Dat schrijft Spamvrij.nl in een brief aan minister Laurens Jan Brinkhorst en de Tweede Kamer. “De minister dient te weten dat als Spamvrij.nl niet op korte termijn structurele financiering vindt, de organisatie ten onder zal gaan. Wij kunnen immers niet onbeperkt vrij nemen van ons betaalde werk om zooi van anderen op te ruimen.”

De stichting is teleurgesteld in de spamvisie die de minister eerder deze week naar de Kamer stuurde. In de visie schreef de minister dat hij voorlopig geen meldpunt voor spamklachten wil oprichten.

Een gemiste kans, meent Spamvrij.nl. Een meldpunt is van groot belang om het spamprobleem in kaart te brengen, aldus de organisatie. “De minister ziet tevens over het hoofd dat een meldpunt dat gedocumenteerde klachten publiceert – zoals Spamvrij.nl dat doet – juist door die publicatie al helpt het probleem te verkleinen.”

“Bedrijven schrikken gewoonlijk van hun publieke vermelding bij zo’n meldpunt en vinden daarin een extra motief om hun beleid aan te passen. Daarnaast gaat van een dergelijk een preventief effect uit: bedrijven willen voorkomen op zo’n lijst te belanden, en onderzoeken betere – legale – manieren om hun publicitaire mailingen te verzorgen.”

Crimineel

Volgens Spamvrij.nl laat de minister het oplossen van de spamproblematiek te veel over aan ‘de markt’. “In de praktijk betekent dit dat de ontvangers van spam niet worden verdisconteerd in de kenschets van de reikwijdte van de problematiek.”

Spamvrij.nl wijst erop dat spam zich ‘ook in Nederland crimineel ontwikkelt’. “Steeds vaker maken de grote spammers zich schuldig aan het rondsturen van virussen teneinde de computers van eindgebruikers te kunnen inzetten.”

“Binnen deze (semi-)criminele context is het op zijn zachtst gezegd curieus om zelfregulering als verlossende methode te zien”, meent Spamvrij.nl.

De stichting is niet de eerste die kritiek levert op de spamvisie van Brinkhorst. Ook de digitale-burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom (BoF) en de grootste oppositiepartij, de PvdA, toonden zich al teleurgesteld over de gebrekkige ambitie van de minister.