Stripmakers maken gretig gebruik van internet om hun werk onder de aandacht te brengen. Jonge tekenaars breken via het medium door.
‘Vroeger had ik een abonnement op het stripblad Robbedoes . Elke week keek ik uit naar dinsdag: de dag waarop ik het nieuwe nummer kreeg. Met weblogs zie je nu hetzelfde effect: elke dag verschijnt er iets nieuws waarnaar je kunt verlangen.’ Aan het woord is de Belgische striptekenaar Luc Cromheecke, die in Nederland vooral bekend is van de strip Taco Zip die hij begin jaren negentig voor de Volkskrant maakte.
In plaats van een strip voor een krant publiceert hij nu dagelijks iets op zijn blog. Dat kan van alles zijn: een strip, een schets, een foto, maar ook een spel of een filmpje. Zolang het maar iets te maken heeft met zijn strippersonage Plunk: een buitenaards wezen met grote voeten en een trechtertje op zijn hoofd. Bang dat volgers van zijn weblog geen albums meer kopen is hij niet. ‘De meeste mensen willen het uiteindelijk toch op papier hebben en zoveel kost zo’n album niet.’
Het weblog is juist een manier om reclame te maken. ‘Plunk is ooit begonnen als een soort reclamefiguur, dus dat kunnen we ongegeneerd doen.’ Het kost Cromheecke weinig moeite om elke dag iets nieuws online te zetten. ‘Ik zit toch al elke dag achter de computer.’
Volgens stripkenner Jeroen Mirck is een regelmatige publicatiefrequentie de sleutel tot succes. ‘Veel tekenaars gebruiken hun site alleen om hun portfolio onder de aandacht te brengen. Maar als bezoeker scheur je liever elke dag één blaadje af dan dat je in één dag dertig pagina’s bekijkt.’
Mirck noemt Do You Know Flo? van Floor de Goede als voorbeeld. ‘Dat is een heel goede, jonge tekenaar die een leuk blog heeft gemaakt waarop hij regelmatig publiceert. Die gaat al jaren mee.’ Flo heeft bovendien een vaste achterban die regelmatig reageert. Toen ‘Flo’ eind januari aankondigde dat er vanwege rsi-klachten even geen nieuwe stripjes zouden verschijnen, verschenen er 150 reacties op zijn site.
Feedback van lezers is maar één van de extra mogelijkheden van internet, meent Mirck. ‘Online kun je bijvoorbeeld heel goed met cliffhangers werken. Op een normale strippagina kun je vaak al zien wat er gaat komen, maar als je steeds op elk plaatje moet doorklikken, dan blijft het een verrassing.’
Een ander voordeel van internet is dat lezers ervoor zorgen dat je werk verder wordt verspreid, vertelt Bram van Rijen (beter bekend als Nozzman). ‘Sommige tekenaars zijn bang dat ze de controle over hun werk verliezen als het op fora en dergelijke verschijnt, maar volgens mij is het juist een goede manier om aandacht te krijgen.’
De online verspreiding van Nozzmans cartoons bleef niet zonder gevolgen. Opdrachtgevers als Radio 538 en Nrc.next benaderden Van Rijen. Dat betekende dat hij meer tijd aan zijn strips kon gaan besteden. Een droom ging in vervulling. ‘Online is leuk, maar het is wel heel vluchtig. Uiteindelijk blijft het leuk om je werk in een tijdschrift, krant of boek te kunnen vasthouden.’
Dit artikel verscheen in dagblad De Pers.