Misdaadjournalist Kees van der Spek is de rechterhand van Peter R. de Vries. De twee werken sinds begin 1996 samen. Van der Spek was onder meer betrokken bij de geruchtmakende uitzending over Joran van der Sloot. Over Van der Sloot velt Van der Spek een hard oordeel. “Het is verwerpelijk om een lijk weg te maken, maar het nog veel dubieuzer om al die media-aandacht te exploiteren.”
Waaraan moet een onderwerp voldoen om bij Peter R. de Vries in de uitzending te komen?
Kees van der Spek: “Wij focussen niet zo op georganiseerde misdaad. Liquidaties en drugszaken zul je bij ons niet zo snel zien. Dat is meer iets wat bij John van den Heuvel aan bod komt. Wij houden ons meer bezig met onopgeloste kindermoorden en dergelijke – zaken waaraan moreel meer eer valt te behalen.”
Een onderwerp moet natuurlijk ook geschikt zijn voor televisie?
“Ja, daarom werken ontmaskeringen bijvoorbeeld goed. Het levert vaak spectaculair beeldmateriaal op. Net zoals je als schrijvende journalist mooie zinnen wilt schrijven, zo wil een televisiemaker mooie beelden hebben. Om die reden zijn we ook terughoudend in kinderpornozaken. Het in beeld brengen daarvan is vaak een pijnlijk en moeilijk verhaal.”
Hoe komen jullie aan de onderwerpen?
“De tips van kijkers zijn cruciaal. We krijgen er soms wel honderden per dag. Uiteindelijk schopt maar één op de negenhonderd tips het tot onderwerp in de uitzending.”
Hoe brengen jullie een schifting aan in al die tips?
“Na al die jaren hebben we daar natuurlijk redelijk wat handigheid in gekregen. Je hebt al snel door als een tip waardeloos is. Mails van helderzienden kunnen sowieso weg. Als een tip wel interessant is, gaan we de informatie natrekken bij ons netwerk. Dat zijn mensen bij justitie en politie. We hebben ook wel contacten bij mensen die tegen de onderwereld aanschuren, maar dat zijn er minder dan mensen wel eens denken.”
Jullie krijgen ook wel eens informatie van criminelen. Hoe weet je of je zo’n tipgever kunt vertrouwen?
“We bellen mensen in zijn omgeving. Soms schakelen we een recherchebureau in. En we hebben zo onze wegen om iemands strafblad na te trekken.”
Kun je vertellen hoe dat werkt?
“Nee. Dat is het geheim van de smid. Een parlementaire journalist heeft ook allerlei informatie van achter de schermen, maar die gaat hij ook niet met mij delen. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan.”
Houden jullie nog rekening met jeugdige kijkers?
“We maken het programma natuurlijk voor volwassenen. Het wordt niet voor niets om half tien ’s avonds uitgezonden. We zijn wel terughoudend met het tonen van enge dingen. In de reconstructies die we gebruiken, zullen we niet snel bloed laten zien. Ook een steek- of schietpartij wordt niet keihard in beeld gebracht.”
Laat je kinderen naar Peter R. de Vries kijken?
“Nee, meestal niet. Als ik in beeld kom en we een paar oplichters ontmaskeren misschien wel. Maar niet als we uitzending hebben over een kindermoord. Ik vind dat kinderen het recht hebben op een onbezorgde jeugd. Je moet ze natuurlijk wel voorbereiden op mogelijke gevaren, maar dat doe ik liever zelf in een gesprek.”
Ligt daar nog een rol van het onderwijs? Moeten docenten bijvoorbeeld aan hun leerlingen duidelijk maken dat je misdaadprogramma’s moet relativeren? Dat niet achter elke boom een gevaarlijke crimineel staat?
“Relativeren is belangrijk, maar kinderen moeten natuurlijk ook waakzaam blijven. Ik denk niet dat de misdaadprogramma’s op de Nederlandse televisie de angst voeden. In de Verenigde Staten is dat anders. Daar is zoveel troep op televisie. Dat wakkert de zorgen bij mensen wel degelijk aan. Kijk maar naar de film Bowling for Columbine van Michael Moore. Het is een taak voor ons allemaal om te voorkomen dat we in Nederland naar een vergelijkbare situatie gaan.”
Wanneer besluiten jullie om gebruik te maken van een verborgen camera?
“Het onderwerp moet de inzet van een verborgen camera rechtvaardigen. Je moet er een maatschappelijk probleem mee aan de kaak stellen. Bovendien gaan we alleen over tot het gebruik van een verborgen camera als dat de enige manier is om een zaak rond te krijgen. Neem bijvoorbeeld onze uitzending over Joran van der Sloot. Joran had nooit zijn verhaal gedaan als we hem met een gewone camera hadden opgezocht.”
Hoe kijk je terug op de uitzending over Joran van der Sloot? Nederland zat die avond aan de buis gekluisterd.
“De kijkcijfers waren natuurlijk niet verkeerd. En ook journalistiek kijk ik er heel goed op terug.”
Er zaten wel enkele ongerijmdheden in het relaas van Joran van der Sloot. Neem bijvoorbeeld zijn verhaal dat hij zou zijn geholpen door een zekere Daury. Dat bleek later niet te kloppen. Ondergraaft dat niet de betrouwbaarheid van de uitzending?
“Bij elke bekentenis van elke crimineel heb je ongerijmdheden. Niet elk detail klopt. Het probleem is dat die zaak met Joran zo groot is geworden dat mensen het niet meer pikken dat er iets niet helemaal waar is. Je kunt je voorstellen dat Joran mensen uit de wind wil houden door niet de juiste naam te noemen van degene die hem heeft geholpen. Misschien is het wel iemand uit zijn familie. Vergeet niet dat hij aanvankelijk zei dat hij de naam van zijn helper mee het graf in zou nemen. Dan is het niet zo gek dat hij een verkeerde naam noemt.”
Hadden jullie dergelijke details niet toch beter moeten checken? Waarom zijn jullie niet op zoek gegaan naar die Daury?
“Toen we de bekentenis van Joran op tape hadden, hebben we de moeder van Natalee en het Openbaar Ministerie geïnformeerd. Die hebben ons met klem verzocht om niet allerlei research te gaan doen, zodat de politie dat zelf kon doen.”
Heeft Joran niet gewoon gelogen tegen Patrick van der Eem?
“Joran riep na de uitzending natuurlijk dat hij aan het opscheppen was. Hij doet zich voor als iemand die een beetje gek is en toch altijd liegt. Maar vergeet niet dat hij maar één kant kan opliegen: hij was er bij toen Natalee verdween of hij was er niet bij. Tegen de politie verklaart hij dat hij er niet bij was, maar dat klopt niet met het dossier. Tegen Patrick verklaart hij dat hij er wel bij was. Ik geloof dat hij in onze uitzending dus gewoon de waarheid sprak. Ze waren samen op het strand. Ze hadden drank op, zij werd onwel en vervolgens heeft hij haar lichaam weggemaakt.”
Na de uitzending werd Joran achtervolgd. Voortdurend doken er verhalen op waar hij zich zou bevinden. Mensen gingen aanbellen bij het adres waar hij zou zijn.
“Een heksenjacht…”
Voel je je daar niet medeverantwoordelijk voor?
“Nee, absoluut niet. En weet je waarom niet? Omdat Joran drie jaar lang zijn verhaal heeft gedaan: hij heeft er een boek over geschreven, hij is op tv geweest. Hij zegt zelf dat hij daar beter van geworden is. Het is verwerpelijk om een lijk weg te maken, maar het nog veel dubieuzer om al die media-aandacht te exploiteren. Dat is gewoon lijkenpikkerij.”
De laatste jaren storten ook gewone burgers, zoals Maurice de Hond, zich op rechtszaken. Wat vind je daarvan?
“Je merkt dat het geen journalisten zijn. En ze zijn niet gewend om politiedossiers te lezen. Daardoor lezen ze zo’n dossier als een klein kind dat voor het eerst een spannend boek leest. Je moet niet alles geloven wat daarin staat, je moet zaken kunnen afwegen. Maar door hun onervarenheid kunnen ze dat niet. Bovendien ontwikkelen ze vaak een tunnelvisie die ze justitie en politie verwijten.”
Hoe voorkom je zelf die tunnelvisie?
“Het belangrijkste is dat je nuchter blijft. Ik zit vaak uren in de auto met Peter en dan praten uitgebreid over een zaak. De één speelt dan bijvoorbeeld advocaat van de duivel. Voordat wij een uitzending op tv brengen, zit er vaak al weken werk in. Sommige onderwerpen liggen wel een jaar in de week. In die tijd zijn er voldoende momenten waarop we aan de rem kunnen trekken.”
Dit artikel maakte onderdeel uit van een op jongeren gericht project over mediawijsheid van Mijn Kind Online.