Wie een programma wil aanbieden op de iPhone moet eerst goedkeuring krijgen van Apple. Aanstootgevende apps zijn uit den boze. En Apple’s definitie van aanstootgevend is tamelijk ruim, zo ondervinden cartoonisten en uitgevers.
Een paar dagen voor Kerst besloot Apple de zogeheten Wikileaks-app uit zijn winkel met programmaatjes voor de iPhone te halen. De software die bezitters van een iPhone in staat stelde om de nieuwste publicaties van Wikileaks op hun telefoon te lezen, kon volgens Apple niet door de beugel. Het computerbedrijf liet weten dat de app ‘in strijd is met onze richtlijnen’. ‘Apps moeten in overeenstemming zijn met alle lokale wetgeving en mogen geen gevaar vormen voor individuen of groepen’, verklaarde een woordvoerster van Apple tegenover The New York Times.
Het verwijt dat de publicaties op Wikileaks mogelijk een gevaar vormen voor individuen en groepen, komt niet helemaal uit de lucht vallen. Vorig jaar zomer, ruim drie maanden voordat Wikileaks begon met het vrijgeven van de ambtsberichten afkomstig van Amerikaanse diplomaten, deed Amnesty al een beroep op Wikileaks-oprichter Julian Assange om de namen van Afghaanse burgers te verwijderen uit de geheime documenten die de site had geplaatst over de oorlog in Afghanistan. Afghaanse burgers waarvan wordt vermoed dat ze samenwerken met de overheid of buitenlandse militairen, lopen immers een grote kans om te worden vermoord. Wikileaks lijkt van deze affaire te hebben geleerd, en houdt bij de publicatie van geheime stukken nu rekening met de mogelijke gevolgen voor genoemde personen.
Dat Apple wil dat apps in overeenstemming zijn met alle lokale wetgeving is evenmin nieuw, al leidt die vereiste wel regelmatig tot gemor. Terwijl internet een vrijhaven is waar je zonder toestemming vooraf alles kunt publiceren, heeft Apple voor de iPhone en de iPad een ecosysteem gecreëerd dat wel wat wegheeft van een aangeharkt Disney-pretpark. Elke app die via de App Store van Apple wordt aangeboden, wordt eerst gecontroleerd. Dat heeft voordelen – door de controle van Apple hoef je je bijvoorbeeld een stuk minder zorgen te maken dat je een virus downloadt – maar ook nadelen: het wordt allemaal wel erg braaf. Een vuurwerk-app die suggereerde dat na de ontploffing het scherm van de iPhone was gebroken, werd bijvoorbeeld afgekeurd: stel je voor dat iemand zou denken dat zijn telefoon echt kapot was…
Aanstootgevende apps zijn uit den boze. Dat ondervond de Nederlandse cartoonist Nozzman, die onder meer tekent voor NRC Handelsblad en Veronica Magazine. Apple keurde zijn app af omdat sommige grappen te grof zouden zijn en omdat hij een cartoon had gemaakt over de iPad. Met dat laatste maakte Nozzman volgens Apple inbreuk op het merkrecht. ‘Ik heb de gewraakte grappen verwijderd en de app vervolgens opnieuw ingediend. Toen kwam hij er wel door.’ Nozzman vermoedt dat de strenge censuur een gevolg is van het feit dat Apple een Amerikaans bedrijf is. ‘In de Verenigde Staten gelden toch andere normen. Ik begrijp goed dat ze racistische apps weigeren, maar cartoons zijn alleen maar grapjes. Het is eng dat een leverancier zich daarmee gaat bemoeien. Apple is op deze manier niet alleen een winkeleigenaar, maar bemoeit zich ook nog eens met de inhoud van de app.’
Nozzman is niet de enige cartoonist die aanvankelijk niet door de Apple-censuur heen kwam. Hetzelfde lot trof de Amerikaanse tekenaars Mark Fiore en Tom Richmond. Cartoonist Fiore, die nota bene de journalistieke Pulitzer-prijs won voor zijn werk, kreeg nul op het rekest omdat Apple meende dat hij in zijn tekeningen ‘de draak stak met publieke figuren’. De gewraakte cartoons handelden onder meer over marteling en Obama. Stuk voor stuk tamelijk brave tekeningen – zeker naar Nederlandse maatstaven. Ook voor de app van Richmond met politieke karikaturen was Apple aanvankelijk onverbiddelijk: het programma zou afbreuk doen aan het imago van publieke figuren en werd dus afgewezen. Nadat er op internet een storm van protest opstak, keurde Apple de app alsnog goed.
Dat Apple de app van Richmond aanvankelijk afkeurde en vervolgens toch toeliet, is symptomatisch voor het onduidelijke beleid dat het bedrijf hanteert ten aanzien van de programma’s in de App Store. De ene app wordt geweigerd, terwijl een andere vrijwel identieke app gewoon wordt toegelaten. Zo werd een app van een Deense uitgever over Android (een besturingssysteem voor mobiele telefoons van concurrent Google) buiten de Store gehouden. ‘Je tijdschrift gaat alleen maar over Android. Dat kunnen we niet hebben in onze App Store’, kreeg de uitgever te horen. Andere apps over Android werden daarentegen wel toegelaten.
‘Het is een ondoorzichtig proces’, vertelt Thomas Engel van The Saints, een bureau dat apps heeft ontworpen voor onder meer Vrij Nederland en het weblog Geenstijl. ‘Aanvankelijk stond Apple ook niet toe dat ontwikkelaars ervaringen uitwisselden. Je mocht op fora geen vragen stellen over het toelatingsproces. In de loop van de tijd ontwikkel je vanzelf wel een gevoel voor wat wel en niet mag.’
De onduidelijkheid rondom het toelatingsproces tot de App Store leidt er toe dat de ontwikkelaars van apps overgaan tot zelfcensuur. Vrij Nederland besloot bijvoorbeeld om een artikel dat het tijdschrift had geplaatst over contactadvertenties niet mee te nemen in de iPad-app. ‘Er zat wat tijdsdruk achter de lancering van de app. Vrij Nederland wilde de app graag voor de verschijning van het kerstnummer uitbrengen. Als Apple dan besluit om een app te weigeren, loop je zo tien dagen vertraging op’, aldus Engel. ‘Dingen die op het randje zijn, kun je dan beter niet doen.’
Over de rand is bij Apple in ieder geval alles dat riekt naar seks en bloot. Om die reden bevat de app van het vrouwenblad Viva bijvoorbeeld niet de bekende rubriek Anybody, waarin lezers zich letterlijk blootgeven. En terwijl bezitters van een Android-telefoon (telefoons waarop het besturingssysteem van Google draait) een Playboy-app met blote borsten kunnen downloaden, moeten iPhone-bezitters genoegen nemen met een Playboy-app zonder naakt.
Voor sommige organisaties of sites kan de Apple-censuur reden zijn om maar helemaal niet aan een app te beginnen. ‘Het ontwikkelen van een app kost toch redelijk wat geld. Als het onduidelijk is of Apple je product dan toelaat, bedenk je je als kleine organisatie toch wel twee keer’, vertelt Bram Heerink van de online homo-community Gay.nl. Omdat de iPhone bij de bezoekers van Gay.nl erg populair is, wil Heerink toch een app ontwikkelen, al verwacht hij dat Apple het programma met bovengemiddelde aandacht zal bekijken. ‘Als je een app indient waarin het woord gay voorkomt, gaan de alarmbellen rinkelen. Bij een homo-app wordt toch al snel de relatie met seks gelegd, terwijl dat bij een hetero-app, van Hyves bijvoorbeeld, niet het geval is.’
Heerink vindt de Apple-censuur hypocriet. ‘Zelf heeft Apple namelijk wel een app ontwikkeld waarmee je toegang hebt tot alles wat met seks te maken heeft.’ Heerink doelt op de Safari-browser waarmee iPhone-bezitters over het web kunnen surfen. Nadeel van websurfen op de iPhone is wel dat de gebruikerservaring een stuk minder prettig is dan via een app. Webpagina’s zijn immers niet gemaakt om via een klein iPhone-scherm te worden bekeken. Vandaar dat de meeste iPhone-bezitter Safari als het even kan links laten liggen. Wie een website heeft en graag wil dat ook iPhone-bezitters kennisnemen van de inhoud, maakt daarom een app.
Het toonaangevende technologietijdschrift Wired verklaarde het web om die reden zelfs al dood. De toekomst is aan de apps, aldus Wired. Niet alleen op je iPhone, maar ook op tal van andere apparaten: van de e-reader tot de tv. Apple bakt zijn App Store nu ook mee in zijn besturingssysteem voor computers. Volgens de Amerikaanse actiegroep tegen kopieerbeveiligingen Defective by Design is dat de eerste stap op weg naar een Mac-platform waarbij Apple bepaalt welke software je wel en niet mag installeren. Dat is waarschijnlijk wat al te somber, maar via de App Store bepaalt Apple wel voor een belangrijk deel wat bezitters van een iPhone of iPad wel en niet kunnen zien op hun apparaat.
Vooralsnog zijn er maar weinig mensen die om die reden besluiten geen iPhone aan te schaffen. ‘Uiteindelijk heeft Apple gewoon een succesvol ecosysteem gecreëerd’, stelt Engel vast. De gebruikers zijn enthousiast en dat geldt ook voor de ontwikkelaars van apps die via de App Store van Apple vooralsnog veel meer verdienen dan bij concurrenten als Android. Bovendien stelt Apple zich de laatste tijd minder streng op bij het keuren van nieuwe apps, zo is de ervaring van menige ontwikkelaar. En die ontwikkeling zal zich alleen maar verder doorzetten, verwacht Engel. ‘Vroeg of laat zal Apple vanzelf opener worden.’ En oja, net zoals bij alle andere vormen van censuur is ook de controle van Apple niet helemaal waterdicht. Nadat de app van Nozzman was toegelaten tot de App Store, voegde de tekenaar de aanstootgevende cartoons alsnog toe. Geen haan die ernaar kraaide.
Een geredigeerde versie van dit artikel verscheen in februari 2011 in Wordt Vervolgd, het tijdschrift van Amnesty International.