Publiciste Karin Spaink is één van de bekendste Nederlandse privacyvoorvechters. Ze is juryvoorzitter van de Big Brother Awards (de jaarlijkse prijzen voor personen, bedrijven en instanties die onze privacy schenden).
Maken Nederlanders zich voldoende zorgen over hun privacy?
Karin Spaink: “Nederland is het land met de meeste open gordijnen ’s avonds. Mensen hebben het idee dat ze niets hebben te verbergen en willen dat ook nog eens laten zien. Maar het is een misvatting dat je je geen zorgen hoeft te maken omdat je niets verkeerd doet. Er worden heel veel gegevens over ons verzameld. Wat wij kunnen en mogen wordt steeds meer een afgeleide van wat er over ons wordt vastgelegd. Bij het verzamelen of het combineren van die informatie kunnen fouten worden gemaakt, met alle gevolgen van dien. Mensen onderschatten hoe die enorme datawolk ons begint te definiëren. Onze dataschaduw wordt groter dan wijzelf en staat tussen ons en de wereld in.”
Miljoenen mensen hebben een Hyves-profiel en plaatsen daar allerlei persoonlijke informatie op. Verbaast je dat?
“Verschillende generaties hebben altijd verschillend gedacht over wat privé en openbaar was. Ik had daar vroeger ook discussies over met mijn ouders. Die vroegen zich ook af waarom ik bepaalde zaken hardop moest zeggen. Maar als feministe stond ik op het standpunt dat het persoonlijke politiek was, en dus vertelde ik juist over persoonlijke ervaringen. Zo is er nu ook een nieuwe generatie die graag over zichzelf schrijft op sites als Hyves en Facebook.”
Je vindt dat niet zorgwekkend?
“De meeste mensen beginnen toch vrijwillig met een Hyves-pagina. Dan vind ik het ook je eigen verantwoordelijkheid als je daar zo nodig privé’-dingen moet neerzetten.”
Er kan toch misbruik worden gemaakt van de persoonlijke informatie die iemand over zichzelf verstrekt op zijn Hyves-pagina?
“Af en toe gaat er iemand op zij bek op die manier, maar daar leren anderen dan weer van. Ik vind het veel problematischer dat bedrijven en instanties allerlei informatie over ons verzamelen. Instanties zullen namelijk altijd meer macht hebben dan iemand die op de loop gaat met je Hyves-pagina. Natuurlijk, zo iemand kan zich ontpoppen tot een stalker, maar hij kan je niet een huurwoning of verzekering weigeren, hij kan je niet oppakken. De effecten zijn anders. Bij Hyves heb je zelf controle over wat je aan de wereld prijsgeeft. Bij overheidsinstanties en dergelijke heb je geen zicht op wat er over je wordt verzameld.”
Geef eens een voorbeeld.
“Neem het elektronisch kinddossier. Dat is bedoeld om informatie over kinderen en hun gezinsomgeving bij te houden. Maar veel van die verzamelde gegevens zijn subjectief. Zo kan een juf schrijven dat Marietje wel erg teruggetrokken is. Of: Pietje is wel heel druk. Een andere docent maakt misschien een heel andere analyse. Die gegevens worden vanaf de geboorte tot het negentiende levensjaar verzameld. Vervolgens wordt die informatie nog vijftien jaar bewaard. Tot je 34e blijft je elektronisch kinddossier dus bestaan. Dat is absurd.”
Waarom is dat absurd?
“In een andere tijd of onder andere omstandigheden kan zo’n analyse tot problemen leiden. Wat nu onschuldig lijkt, kan er 25 jaar later voor zorgen dat je een probleem hebt. Kijk bijvoorbeeld naar de affaire met minister Cramer. Toen zij in de jaren tachtig haar naam onder een advertentie van Bluf zette, waren heel veel mensen het met haar eens. Maar in 2008 waren er opeens allerlei politici die vonden dat zij om die reden moest aftreden.”
Die advertentie van Cramer verscheen in een krant. Dat geldt niet voor de informatie in het elektronisch kinddossier. Zolang alleen geautoriseerde gebruikers bij die data kunnen, is er geen probleem toch?
“Informatie kan heel makkelijk uitlekken of gestolen worden. Kijk naar alle schandalen die we de laatste tijd in Engeland hebben gehad. Ik denk niet dat het in Nederland minder vaak voorkomt, we horen er alleen minder over. Zelf ben ik een keer betrokken geweest bij het hacken van een ziekenhuis. De gegevens waren daar zo slecht beveiligd dat we toegang hadden tot 1,2 miljoen patiëntgegevens. We konden zien wie waar patiënten woonden, hoeveel ze wogen, in welke bloedgroep ze zaten en of ze een besmettelijke ziekte hadden. Als we hadden gewild, hadden we de informatie kunnen aanpassen. Daar ontstaat dan even een relletje over, maar vervolgens vergeet iedereen het weer.”
Hoe komt dat?
“Het probleem blijft abstract. Als we de medische dossiers van Kamerleden openbaar hadden gemaakt, was het opeens wel duidelijk geworden. Als mensen zich opwinden over privacyschendingen gaat het altijd over persoonlijk misbruik – het op internet verspreide seksfilmpje van die ADO-keeper bijvoorbeeld. Het gaat maar zelden over institutioneel misbruik, terwijl dat veel grotere gevolgen voor veel meer mensen kan hebben.”
Hoe moeten docenten hun leerlingen voorbereiden op alle mogelijke privacygevaren in de huidige maatschappij?
“Ik vind het een beetje vals om zo’n onderwerp dat we als maatschappij laten liggen op het bordje te schuiven van docenten. We moeten het er allemaal over hebben, maar dat doen we niet. En dan nog… Je kunt wel zeggen dat we voorzichtig moeten zijn met onze gegevens, maar het grootste probleem is dat bedrijven en instanties gegevens van je afnemen zonder dat je er iets tegen kunt doen.”
Dat klinkt redelijk deprimerend. Is onze privacy reddeloos verloren?
“Af en toe denk ik dat wel ja. Het is een langzaam proces. Je kunt nu nog anoniem betalen. De verkoper weet wel dat je iets hebt gekocht, maar dat wordt verder nergens vastgelegd. Maar cash gaat er op termijn uit, dat kun je voorspellen. Je ziet nu al dat je meer moet betalen als je een treinkaartje cash wilt betalen. Dan kiezen mensen toch voor hun portemonnee. Anoniem bellen wordt ook steeds lastiger, want de telefooncel gaat eruit. Door de invoering van het rekeningrijden en de OV-chipkaart worden onze bewegingen vastgelegd. Het is wel mogelijk om maatregelen te nemen die de privacy overeind houden zonder de voordelen van de nieuwe techniek weg te nemen. Maar dat is geen levend besef.”
Wat is er nodig om ons wakker te laten schrikken?
“In de praktijk zullen paar ernstige ongelukken op dit vlak daar waarschijnlijk voor zorgen. Of dat helpt? Daar heb ik niet zoveel fiducie meer in. Niet alleen overheid, maar ook instellingen en bedrijven zijn zo ingesteld dat ze denken dat ze al die data nodig hebben. Dat verander je niet één-twee-drie.”
Dit artikel maakte onderdeel uit van een op jongeren gericht project over mediawijsheid van Mijn Kind Online.