Aanpak p2p-gebruikers staat op laag pitje bij Brein

“Twee jaar geleden waren consumenten die bestanden aanboden op peer-to-peer-netwerken een grotere prioriteit voor ons”, geeft Tim Kuik, directeur van Stichting Brein, toe. “In de markt bestond toen een gevoel dat je zonder problemen gebruik kon maken van Kazaa.”

Het Amsterdamse Gerechtshof en de Hoge Raad hadden immers bepaald dat Kazaa legaal was. Niet de makers van Kazaa waren verantwoordelijk voor de auteursrechteninbreuken die via het uitwisselprogramma plaatsvonden, maar de gebruikers. Kuik: “Daardoor werden wij voor het blok gezet. Hoewel we er niet enthousiast over waren, moesten we duidelijk maken dat je als consument een risico loopt.”

Brein spande een rechtszaak aan tegen een aantal Nederlandse internetaanbieders om de namen te krijgen van zo’n 30 ‘grote uploaders’ die via p2p muziek aanboden. Die namen kreeg Brein niet, omdat de auteursrechtenorganisatie bij het verzamelen van de IP-adressen een Amerikaans onderzoeksbureau had ingeschakeld. Omdat in de VS onvoldoende waarborgen bestaan voor de bescherming van persoonsgegevens, was er geen sprake van rechtmatige gegevensverwerking, oordeelde de rechtbank in Utrecht.

Klachtenprocedures

Begin dit jaar lanceerden XS4ALL en KPN klachtenprocedures (pdf) die Brein in staat stellen om de naam-, adres- en woonplaatsgegevens (NAW) te verkrijgen van abonnees die via p2p auteursrechterlijk beschermde bestanden aanbieden. Daarbij moet dan wel sprake zijn van ‘het aanbieden van een significante hoeveelheid vermeend onrechtmatige bestanden die gedurende langere periode zijn verspreid’.

Kuik noemt de klachtenprocedures ‘een goede stap voorwaarts’. Maar Stichting Brein heeft er nog geen gebruik van gemaakt om de NAW-gegevens van p2p-gebruikers op te vragen.

Volgens XS4ALL maken sowieso maar weinig mensen en organisaties gebruik van de procedure die het mogelijk maakt om te klagen over zaken als smaad en inbreuk op auteursrechten. “Gemiddeld gebeurt dat vijf keer per maand”, stelt XS4ALL-woordvoerder Niels Huijbregts.

Uploadende downloaders

Kuik: “We concentreren ons nu met name op de sites. Daarna komen first uploaders. Dat zijn de mensen die als eersten bestanden aanbieden en fungeren als bronnen.” Op de derde plaats in het lijstje van Brein staan de ‘uploadende downloaders’, zoals Kuik de gewone p2p-gebruikers aanduidt. “Door onze acties tegen sites, is de handhaving op dit punt wat naar achteren geschoven.”

Volgens Kuik mag daaruit echter niet de conclusie worden getrokken dat het aanpakken van p2p-gebruikers helemaal van de baan is. “We willen daar nog wel wat mee. Maar het is belangrijk dat de aanpak proportioneel is. Dat betekent dat we eerst willen waarschuwen.”

Bij de groep ‘uploadende downloaders’ verwacht Brein het meeste van voorlichting. “We willen een bewustwording bij de consument wat wel en niet mag. We vinden dat de isp’s daar ook een rol bij moeten spelen, bijvoorbeeld bij het geven van voorlichting.”

Het ideaal van Kuik is dat de internetaanbieders abonnees gedeeltelijk of helemaal afsluiten als zij ondanks waarschuwingen doorgaan met het aanbieden van auteursrechterlijk beschermd materiaal. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat er providers zijn die daar zonder slag of stoot aan mee zullen werken. Dat betekent dat Brein waarschijnlijk weer naar de rechter moet.