In aanloop naar de uitreiking van de Dutch Bloggies spreekt Bright met een aantal genomineerde bloggers. In de eerste aflevering Hubert Roth van Retecool, onder meer over zijn tv-plannen.

Hubert ‘Reet’ Roth: ‘Samen met twee producenten die hun sporen hebben verdiend met het maken van programma’s voor de publieke omroep, zijn we bezig een internettelevisiekanaal op te zetten.’

Retecool is dit jaar drie keer genomineerd voor een Dutch Bloggie, in de categorieën beste weblog, beste collectieve weblog en beste vormgeving. In de laatste categorie, waarin deze week door het publiek kan worden gestemd, kwam Retecool in de nominatieronde bovenaan.

‘Het helpt wel dat ik grafisch aangelegd ben’, probeert Hubert Roth zijn goede klassering bij de nominatieronde te verklaren. ‘Ik heb grafische vormgeving gedaan op de Kunstacademie, al heb ik die studie nooit afgemaakt.’ De vrijheid bij het vormgeven van een weblog is volgens Roth beperkt. ‘Het is moeilijk buiten een vaste vorm te gaan. Als je redelijk wat content op je pagina wilt hebben, kom je toch al snel op een driekolommenopmaak uit. In de nieuwste lay-out, Retecool 8.0, hebben we wel wat leuke trucs uitgehaald met Ajax. Zo schuiven de artikelen uit als je meer wilt lezen en worden slechte reacties doorgetrokken. Letterlijk.’

Tot nu toe heb je één post gewijd aan de Dutch Bloggies. Neem je die prijs wel serieus?

‘Eigenlijk neem ik geen enkele prijs serieus. Het is wel leuk voor je ego, maar vaak is het zo dat het weblog met de meeste stemmen wint. Als je als groot weblog maar voldoende ruchtbaarheid geeft aan een verkiezing, kun je zo’n prijs makkelijk winnen. Gelukkig is dat bij de Dutch Bloggies nu anders geregeld. Ik vind de Bloggies wel een leuk initiatief, zeker omdat het al zo lang bestaat en de organisatie steeds professioneler wordt.’

 

Retecool was het eerste Nederlandse shocklog. Inmiddels zijn er veel meer van dergelijke blogs, zoals GeenStijl, VKmag en Jaggle. Heb je het idee dat ze jullie voorbij zijn gestreefd?

‘In het aantal bezoekers is GeenStijl ons wel voorbijgegaan natuurlijk. Maar GeenStijl is een heel andere kant opgegaan dan wij. GeenStijl is geen weblog meer zoals Retecool dat is. Zij geven meer commentaar op het nieuws en scoren af en toe met een geruchtmakend filmpje, terwijl wij nog steeds een linkdump zijn. VKmag heeft het linkdumpen ook losgelaten: zij linken nu vooral naar eigen filmpjes die ze ergens hebben gevonden.’

Wat was de toptijd voor Retecool?

‘Als je kijkt naar populariteit, deden we het natuurlijk erg goed toen GeenStijl groot begon te worden. Destijds kon je geen krant openslaan of GeenStijl of Retecool werden wel genoemd. Toen deden we ook meer aan nieuws, terwijl we nu weer wat meer underground-content brengen.’

Het volgen van de actualiteit is voorbij?

‘De laatste verkiezingen hebben we wel uitgebreid verslagen, maar verder proberen we echt internet op te gaan. Zo zijn we ook begonnen en dat vinden we het leukst. Binnenkort komen we bijvoorbeeld met een serie over mensen die honderd jaar geleden bepaalde zaken hebben ontwikkeld die nu belangrijk zijn voor internet. Dat zijn wat moeilijkere onderwerpen, maar dat bevalt wel goed om te doen.’

Ik heb het idee dat er de laatste tijd wat minder relletjes zijn rond Retecool. Klopt dat?

‘Ja, we zijn ook niet meer echt op zoek naar rellen. Dat trucje hebben we nu zo vaak gedaan, het is meer iets voor anderen geworden. Die foto van die mevrouw van school die seks heeft in een steegje of de video van de ophanging van Saddam Hussein zie je overal. Dat is makkelijke content, dat proberen we zo min mogelijk te doen.’

De Braatolizer, bedoeld om spammers terug te pakken, zetten jullie ook niet meer in.

‘De Braatolizer is aan zijn eigen succes ten onder gegaan. Spam is inmiddels verboden in Nederland. Er zijn eigenlijk geen spammers meer in Nederland die we kunnen aanpakken. Spammers in het buitenland vinden, is moeilijker.’

Jullie gaan nog wel gewoon door met het dissen van slechte zangers en zangeressen?

‘Ja, dat zal altijd wel blijven. Dat is prijsschieten. Die zangers zijn ook zo makkelijk te vinden. Internet zit daar echt helemaal vol mee: het is een kwestie van zanger of zangeres intoetsen bij Google. Soms reageren die zangers dan weer met een dreigmailtje, maar dat is natuurlijk koren op onze molen.’

Retecool ging in 2000 van start. Je hebt meegemaakt hoe de Nederlandse blogosfeer uitgroeide van een handvol blogs tot de huidige situatie, waarbij zo ongeveer iedereen wel een blog heeft. Wat denk je van die ontwikkeling?

‘Toen ik begon, was Retecool het eerste shockblog en werd ik meteen verketterd. Het is inmiddels een stuk moeilijker geworden om je nu te onderscheiden. De laatste tijd zijn er geen weblogs meer bij gekomen die in één keer groot zijn geworden. Weblogs die een paar jaar geleden de toon zetten, doen dat nog steeds. Verder vind ik het wel goed dat de weblogwereld niet meer zo’n kliekje is. Een Nederlandse weblog-community heb ik altijd bullshit gevonden. Je hebt toch ook geen Albert Heijn-community?’

De populaire weblogs zijn ook geprofessionaliseerd.

‘Ja, GeenStijl is een bedrijf en VKmag ook. Ik heb ook iemand in dienst. Retecool moet niet te groot worden, maar daar gaan de komende tijd nog wel wat mensen bijkomen. Er wordt nu geld mee verdiend. Dat had ik nooit kunnen bevroeden toen ik in 2000 begon.’

Je bent één keer gestopt. Kun je je voorstellen dat je dat weer zou doen?

‘Nee, dat zou zonde zijn. Omdat ik nu iemand in dienst heb zou dat ook lastiger zijn.’

GeenStijl heeft onlangs geprobeerd de overstap te maken naar de tv. Wanneer volgt Retecool?

‘Wij maken geen overstap naar de tv. Het zal eerder omgekeerd zijn: je moet juist proberen om de content op internet te houden. Binnenkort komen we met een nieuwe versie van Retevisie. Samen met twee producenten die hun sporen hebben verdiend met het maken van programma’s voor de publieke omroep, zijn we bezig een internettelevisiekanaal op te zetten. In eerste instantie komt daar één video per dag op. Dat zijn korte, speciaal voor internet gemaakte filmpjes. Op den duur moeten ook andere mensen daar hun eigen content kwijt kunnen.’

Dit artikel verscheen op Bright.nl.