Het huidige auteursrecht en de rechthebbenden vormen een bedreiging voor onze vrijheid, vindt de Zweedse piratenpoliticus Christian Engström.
‘Omdat ik politicus ben, zeg ik dat ik het met jullie allemaal eens ben’, besloot Christian Engström, de Europarlementariër van de Zweedse piratenpartij, maandagavond een door GroenLinks georganiseerde discussiebijeenkomst over online burgerrechten. Ook als hij geen politicus was geweest, had hij dat hij kunnen zeggen, want de piratenpoliticus kon maandag voor eigen parochie preken. Alle aanwezigen die het woord voerden (en dat waren er nogal wat), waren het wel min of meer met Engströms agenda eens.
Als het aan Engström ligt, wordt het auteursrecht niet volledig afgeschaft – zoals de Piratenpartij in haar begindagen wilde – maar aangepast aan de eisen van onze tijd. Of beter nog: we moeten gewoon weer terug naar de situatie van twintig jaar geleden, toen internet nog geen rol speelde.
‘Destijds was het auteursrecht louter iets tussen bedrijven onderling’, stelt Engström. ‘Consumenten werden er niet mee lastiggevallen. Ze konden alles doen wat ze wilden: opnames maken van de radio, zaken kopiëren of elkaar een plaat lenen.’ Inmiddels hebben consumenten veel meer te maken met de gevolgen van de auteursrechtenwetgeving. ‘Elke tiener overtreedt de wet nu dagelijks. Dat is een vreemde situatie: je kunt geen wetgeving in stand houden waarmee een groot deel van de bevolking het oneens is.’
De oplossing van Engström is simpel: het copyright moet (weer) alleen gaan gelden voor commercieel gebruik. Dat betekent dat file sharing wordt gelegaliseerd en digital rights management (drm) wordt verboden. Ook de duur van het auteursrecht moet flink worden ingeperkt. Nu blijven de rechten vaak gelden tot 70 jaar na de dood van de auteur. Als het aan Engström ligt, loopt het auteursrecht drie jaar na de creatie van een werk weer af. ‘In de culturele sector moet dat voldoende zijn.’
‘Dat klinkt allemaal radicaal, maar is het niet’, vindt Engström. ‘De meeste bedrijven zullen gewoon blijven bestaan.’ De creatieve sector hoeft er volgens de piratenpoliticus niet onder te lijden. ‘Ook nu nog geven mensen ongeveer evenveel geld uit aan cultuur als voor de komst van internet. Alleen de zaken waaraan het wordt uitgegeven, zijn veranderd. Zo gaan mensen nu vaker naar concerten in plaats van dat ze cd’s kopen.’
Engström twijfelt er niet aan dat het auteursrecht vroeg of laat hervormd zal worden. ‘Dat kan vijf jaar duren of vijftig jaar, maar het zal gebeuren.’ Wel is hij bezorgd dat in de tussentijd onze fundamentele rechten en vrijheden worden aangetast. En de film- en muziekindustrie zijn volgens de Zweedse politicus één van de drijvende krachten achter de ontwikkeling waarbij de overheid burgers op alle mogelijke manieren in de gaten houdt.
Als voorbeeld noemde Engström ACTA: de met geheimzinnigheid omgeven plannen om providers te laten controleren of hun abonnees geen auteursrechterlijk bescherm materiaal uitwisselen. De politicus bepleitte daarom een Internet Bill of Rights: een set burgerrechten die zijn toegesneden op het digitale tijdperk.
Het was één van de weinige onderwerpen waarover niet iedereen het maandagavond eens was. Volgens Ot van Daalen van Bits of Freedom is zo’n Internet Bill of Rights niet nodig. ‘We hebben al genoeg rechten. We moeten er alleen voor zorgen dat de huidige rechten beter worden toegepast.’
Dit artikel verscheen op Bright.nl.