De piranha’s van de democratie

In een romantische bui mogen journalisten graag filosoferen over hun taak als waakhond van de democratie. Journalisten controleren immers de macht: ze onthullen en ontmaskeren. Ze brengen corrupte politici ten val en brengen foute bedrijven in het nauw. En zelfs als journalisten zich niet met zulke heldhaftige activiteiten bezighouden, doen ze vaak nog vrij aardig verslag van wat er zoal gebeurt in de politiek, het bedrijfsleven en in de rest van de wereld. Ja, het kan natuurlijk allemaal veel beter, maar voor het functioneren van de democratie zijn goede media vooralsnog onontbeerlijk.

Kostbare zaak

Goede journalistiek is een kostbare aangelegenheid en dat is precies waar de schoen de laatste jaren begint te wringen. Met name kranten – de traditionele bastions van degelijke journalistiek – verdienen lang niet meer zoveel als voorheen. Klotste het geld in de jaren negentig nog over de plinten heen, inmiddels hebben dalende abonneeaantallen en weggelopen adverteerders ervoor gezorgd dat krantenconcerns overal in de westerse wereld de broekriem moeten aanhalen.

Er zijn tal van redenen te bedenken waarom (betaalde) kranten hun lezers zien weglopen. Er is een nieuwe generatie voor wie het lezen van een dagblad geen vanzelfsprekendheid meer is. Ook zijn er zijn gratis alternatieven, zoals Metro, Spits en De Pers. En er is het internet waar het nieuws van nu – en dus niet het nieuws van gisteren – de hele dag door gratis beschikbaar is.

Links na 30 dagen verwijderen

De concurrentie van internet zit menige krantenmaker dwars. Voornamelijk omdat het na al die jaren nog steeds nauwelijks lukt om geld te verdienen met internet. Het is nu eenmaal onmogelijk voor kranten om hun verdienmodel online overeind te houden. Ook al hebben ze op internet veel meer lezers, de inkomsten die daar tegenover staan, zijn verwaarloosbaar in vergelijking met de omzet die wordt behaald met de papieren krant.

Hoe kranten met internet omgaan, verschilt van uitgever tot uitgever. De Britse krant The Guardian omarmt de mogelijkheden van online. Het dagblad lanceerde deze maand bijvoorbeeld een plugin die iedereen met een weblog dat op WordPress draait, de mogelijkheid biedt om artikelen integraal over te nemen. Plugin installeren, artikel selecteren en publiceren maar.

De Vlaamse kranten kiezen voor een strategie die daar haaks op staat. Eind vorige week plaatste de brancheorganisatie Reprocopy een paginagrote advertentie met regeltjes voor het dieplinken naar artikelen. Regeltjes? Ja. Denk bijvoorbeeld aan: “Enkel de titel en een beperkt aantal karakters (max. 150) worden gereproduceerd.” En: “De links moeten na 30 dagen verwijderd worden en mogen dus niet gearchiveerd worden.”

U vindt dat ver gaan? Check dan voor de grap eens deze pagina van de publieke (!) omroep VRT: “U mag op uw eigen website een link aanbrengen naar de startpagina van de VRT-websites. (…) Andere hyperlinks mag u alleen aanbrengen na uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van de VRT. U kunt uw verzoek sturen naar de webmaster van de site waar u een link naar wilt leggen.”

Paard achter de wagen

Dat media niet zitten te wachten op websites die stelselmatig (grote delen van) hun artikelen overnemen, is begrijpelijk. Maar waarom moeilijk doen over iedereen die net iets meer dan 150 karakters van je artikel wil citeren? En waarom überhaupt moeilijk doen over iemand die wil linken naar je artikel?

Met dergelijke regels spannen de Vlaamse media het paard achter de wagen. In plaats van blij te zijn dat mensen naar hen linken en het over hun nieuws hebben, stellen ze een beleid op waarmee ze zoveel mogelijk obstakels opwerpen voor iedereen die graag wil wijzen op een stuk dat hij op een krantensite heeft gelezen.

Vrije discussie lijdt

Daarmee snijden de Vlaamse dagbladen en de VRT niet alleen zichzelf in de vingers. Ook het publieke debat heeft te lijden onder een dergelijk rigide linkbeleid. De democratie heeft niet alleen goede media nodig maar ook een goede vrije discussie naar aanleiding van het nieuws in diezelfde media.

En omdat we niet meer in het tijdperk van de postduif leven, spreekt het voor zichzelf dat die discussie ook op internet plaatsvindt. Het is echter niet bevorderlijk voor het publieke debat als online deelnemers daaraan moeten vrezen voor een rechtszaak omdat ze per ongeluk 151 karakters uit een nieuwsartikel hebben geciteerd.

Met hun bizarre hyperlink-beleid ontpoppen de Vlaamse media zich niet als de waakhonden maar als de piranha’s van de democratie.