Brinkhorst blij met e-mailcode reclamebranche

Dat heeft hij geantwoord op kamervragen van Martijn van Dam (PvdA). Volgens de e-mailcode kunnen mensen die spam ontvangen van Nederlandse bedrijven daarover klagen bij de Reclame Code Commissie. De overheid zelf heeft echter de telecomwaakhond OPTA aangewezen als spammeldpunt.

Brinkhorst is niet bang dat mensen straks niet meer weten bij wie ze terecht moeten met hun klachten over spam. “Met de handhaving van het spamverbod in de Telecommunicatiewet is OPTA belast en dit wordt ook duidelijk, zowel door OPTA als door mijn departement, aan het publiek gecommuniceerd. De consument die de weg van een klacht bij de Reclame Code Commisie bewandelt, staat ook de weg naar OPTA open via de website spamklacht.nl.”

Brinkhorst beschouwt de e-mailcode van de direct-marketingbranche als ‘een positief teken’. “De sector geeft hiermee blijk van betrokkenheid bij de overlast die door spam wordt veroorzaakt en van een positieve houding om deze overlast voor de consument te beperken.”

Van Dam is niet verrast over het enthousiasme van Brinkhorst over het initiatief van de direct-marketingbranche. “Ook bij de behandeling van de wet koos Brinkhorst meestal de kant van de sector.”

Actieve handeling

Het PvdA-kamerlid maakt zich zorgen over de manier waarop de direct-marketingbranche het wettelijke spamverbod in de gedragscode heeft geïnterpreteerd. In de code staat dat de bezoeker van een website ‘een actieve handeling’ moet verrichten om aan te geven dat hij e-mail wil ontvangen.

Volgens Van Dam gaat de wet verder: bedrijven zijn verplicht om een bevestigingsmailtje te sturen naar iemand die zich via een website aanmeldt. “Een bedrijf moet kunnen aantonen dat iemand inderdaad toestemming heeft gegeven voor het ontvangen van e-mails. Dat kan het beste door een bevestigingsmailtje. Ik heb er nota bene zelf voor gezorgd dat dat artikel in de wet is opgenomen.”

De antwoorden van Brinkhorst over dit onderwerp lijken tegenstrijdig. Eerst schrijft hij dat het aanvinken van een vakje op een website voldoende kan zijn. Daarna herhaalt hij echter dat e-mailverzenders moeten kunnen aantonen dat zij toestemming hebben om iemand te mailen. “Een systeem van confirmed opt-in (een bevestigingsmailtje, red.) kan daaraan bijdragen”, meent Brinkhorst.