Minister Maria van der Hoeven (Onderwijs) heeft haar verontschuldigingen aangeboden aan drie ex-ambtenaren die waren beschuldigd van valsheid in geschrifte in de Jamby-zaak.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Van der Hoeven dat de drie voormalige medewerkers van haar ministerie ‘eerherstel’ verdienen.
“Dit had niet zo mogen gebeuren en ik bied u daarvoor mijn welgemeende excuses aan”, schrijft de minister in een brief aan de betreffende ambtenaren. De ambtenaren werden verdacht van gesjoemel met facturen van het internetbedrijf Jamby van Adam Curry.
De toenmalige minister van Onderwijs, Loek Hermans, gaf Jamby in 2000 een opdracht voor Kennisnet, het computernetwerk voor het onderwijs. Deze opdracht was in strijd met de Europese aanbestedingsregels. Bij elke opdracht boven de 300.000 gulden, moeten meer bedrijven de kans krijgen om een voorstel te doen. In dit geval werd alleen met Jamby gesproken.
Topambtenaar Jan Vrolijk haalde daarom een streep door de plannen. Om de afspraak met Jamby ‘af te kopen’ besloten de ambtenaren van het ministerie van Onderwijs met de bonnetjes te rommelen. Facturen en offertes werden verzonnen, de data vervalst.
Vrijgesproken
Het internetbedrijf kreeg in totaal een dikke 1 miljoen gulden (ruim boven de grens van 300.000 gulden). Dat bedrag werd aan verschillende BV’s uitbetaald. Op die manier leek het op het eerste gezicht alsof de Europese regels niet waren overtreden.
De fraude kwam in de openbaarheid nadat een zakenpartner van Unico Glorie (die samen met Curry de scepter zwaaide bij Jamby) de stukken bij het ministerie had opgevraagd. De accountants van het ministerie ontdekten dat er valsheid in geschrifte was gepleegd en in april 2002 werd aangifte gedaan.
Drie ambtenaren kregen de schuld. Zij legden de schuld echter bij de top van het ministerie dat de opdracht zou hebben gegeven voor de valsheid in geschrifte. De Haagse rechtbank gaf hen daarin gelijk. In juni van dit jaar werden de drie vrijgesproken.
In het vonnis haalde de rechtbank bovendien ongemeen hard uit naar de top van het ministerie. Volgens de rechtbank droeg de voormalige directeur-generaal ict-zaken Vrolijk veel meer verantwoordelijkheid voor de onrechtmatigheden in de Jamby-zaak.