De telecomwaakhond OPTA heeft een verzoek van KPN om toegang te krijgen tot het kabelnet van UPC afgewezen.
De beheerders van de kabelnetwerken kunnen vanavond een paar extra champagneflessen ontkurken. Ze hoeven hun plaaggeest KPN voorlopig nog geen toegang te verstrekken tot hun netwerk.
KPN had de telecomwaakhond OPTA gevraagd om een uitspraak te doen in een conflict dat het telecombedrijf heeft met UPC. Vooralsnog krijgt KPN echter nul op het rekest bij de OPTA.
“KPN voldoet niet aan de op dit moment nog geldende voorwaarden voor toegang”, stelt de OPTA in een verklaring. Volgens de telecomwaakhond heeft KPN onvoldoende aangetoond dat er sprake is van een geschil met UPC. “KPN heeft wat ons betreft niet goed genoeg onderhandeld met UPC. Wij kunnen daarom op dit moment geen uitspraak doen”, zo licht Edwin van de Haar, woordvoerder van de OPTA, het besluit toe.
Marktanalyse
KPN wilde via het netwerk van UPC een eigen pakket radio- en televisieprogramma’s aanbieden. Het telecombedrijf baseerde zich daarbij op een artikel uit de oude Telecomwet. Volgens de OPTA heeft KPN dit artikel echter te ruim geïnterpreteerd. “Toegang kan slechts gevraagd worden voor de doorgifte van specifieke programma’s, terwijl KPN tot dusverre niet duidelijk heeft gemaakt om welke programma’s haar verzoek gaat”, stelt de OPTA.
In de toekomst maakt KPN wellicht meer kans. “Of KPN op een later moment wel toegang zou kunnen krijgen, is in belangrijke mate afhankelijk van de uitkomst van de economische marktanalyse van de omroepmarkt die nu door OPTA wordt uitgevoerd”, stelt de OPTA. De eerste resultaten hiervan worden op 1 april 2005 gepresenteerd.
Het besluit van de OPTA is een nieuwe tegenslag voor KPN. Eerder stelde de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) al dat KPN op basis van de mededingingswet geen toegang tot de kabel kon eisen.