zat, was net weggereden van Amsterdam CS toen we met een flinke klap weer tot stilstand kwamen. De conducteur die op de overloop stond, riep iets, opende de deuren en ging naar buiten – om niet meer terug te keren. Er werd niets omgeroepen, maar na enkele minuten hoorden we wel de sirenes van de toegesnelde hulpdiensten. Deze keer had ik mijn mobiele telefoon bij me en belde ik een collega die een site heeft – Alarmeringen.nl – met de laatste meldingen van brandweer, ambulance en politie. Hij kon me vertellen wat het NS-personeel in de trein niet kon: de trein was ontspoord.

Zou ik nu nog steeds die collega moeten bellen om uit te vinden wat er aan de hand is? Nee. Diezelfde collega heeft namelijk een applicatie ontwikkeld voor de iPhone. Op basis van de gps-informatie van mijn telefoon, geeft de app de meest recente meldingen weer van politie, ambulance en brandweer bij mij in de buurt.
De applicatie van Alarmeringen.nl is exemplarisch voor een aantal ontwikkelingen die de toekomst van het nieuws bepalen. Het nieuws komt (bijna) real-time tot ons, op elke plaats en op elk gewenst moment. Het is lokaal en toegesneden op een specifieke doelgroep (de reizigers in een ontspoorde trein, brandweerfreaks). Het is gratis. En er komt geen journalist meer aan te pas.

Hyperlokaal
Het is al lang niet meer vanzelfsprekend dat we bij het ontbijt de krant lezen en om acht uur ’s avonds klaar zitten voor het Journaal. We consumeren het nieuws wanneer het ons uitkomt. Vergelijk het met een film of een tv-serie: je kunt erop wachten tot je ze in Nederland kunt zien, maar je kunt ze ook downloaden zodat je kunt kijken wanneer je zelf wilt. 
Zo gaat het ook met nieuws. Als we nog een abonnement hebben op een dagblad, sparen we de kranten op voor het weekend; als we wel tijd hebben om er goed voor te gaan zitten. Doordeweeks als we druk zijn, kunnen we ook wel toe met Nu.nl en Teletekst. Als er echt groot nieuws is – een neerstortend vliegtuig of een terroristische aanslag – kunnen die snelle media bovendien meteen onze nieuwshonger bevredigen.

Voor de onderwerpen die we echt interessant vinden, volgen we gespecialiseerde websites. Die in veel gevallen niet worden gemaakt door journalisten, maar door gepassioneerde deskundigen. Of gewoon door een programmaatje dat het web afspeurt naar nieuwsberichten over een bepaald onderwerp. Wie echt alles wil weten over Ajax heeft meer aan het forum van Ajax.netwerk.to dan aan Het Parool of de lokale nieuwszender AT5.

Traditionele nieuwsverschaffers zoals kranten en actualiteitenprogramma’s moeten mee veranderen met de gewijzigde nieuwsconsumptie. Toen op een zonnige zaterdag in mei 2000 een vuurwerkfabriek in Enschede ontplofte, meldden veel krantensites dat pas op maandag. In het weekend waren de verslaggevers bij de kranten druk bezig geweest met het schrijven van hun verhalen voor de maandagkrant en de internetredacties waren in het weekend gewoon vrij. Dat is nu ondenkbaar. Geen krant kan meer volstaan met een dagelijks pak papier dat op de deurmat ploft. Elke krant heeft een website die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat wordt bijgehouden. Ook in het weekend.

Het Journaal heeft veel meer bulletins dan vroeger en is op elk moment van de dag opvraagbaar. Via Uitzending Gemist, digitale televisie en de iPhone kun je op elk moment van de dag de laatste uitzending bekijken. Voor de nieuwsconsument is dit winst. Op elk moment van de dag kunnen we het laatste nieuws lezen. We hebben toegang tot veel meer bronnen in binnen- en buitenland. En we hoeven er niet voor te betalen. Het nieuws dat we krijgen voorgeschoteld, is bovendien vaker het nieuws dat we willen lezen, of beter geformuleerd: het nieuws waarnaar de meeste vraag is.
De bezoekcijfers van nieuwssites maken namelijk inzichtelijk welke verhalen goed scoren. En dat zijn geen artikelen over de genocide in Darfur of de verkiezingen in Afghanistan. Nee, we lezen liever over zaken die ons direct raken: het weer, de files, benzineprijzen.

‘Toen internet halverwege de jaren negentig opkwam, bestond er het idee dat de wereld zou veranderen in een global village’, stelt Andrew Keen, de auteur van het controversiële boek The Cult of the Amateur (in het Nederlands verschenen onder de titel De @-cultuur). ‘Maar als het op nieuws aankomt, blijken mensen vooral geïnteresseerd in hyperlokale onderwerpen: wat gebeurt er bij mij in de straat?
Dankzij internet en de mobiele telefoon is het veel makkelijker geworden om dergelijke kleine doelgroepen aan te spreken. Een krant wordt gemaakt voor het hele land of op zijn minst voor de hele stad, maar online kun je mensen op buurtniveau aanspreken. Een slimme lokale of regionale krant doet dat ook. Laat dat nieuws uit de rest van Nederland maar zitten, maar vertel ons waarom die man twee straten verderop vandaag uit zijn huis werd gezet.

Scoren
Roddels doen het ook goed. Als Britney Spears haar hoofd kaalscheert of Paris Hilton de gevangenis in moet, willen we dat toch even lezen. Net zoals ‘opmerkelijk nieuws’ onze nieuwsgierigheid prikkelt. Neem leraressen die seks hebben met hun leerlingen. Op sites als Telegraaf.nl en Spitnieuws.nl gaat er inmiddels vrijwel geen week voorbij zonder zo’n verhaal, maar hoe vaak las je daarover vijf jaar geleden?

‘Het lijkt wel of het vaker voorkomt’, speculeert Marco van der Laan, chef internet bij De Telegraaf, over de docentes die een relatie hebben met een minderjarige pupil. Om daar meteen aan toe te voegen: ‘Maar het kan natuurlijk ook dat er nu vaker over wordt geschreven. Niet alleen door ons, maar ook in het buitenland.’
Internetredacties weten vaak precies welke verhalen scoren. Van der Laan somt zonder problemen op waarvoor mensen naar de site van De Telegraaf (verreweg de bestbezochte Nederlandse krantensite) komen: ‘Breaking news – bijvoorbeeld zo’n Turks vliegtuig dat neerstort bij Schiphol – sport en showbiz.’
Wat ook goed werkt volgens Van der Laan zijn ‘boosmakende verhalen’. ‘Als we een artikel publiceren over iemand die geen politiechef kan worden omdat hij per ongeluk een blanke man is, dan stromen de reacties binnen. Dat is voor ons dan reden om er nog een verhaal aan te wijden.’

Dergelijke stellingnames zijn ook helemaal van deze tijd ‘Een moderne krant voert op bepaalde onderwerpen campagne’, zegt Henk Blanken, adjunct-hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden. ‘Zaken als betrouwbaarheid en onafhankelijkheid blijven belangrijk voor de journalistiek, maar je moet ook laten zien dat je authentiek en betrokken bent.’

De Telegraaf heeft op zijn voorpagina een overzicht staan van de bestgelezen verhalen van de afgelopen 24 uur. Van der Laan: ‘Natuurlijk proberen we daarvan te leren. Als je merkt dat iets werkt, doe je dat nog een keer.’ Nieuws brengen dat veel mensen willen lezen, zit bij De Telegraaf in de genen. De succesformule van de krant is naar internet gekopieerd en wordt daar verder verfijnd. ‘We zijn arrogant genoeg om te denken dat we weten wat de lezer wil’, aldus Van der Laan. De grootste krant van Nederland heeft als geen ander de vinger aan de pols van (een deel van) de Nederlandse samenleving.

Maar het is niet alleen De Telegraaf die het vooral moet hebben van sensationeel nieuws. Van de tien best gelezen verhalen op Nu.nl, de grootste Nederlandse nieuwssite, gingen er vorig jaar zeven over Joran van der Sloot, twee over Geert Wilders’ film Fitna en één over de brand bij de TU Delft. Misdaad, moslims en een lekkere fik tijdens kantoortijd: dat is waarvoor we naar ’s lands grootste nieuwssite gaan.

Leidt internet ertoe dat we alleen nog maar oppervlakkige berichten willen lezen of was de behoefte aan sensationele nieuwtjes eigenlijk altijd al aanwezig? Andrew Keen vermoedt dat het laatste het geval is. ‘Je kunt internet niet de schuld geven. Internet legt tendensen bloot die er toch al waren, en versnelt die ontwikkelingen’, meent hij.

Gratis
De situatie waarin de traditionele nieuwsbrengers – en dan met name de betaalde kranten – zich bevinden, doet sterk denken aan de crisis die de muziekindustrie begin deze eeuw trof. Ook daar verschoof de macht van de muziekproducenten naar de muziekconsumenten. Muziekliefhebbers kregen dankzij peer-to-peersoftware opeens een goedkoop en makkelijk alternatief voor de cd-winkel. 
Dankzij Napster (en alle daaropvolgende klonen zoals Kazaa en BitTorrent) kan iedereen gratis muziek downloaden. En als je maar een paar tracks van een cd wilt hebben, download je alleen die nummers. De opbrengst uit cd-verkopen liep terug. De betaalde kranten – de traditionele bastions van degelijke journalistiek – hebben vandaag de dag vergelijkbare problemen. Een flink deel van de inhoud – van het nieuws tot de cartoons van Fokke & Sukke – staat al online. Gratis. Het gevolg: minder inkomsten.

De reactie van de krantenmakers op de nieuwe tijd doet sterk denken aan die van de muziekindustrie. Kranten dreigen met rechtszaken tegen webloggers die inbreuk maken op hun auteursrecht. En ze wijzen met de beschuldigende vinger naar Google die al hun nieuws indexeert en er advertenties bij plaatst. En er wordt driftig gezocht naar een nieuw zakenmodel dat ervoor zorgt dat de geldkraan weer als vanouds opengaat. Tot nu toe vergeefs. Keen: ‘In plaats van snel en besluitvaardig te handelen, blijven kranten verlamd als konijnen in de aanstormende koplampen kijken. Net zoals de muziekindustrie.’

De oplages van kranten lopen in de hele westerse wereld terug. Het is nu eenmaal niet makkelijk te concurreren met het gratis nieuws op internet en van de freesheets als Sp!ts en Metro. En niet alleen de lezers laten de betaalde krant in de steek, dat geldt ook voor de adverteerders. Die volgen de consument naar internet. 
Het probleem van internet is dat kranten daar een veel minder sterke positie hebben op de advertentiemarkt. Bedrijven kunnen behalve op de krantensites ook op tal van andere plekken terecht online. En datzelfde geldt voor particulieren: de rubrieksadvertenties uit de kranten hebben het afgelegd tegen Marktplaats en de markt voor contactadvertenties is overgenomen door datingsites. Alleen op het gebied van overlijdensadvertenties hebben kranten nog niet echt veel te vrezen.

Navelpiercing
Henk Blanken schreef in 2001 een artikel voor de Volkskrant waarin hij het einde van de betaalde krant aankondigde. Het leverde hem destijds voornamelijk meewarige blikken van collega’s op, maar acht jaar later moeten de sceptici van destijds toegeven dat Blankens voorspelling helemaal niet zo gek was. Voor alle duidelijkheid: Blanken denkt niet dat de krant helemaal gaat verdwijnen. ‘Er zullen juist meer gratis kranten komen. En er zal ook wel een zakendagblad blijven en een nichekrant voor de elite.’ Maar er groeit wel een generatie op – in 2001 noemde Blanken het nog de Yahoo-generatie, nu heeft hij het over de Google-generatie of de mensen jonger dan 35 – voor wie een krant allesbehalve vanzelfsprekend is.

Op deze groep is de door Blanken bedachte Wet van de Navelpiercing van toepassing. ‘Wie op zijn drieëntwintigste nog geen navelpiercing heeft, gaat daar ook niet meer aan beginnen. Zo gaat het ook met ander sociaal gedrag, zoals bijvoorbeeld mediagebruik’, legt hij uit. ‘We hoopten lang dat jongeren alsnog de krant zouden gaan lezen op het moment dat ze eenmaal een relatie, een kind en een hypotheek hadden, maar zo werkt het dus niet. Wie op zijn vijfentwintigste geen betaalde krant leest, begint daar vrijwel zeker niet meer aan.’
Met alle gevolgen van dien. ‘In zeven jaar tijd zijn de betaalde kranten 20 procent van hun oplage kwijtgeraakt’, weet Blanken. Wie wil weten wat ons voorland is, moet kijken naar de Verenigde Staten waar menige krant op de rand van de afgrond balanceert of al in het ravijn is gestort. Kranten die jarenlang winstgevend waren, verliezen nu jaarlijks miljoenen. Dagbladen houden op te bestaan of moeten flink inkrimpen. De Christian Science Monitor, een honderd jaar oude publicatie, besloot te stoppen met zijn papieren uitgave. De krant is nu alleen nog maar online te raadplegen. Zelfs de bekendste krant ter wereld,The New York Times, gaat gebukt onder grote schulden.

Betaalde content
Is het eigenlijk wel erg dat de betaalde kranten verdwijnen? Zijn ze niet gewoon een artefact uit het verleden, zoals het cassettebandje of de twintigdelige encyclopedie? ‘Het is niet de plicht van de journalistiek om kranten te maken’, vindt Blanken. ‘Maar de journalistiek heeft wél de plicht om jongeren een geweten en ontwikkeling te schoppen. Dat moeten we doen via kanalen die jongeren wel gebruiken, want de krant is niet het kanaal van de toekomst.’

Internet en de mobiele telefoon zijn die kanalen wel volgens Blanken. Alleen valt daar tot nu toe nog niet veel geld mee te verdienen. Een lezer van een papieren krant levert een uitgever veel meer op – in abonnementsinkomsten en advertenties – dan een bezoeker van een krantensite. Dagbladen hebben wel geëxperimenteerd met betaalde toegang tot (delen van) hun sites, maar een enkele uitzondering daargelaten bleek dat weinig lucratief. Bezoekers stemmen met hun voeten: als ze bij site A moeten betalen voor het nieuws gaan ze wel naar site B waar het gratis is.
The New York Times besloot eind 2007 te stoppen met online abonnementen. Abonnees die 49,95 dollar per jaar of 7,95 dollar per maand betaalden, hadden toegang tot de stukken van de columnisten en tot de archieven van de krant. ‘Dat was ook een verkeerd model’, meent Keen. ‘Betalen voor columns werkt niet. Er zijn al zoveel meningen op internet. Je moet juist geld vragen voor grondige verslaggeving en onderzoeksjournalistiek.’

Keen meent dat nieuwsleveranciers er uiteindelijk niet aan zullen ontkomen om weer geld te gaan vragen voor hun online aanbod. ‘Het is niet mogelijk om hoogwaardige journalistiek te leveren als mensen niet bereid zijn om daarvoor te betalen’, stelt hij. In de kwaliteit van veel van de aangeboden gratis journalistieke content ziet hij zijn gelijk bevestigd. ‘Gratis kranten zijn troep.’ Keen is desondanks optimistisch over de kansen voor betaalde content. ‘Er zijn genoeg verstandige mensen die tegenwicht kunnen bieden aan de gratis-cultuur.’ Van der Laan (De Telegraaf) is daar echter niet van overtuigd. ‘Geld vragen voor nieuws dat elders gratis beschikbaar is, is een heilloze weg.

Zelfs als Keen gelijk krijgt en we gaan betalen voor nieuws dat we nu gratis krijgen, wordt het voor journalisten nooit meer zoals het was. Keen is zelf de eerste om dat te constateren. ‘Het moet verschrikkelijk zijn om op dit moment journalist te zijn. Je toekomstperspectief is misschien niet zo onzeker als dat van een werknemer in een autofabriek in Michigan, maar het scheelt niet veel. ‘Er is geen enkele garantie dat de ongeveer 11 duizend journalisten die we nu in Nederland hebben, aan het werk kunnen blijven’, zegt ook Blanken.

Nu hoeft dat niet per se een ramp te zijn. Journalisten doen regelmatig dubbel werk. Is het bijvoorbeeld echt nodig dat er zestig vertegenwoordigers van de media op het vliegtuig stappen als Geert Wilders een bij voorbaat kansloze poging waagt om het Verenigd Koninkrijk binnen te komen? We waren toch ook prima geïnformeerd geweest als driekwart van die journalisten thuis was gebleven?
‘De vraag is hoeveel journalisten je nodig hebt voor een geïnformeerde samenleving’, zegt Blanken. Het is een vraag die raakt aan het wezen van onze democratie. Keen: ‘Als we straks geen journalisten meer hebben die ons vertellen wat er in Iran gebeurt, hoe kunnen we dan een afgewogen mening vormen over de vraag of het land een gevaar voor ons vormt?’

 

Top 10 Nieuws Tools

1. Nu.nl. De iPhone-app van Nederlands best bekeken nieuwssite. Grappig: het laatste nieuws ophalen, doe je door met je iPhone te schudden.

2. Google News. Hoe hebben we ooit zonder gekund? Veel kranten en persbureaus bekijken de nieuwsaggregator van Google met argusogen, maar de echte nieuwsjunk kan niet zonder. Google News indexeert de berichten van duizenden nieuwssites in tal van talen. Erg handig als je verschillende bronnen over hetzelfde onderwerp wilt raadplegen.

3. Alarmeringen. Als er een brandweerwagen met loeiende sirenes komt langsrijden, geeft deze iPhone-app van Alarmeringen.nl antwoord op de vraag waar de fik is. Op basis van je locatie geeft het programma de dichtstbijzijnde brandhaarden weer.

4. Twitterfall. De Nederlandse doorbraak van Twitterfall kwam toen er bij Schiphol een Turks vliegtuig crashte. De dienst laat de meest recente tweets zien over onderwerpen die hot zijn. De pagina refreshen is niet nodig: de resultaten verschijnen automatisch op je scherm.

5. Journaal. Altijd de laatste aflevering van het NOS Journaal zien? Het kan met de Journaal app van Webstate. Nadeel: video bekijken op je iPhone slurpt energie.

6. Press Display. Waarom zou je je bij je keuze voor een krant laten beperken tot het aanbod in de kiosk? Press Display biedt meer dan 900 kranten uit ruim tachtig landen aan. Op de voorpagina van de site wordt bijgehouden hoeveel bomen de dienst tot nu toe heeft ‘gered’. Jammer dat er online niet meer met de kranten wordt gedaan.

7. Nukaart. Android-applicatie die je het laatste nieuws brengt op basis van de plaats waar je je bevindt. Maakt gebruik van nieuws afkomstig uit verschillende bronnen, zoals Nu.nl, Nufoto.nl en Misdaadkaart.nl.

8. CBS Eye Mobile. Zelf nieuws maken? Via deze iPhone-applicatie van CBS kun je berichten en foto’s insturen. Gebruikers hebben sowieso veel invloed, want ze kunnen ook verhalen naar boven en beneden stemmen.

9. Mobile News Network. Nieuws van één van de grootste persbureaus ter wereld, Associated Press. Op basis van je GPS-gegevens biedt de app ook lokaal nieuws. Nadeel: de lokale-nieuwsfunctie werkt alleen in de Verenigde Staten.

10. Times Reader. De elektronische editie van The New York Times probeert de echte krant zo goed mogelijk na te bootsen en heeft ook nog wat extraatjes. Zo kun je de foto’s van de dag in een slideshow aan je voorbij laten trekken. Croissantje en een kopje thee erbij en het is net zondagochtend.

Dit artikel verscheen in Bright 27.